Muizenissen

Muizenissen

Ben bang dat dit een dieronvriendelijk stukkie gaat worden maar kan daar niets aan doen. Een man moet doen wat hij hoort te doen, dat is mijn argument in deze. Wat is namelijk het geval? Enige weken geleden regende het na een lange tijd van droogte. Op die bewuste dag keek ik door het beregende keukenraam naar buiten, naar de sloot naast het huis, onder het genot van een mok koffie. Het was eigenlijk meer staren dan kijken… Want het was nog vroeg, de slaap zat nog in mijn ooghoeken en aan de zijkant van mijn gezicht zag je de contouren nog van het kussen…. De regen kletterde op het water en de woestijngrond in de voortuin absorbeerde gretig het water..He! Was dat een regenworm die vanuit een scheur in de grond met wijd open bek dronk van God’s water? Gaat dit stukje over regenwormen? Nee, ook ik heb mijn grenzen wat dieren betreft (en ja, ik weet het, ook regenwormen hebben een belangrijke functie in de voedselketen maar om daar nou 600 woorden aan te besteden vind ik iets teveel van het goede). Mijn blik richtte zich weer op de sloot. Deze sloot, tien jaar geleden kunstmatig aangelegd, begint inmiddels al een aardig paradijsje te lijken. Riet, waterlelies en vele kikkers zorgen ervoor dat deze wijk iets minder vinex wordt en ook de vogels hebben deze wijk gevonden..Opeens trok iets mijn aandacht! Uit het water verrees iets, iets bruins..Een karper! Ik slaakte een kreet van enthousiasme want vorig jaar leek het wel of alle vis verdwenen was uit deze sloot, wellicht weggejaagd door allochtone rivierkreeftjes die het water onaantrekkelijk maakten voor menig vissoort. Uit pure vreugde sms’te ik direct naar mijn buurman waarmee ik vele uurtjes naast de waterkant gezeten heb: ‘Ze zijn terug! Ze zijn terug!’ Toen realiseerde ik mij dat er iets niet klopte aan deze vis…Want had ik het nou goed gezien? Stak hij zijn middelvin op naar mij? Daagde hij mij uit om weer de hengel te pakken om vervolgens weer uren en uren aan de waterkant te gaan staan om hem te pakken te krijgen? Ja! Zo vatte ik het wel op. De viskoorts nam weer bezit van mij en sinds die dag sta ik weer dagelijks mijn kostbare tijd te verdoen. Verdoen? Ja, want tot de dag van vandaag is het mij nog steeds niet gelukt hem te vangen. Het is zelfs zo frustrerend dat het beest regelmatig verschijnt in mijn dromen, bulderend van het lachen en opnieuw die omhooggestoken middelvin… Hij wil duidelijk oorlog en dat kan hij krijgen ook! Ik ben alles wat er op internet te vinden is over karpers gaan lezen, heb mijn oude zeehengel ingeruild bij een vissportwinkel voor een karperhengel, heb er gevlochten draad opgezet waarmee ik zelfs olifanten uit het water zou kunnen trekken en slijp elke avond mijn haakjes. Ja, het is een gruwelijk verhaal maar zoals ik al zei, een man moet doen wat hij hoort te doen. Ik ben nu al een week of vijf bezig en totnogtoe is het mij nog niet gelukt. Mijn dobber is wel een paar keer ervan door gegaan maar steeds sloeg ik te laat aan. Wel haalde mijn buurman een zeelt naar boven en die hebben we een boodschap mee gegeven toen we ‘m terug gaven aan de sloot: ‘Wij geven niet op, watch your back!’

Toch zit er ook wel wat goeds in mij, hoor. Want vorige week kwam zoon Sil ineens thuis met een witte duif in zijn handen. Hij had hem gevonden en een toevallig passerende buurtbewoner had gezegd dat de duif uitgeput was en verzorging diende te krijgen. We hebben hem (of haar, had geen zin om dat eerst even uit te zoeken) in een doos gezet met een bakje water waarvan direct gedronken werd. Door mijn hoofd schoot een alarmnummer, dat PVV dingetje 114, en die belde ik met de wetenschap een ‘animal-cop’ aan de lijn te krijgen. Dat gebeurde niet, wel kreeg ik de dierenambulance aan de lijn en tien minuten erna werd de onfortuinlijke duif opgehaald. Zie je wel, zo slecht ben ik nog niet!

Arjen Veldhuizen