Vakantie project S.K.R. (vervolg)
De vrijdagmiddag vond ik persoonlijk het meest vervelend. Niet omdat er ’n weekend werk te wachten stond, maar omdat de kinderen na de lunch hun spulletjes alweer bij elkaar moesten gaan zoeken Want om drie uur zouden de vrachtwagentjes komen om de kinderen op te halen en ze weer terug naar hun dorpen en hun familie te brengen. Het gaf je zo’n tegenstrijdig gevoel, aan de ene kant was je blij dat je met elkaar de kinderen een fijne week had bezorgd, aan de andere kant was dat afscheid nemen steeds weer,voor beide partijen best emotioneel. Zo ook die ene week. We hadden ’n groep jongere jongens met echt ’n stelletje dondersteentjes er bij. In het begin van de week, ben ik veel met die jongens in de weer geweest en wat streken met ze uit gehaald. Dus op het laatst hingen ze constant aan m’n lijf (m’n eigen schuld natuurlijk). Als ik het even zat was brulde ik “opdonderen” (het is natuurlijk geen Roemeens) maar toch vlogen ze lachend weg, prachtig vond ik dat.Twee jongens (broertjes van elkaar) stoorden zich niet zoveel aan m’n gebrul, meestal kwamen ze gelijk weer terug en vroegen dan “Teho dondere hè?” ja hoor boene (goed) zei ik dan. Maar die vrijdagmiddag stond ik naar ze te kijken hoe ze elkaar ,, gebroederlijk” hielpen hun karige bagage in hun plastic tassen te proppen, een scheurde er zelfs. Het was zo’n aandoenlijk gezicht, dat ik er niet aan dacht ze mijn sporttas te geven, waarin spullen hadden gezeten die voor het kamp bestemd waren en die ik dus toch over had. Toen de tijd daar was dat ze in de auto moesten gaan zitten, kwamen ze naar me toe,”Teho salut he” Arivederre, aan de knuffel die ik van ze kreeg kwam bijna geen eind, houd het dan maar eens droog. De andere week vroeg ik aan een Roemeense leidster of ze het gezin van die jongens kende. Ja, ze kende de familie goed. Het was ’n groot en arm gezin. De vader werkte in een fabriek. Ik heb toen gelijk m’n tas opgezocht, Emmy en Trijnie hebben toen kleding, speelgoed en wat schrijf en tekenspullen bij elkaar gezocht en omdat er tegenover ons kamp een magazin buffet (winkel café) was, heb ik daar wat levensmiddellen gekocht zoals: suiker meel rijst –macaroni enz. en natuurlijk ook wat lekkers voor de kinderen erbij gedaan, een briefje geschreven (vertaald in het Roemeens door de leidster) m’n adres erbij en alles in de tas gedaan. De Roemeense leidster wilde de bomvolle tas met alle plezier bij het gezin afgeven. Later dacht ik: Toch maar goed dat ik die tas niet gelijk gegeven had, nu hadden ze er veel meer aan. Na de kinderen te hebben uitgezwaaid gingen we meestal eerst wat drinken en even napraten.Daarna snel aan het werk: 65 bedden afhalen, het wassen van zo’n 130 lakens, kussenslopen, handdoeken en washandjes en natuurlijk zorgen dat alles weer droog komt,om daarna de bedden weer op te maken. Ook moesten er 14 kamers en de eet en speelruimte worden schoon gemaakt. Omdat het weer in de weekenden meestal niet zo best was gaf het drogen van de was nog de meeste problemen. Met de kinderen ging ook de keukenploeg naar huis. Dus in de weekenden kookten we ons eigen potje, best lekker (en natuurlijk geen kool). Meestal waren we in de loop van de zondag klaar met het werk. Dan even lekker ontspannen, wat lezen, puzzelen of wandelen. Ook zijn we een keer naar de overkant gelopen om op het terras van het buffet(café) wat te gaan drinken. De terrastafels waren gemaakt van stukken boomstam, zo ook de banken maar dan met ’n plank er op, wel ruw, maar als er lang genoeg op gezeten wordt, worden ze vanzelf wel glad.
De eigenaar was ’n heel aardige man met zo’n leuk Roemeens hoedje op en anderhalve tand in z’n mond, die samen met z’n vrouw de boel runde. Ze vonden het erg leuk dat we even langs kwamen en we kregen ook nog ’n soort rondleiding. Ze hadden wel water maar geen elektra. Als het donker wordt gaan ze naar bed en ze staan weer op wanneer het licht is. Heel normaal vinden ze. Het weekend vloog om en voor je het wist sta je te wachten op de volgende groep van 50 kinderen met daarbij Dana. Ik herkende haar direct, het was nog steeds het schuchtere meisje, langzaam maar met ’n grote glimlach op haar gezicht kwam ze naar ons toe lopen.
Bij navraag was er in de gezinssituatie bij haar thuis niet veel veranderd, naar school gaan is er nog steeds niet bij, De Roemeense leidster heeft flink met haar ouders moeten praten om toestemming te krijgen haar mee te mogen nemen naar ons kamp, ze kon thuis eigenlijk niet gemist worden. We zouden haar de komende week maar wat extra aandacht gegeven.
Maar ook daar moest je ten opzichte van de andere kinderen voorzichtig mee om gaan. Omdat m’n verhaal waarschijnlijk toch al veel te lang is vertel ik u volgende week de rest wel van ons vakantieproject.
Theo.v.d Meer.
p.s. I.v.m het a.s.hulptransport en de noodgedwongen verhuizing naar’n nieuwe loods kan, er na 30 September geen kleding en hulpgoederen in ontvangst genomen worden.