Omdat ik pas ’n week voor het vertrek van het hulptransport naar Roemenie, hoorde dat er ’n plaatsje voor me vrij kwam, was de voorbereiding van die reis wel erg kort. Maar ik ging voor de derde keer mee, dus ik wist zo ongeveer wel wat me te wachten stond. Dit jaar werd ik ingedeeld bij de keukenploeg, die net als andere jaren werd geformeerd door drie dames, maar als je voor drieenveertig man ’n maaltijd moet verzorgen, is ’n extra hulpje nooit weg, achteraf ’n goede keuze want twee dagen voor het vertrek moest een medewerkster wegens familie omstandigheden de reis afzeggen. Op het laatste moment werd er nog ’n tweede man bij gehaald om in de keuken te assisteren.
Maar vrijdagavond in Hongarije (onze eerste slaapstop) moest ook hij, hoe vervelend ook, door privé omstandigheden de groep voortijdig verlaten. Hij werd diezelfde avond nog teruggereden naar Regensburg, vanwaar ze hem vanuit Nederland kwamen ophalen, heel erg sneu voor hem, want hij had er zich zo op verheugd. Maar hoe jammer ook, met zo’n grote groep mensen kan zo iets gebeuren. Op het menu die vrijdag stond stampot andijvie met uitgebakken spek en ’n balgehakt, het spek en de ballen waren al in nederland door de dames gebraden en ingevroren, en de stamppot? Gewoon 20 pakjes puree open maken, melk en water er door, later de rauwe andijvie en het spek er bij en maar stampen. Om vijf uur die middag, stonden er drie en veertig man staand buiten in de kou (het vroor twee graden) ’n heerlijk warme prak te eten.
De planning was dat we die nacht om twee uur weer zouden gaan rijden, er moest dus om een uur een ontbijt klaar staan, dat betekent voor de keuken ploeg om twaalf uur uit bed, om de lunch pakketten en de koffie voor onderweg klaar te zetten, en een ontbijt voor 43 mensen met alles er op er aan klaar te maken, dus die vrijdag avond zocht ik om 18.30 u. m’n bed al op. In de stalen slaapwagen was het koud, en het leek wel of m’n pyama uit de koelkast kwam, m’n sokken hield ik nog lekker even aan, maar het is net als met zwemmen, als je eenmaal door bent valt het best wel weer mee. Na een nachtelijk ontbijt, en precies om twee uur vertrokken we naar de Hongaars Roemeense grens waar we zaterdagmorgen om zes uur aan kwamen. Alle 15 trailers moesten net als bij de Hongaarse grens weer gewogen worden, terwijl dat gewicht ook al op de officiële stukken uit Nederland vermeld stond. Daarna de papieren toestand nog, wat ’n gedoe zeg (en dat komt bij de EU maar goed als het dan voor de gewone mensen ook maar beter wordt).
De realiteit was dat we na acht uur wachten, voor twee grensovergangen, Roemenië in reden. Op weg naar de stad Sibiu, van waaruit we de andere dag naar het dorp Ighisu vechi zouden rijden, naar daar waar we maandag met het uitreiken van de hulpgoederen zouden gaan beginnen. In Sibiu werden we opgewacht door twintig Roemenen die ons bij het uitdelen gingen helpen, ook werd er door een aantal van hen ’s nachts gewaakt bij de trailers. Voor dat werk kregen ze ’n kleine vergoeding en uiteraard waren ze bij ons in de kost. Dus niet voor 43 maar voor 63 man ’n maal klaar maken. Het werd nasi, ’n wok van een meter rond werd er buiten neer gezet, nasi er in, en…. veel roer mannen er omheen , ook hadden we ’n bakplaat bij ons waar we de saté en eieren op konden bakken.
Door het grote aantal moest er wel in twee groepen worden gegeten , ik moet eerlijk zeggen dat ik ze niet geteld heb, maar toen onze Roemeense vrienden aan de beurt waren om te eten leek het wel of deze groep steeds groter werd, maar ach… wat maakt het uit.
Morgen ..zondag mochten we uitslapen werd er lachend gezegd, de eerste groep gaat pas om acht uur ontbijten, dus de keukenploeg moet er om zeven uur uit, lekker uitslapen zeg .
Inclusief mijn persoontje was het snurkorkest ook deze nacht weer aanwezig.
Hoe het verder allemaal verloopt, laat ik u de volgende week wel weten.
Theo.v.d.Meer