Muizenissen

Het is wel lekker hoor, die warmte, maar na een dagje vol in de zon gestaan te hebben ‘mag ’t van mij wel weer een beetje minder..’. Mijn hoofd is vuurrood en het zal mij niks verbazen als je er een ei op kan bakken. Een echt inductie-hoofd. Zonen Sil en Sven kijken naar mij met een gretigheid die mij angstig maakt. Zij zijn namelijk al de hele week aan het experimenteren met koken op verschillende brandstoffen. Dat is ontstaan nadat Sil thuis kwam met zo’n militair etensblik, een mestin. Plus een overlevingspakket! Wij hebben namelijk een militair in de straat, Lindsey. Zij heeft al verschillende uitzendingen naar het buitenland op haar naam staan en ik ben daar, als buurtgenoot, best trots op en hoop ook dat ze steeds weer ongeschonden huiswaarts mag keren. Daarbij  vind ik het ook wel stoer, zo’n meid op kisten, in camouflagepak met een Hecklor & Koch 33 in de hand en een baret scheef over d’r rechteroor getrokken.. Een meid met pit maar ondertussen nog steeds op en top een mooie, jonge vrouw. Maar ik dwaal af. Van de week begonnen Sven en Sil ineens van alles uit de keuken naar de tuin te slepen: eieren, bakboter, een garde, een kommetje, borden, bestek…zout & peper! Uiteraard liep ik er direct achteraan en voordat ik wat kon zeggen riepen ze in koor: “Het komt goed, pap, we ruimen alles op!” Ik ging maar weer naar binnen, zag nog wel twee van die etensblikken op de grond staan, naast een soort van brandpitten..en een paar strips barbecue aanmaakblokjes! Er ging ook nog een emmer met enkel water naar toe, “Bluswater, pap!” zei Sven mij, en keek mij heel verstandig aan. Moest ik nu extra alert zijn? Nee, absoluut niet. Sven weet hoever hij kan gaan maar ja, dat mag ook wel na een opleiding van 14 jaar…Even daarna ging de deurbel en stond er een vriendje van de mannen voor de deur. Ik stuurde hem door naar de tuin en wees hem op de gevaren die hem te wachten stonden. Of hij luisterde weet ik niet, dat idee gaf hij mij niet echt. Zijn blik was al gericht op de tuin. Twintig minuten later zaten er zeven jongens in mijn tuin. Of ze het geroken hadden! Nou zou dat laatste best wel eens kunnen want allerlei luchtjes mengden zich in mijn neus: van gebakken eieren, gekookte eieren, warme chocolademelk, warme ranja..Heuh! Warme ranja? Volgens de heren was het lekker en wie ben ik dan om te zeggen dat het niet lekker is? Wederom werd er servies en glaswerk uit de keukenkast weg getrokken. De vele monden moeten gevoed worden immers. Daar ging de deurbel weer. Nu stonden er drie meiden voor de deur. Dat werd mij teveel: “Nee, de jongens zijn ergens buiten..Ik zal zeggen dat jullie geweest zijn, oké.” Jokte ik. Om bestwil. Want als die meiden erbij zouden komen dan gaan de mannen stoer doen of er ontstaat ruzie. Op een gegeven moment werd mijn reukorgaan weer geprikkeld..Het rook naar verbrande..euh..Ja, dat was het! Veters? Snel liep ik de tuin in en daar zag ik dat mijn voorraad oude doeken tevoorschijn waren gehaald. De aanmaakblokjes waren op! Sven zat ondertussen scrambled eggs te eten en ik kreeg een glas chocolademelk in mijn handen gedrukt. Daar zat ik niet op te wachten. De laatste keer dat ik warme chocolademelk gedronken had was op de ijsbaan op Terschelling, ergens midden jaren zeventig.  Daar ben ik toen dagen ziek van geweest dus sindsdien drink ik het niet meer. Maar ach, een gegeven paard en het was alweer jaren geleden, dus ik nam een slok. Tjonge jonge, dat was best lekker. Maar vervolgens sprak ik de pyromaantjes toe dat de oude doeken niet gebruikt mochten worden. Mopperend gaven ze toe, de buiken waren immers toch al rond en even later was alles aangeveegd, geschrobd met water en zeep en zag ik niks meer liggen wat deed denken aan de bivak. Ze weten wel hoe het moet!

Tot ik in de keuken kwam…                 

 Arjen Veldhuizen