VAN WO NAAR COOP

Mooi hè, de nieuwe supermarkt! Stompwijk boft dat het een ondernemer als Jos de Graaf tot zijn inwoners mag rekenen. Dankzij zijn lef en ondernemerslust beschikken we nu over een glanzend nieuwe supermarkt. Menig dorpeling van elders zal er jaloers op zijn.

De verbouwing van de oude WO is waarschijnlijk aan niemand onopgemerkt voorbijgegaan. Halverwege de week ervoor werden er al schappen leeggemaakt en ging de verlichting op half zeven. Geen klant die er zich aan stoorde: alles voor het goede doel.
Vrijwel meteen nadat de laatste klant van voor de verbouwing was uitgezwaaid, verrees het allereerste teken van vernieuwd ondernemerschap aan de gevel. ‘COOP uw eigen supermarkt’ staat er trots in heldere, zij het weinig pittoreske, letters.
* Proost!
De heropening van de winkel op donderdag werd voorafgegaan door een receptie. Woensdagavond liep de winkel vol met COOP meneren, vertegenwoordigers, oud WO ers, collega ondernemers, medewerkers en, lest best, Jos de Graaf zelve natuurlijk. Hem heb ik die avond nauwelijks gesproken maar ik kon uit de verte zien dat hij door zijn bezoekers op de schouders geklopt en gelukgewenst werd. Iedereen die ik sprak, stak de loftrompet over hem, en zijn lef werd breeduit besproken. Veel complimenten dus en geen enkel negatief geluid.
* Moderne manieren
De receptie werd weldra reuze gezellig. Ik ontmoette Willem en Marga Overdevest. Willem hield een gloedvol betoog over het modern ondernemerschap in de supermarktbranche. Jos kreeg zijn volle lof omdat hij modern en goed bezig is. Willem: ‘Stompwijkers moeten waarderen wat Jos heeft gedaan. Hij heeft zijn nek ver uitgestoken en verdient alleen al om die reden een grote schare klanten. Het behoud van deze winkel is belangrijk voor het dorp. Mensen willen nog wel eens vergeten dat wanneer zij hun huis verkopen, faciliteiten zoals winkels mede bepalend zijn voor de waarde van hun pand.’ Zijn echtgenote Marga legt mij uit dat het belangrijk is om goed met je personeel samen te werken: ‘Je maakt het met elkaar, je hebt elkaar over en weer nodig. Een ondernemer kan niet zonder medewerkers en andersom. Als de sfeer goed is, kan er heel veel.’ Dat was het startsein voor een tour door het verleden. Regien, Neel, Ellie, Martha, Annemarie begonnen herinneringen op te halen. Er volgde een scala aan anekdotes met een hoog amusementsgehalte. Over gebak met verjaardagen, erwtensoep op kerstavond, chagrijnige en aardige klanten. Kortom, het werd een vrolijke boel.
* Prijsvergelijkend onderzoek
Ik slenterde nog wat door de winkel en liep Ruud van de Gouden Leeuw tegen het lijf. Hij had, zo vertelde hij, eens wat vergelijkend onderzoek gedaan. ‘Het zijn eerlijke prijzen hier. Daar hoef je niet voor naar de concurrent. Nog even los van de benzine die dat kost.’ Dat is goed nieuws, ik ben dol op eerlijke prijzen in prettige winkels. Heb mijn buik meer dan vol van rellen over buitensporig hoge topsalarissen en beschadigde imago’s. Het imago van voorheen de WO nu de COOP bevalt mij prima en als de service als vanouds blijft zal je mij bij de concurrent niet tegenkomen. Ongezellig en onpersoonlijk. Neen, een beetje sociaal contact, dat hebben we op z’n tijd allemaal nodig, toch?
* Complimenten
Een paar dagen later heb ik ergens tussen de blikken soep en de keukenrollen nog een kort gesprek met Jos. ‘En, hoe is het gegaan, deze eerste dagen?’ ‘Prima’ zegt hij, zichtbaar opgelucht. Het waren spannende tijden. ‘Ik hoor niets dan positieve geluiden. Daar ben ik erg blij om. Het is toch een risico dat je neemt. Maar gelukkig, we hebben talloze nieuwe klanten ingeschreven.’ Dat is mooi. Nu wil ik nog weten of het zijn medewerkers net zo positief bevalt. Jos: ‘Voor sommigen is het nog even wennen. De COOP is nou eenmaal een andere formule dan de Volumemarkt. Maar iedereen gaat zijn plaatsje wel weer vinden. Ze hebben allemaal hard gewerkt om de verbouwing en alles op tijd rond te krijgen.’ Uit zijn mond lijkt me dat een uitbundig compliment.
* Plakjes
Is er dan echt niemand ontevreden? Wel, aanvankelijk misschien die twee jongetjes die een beetje beteuterd bij de verpakte vleeswaren stonden. Ze vonden het mooi waardeloos dat alles al gesneden en wel klaar ligt: ‘Krijgen we nooit meer een plakje worst’ zei de een tegen de ander. Ik stond net op het punt om een beetje meelij met ze te krijgen toen daar, als bij toverslag, Neel ten tonele verscheen met een schaal vol lekkers. Ha, dat verzacht een boel!
* Klandizie
Vroeger, heb ik mij laten vertellen, telde Stompwijk vier kruideniers, drie bakkers, een melkboer, een verfwinkel, een kledingwinkel, een …. Nu zijn er nog een paar ondernemers over. Ik ben er een groot voorstander van dat we die onze klandizie gunnen. Dan zijn we uiteindelijk allemaal beter af.

Thea Ambagtsheer