GELUK OP HET SECRETARIAAT

Aan het begin van elke week schaart de redactie zich eerst rond de koffietafel in de pastorie. Het is altijd een gezellig halfuurtje waar van alle kanten even bijgepraat wordt met onze gastvrouw Gré Janson, Gera Vermaas (bewoonster van het pand), Jan van der Helm, Frieda van Santen en soms Antoon van Santen en een deel van de redactie.
Na de koffie ben ik bij het secretariaat gaan buurten, waar Antoon en Frieda aan het werk zijn. Frieda is blij als ze iets voor iemand kan betekenen, voor haar familie maar ook in een wijde kring hierom heen. Respect hebben voor elkaar en je thuis voelen is voor haar van belang.
Antoon is gigantisch trots op de K.B.O. waar hij bij de kaartuitwisseling drie prijzen naar Stompwijkers zag gaan. De eerste prijs ging naar Riet van Veen, de tweede prijs naar mevrouw van Maren, toch ook nog Stompwijkse, en de derde prijs Bep van der Salm.

Het naar je zin hebben op je werk is van wezenlijk belang. Een plaatsje hebben in de maatschappij. En vooral niet te serieus. Voor heftige vergaderingen had Antoon lange tijd een bordje in zijn tas met de vraag ‘Heeft u al gelachen vandaag?’ Dat werkt vaak relativerend. Beiden zijn van mening dat een dag niet gelachen, een dag niet geleefd is.

Petra Oliehoek van Es

Waarschuwing Oudejaarsviering

Op oudejaarsavond is er om 19.00 uur een woord en gebedsviering ter afsluiting van het jaar. Het thema is “De weg door de tijd, de weg door het leven.” Voor de duidelijkheid: een woord en gebedsviering is een viering met lezingen, overwegingen, gedachtes en gedichten en er wordt gebeden en gezongen. Er wordt geen communie uitgedeeld. Ook al worden woord en gebedsvieringen al sinds het tweede Vaticaans concilie (dus al meer dan dertig jaar) aangeprezen, toch zijn er nog steeds veel mensen, die een woord en gebedsviering maar niets vinden. Dat is jammer, maar ieder nadeel heeft ook een voordeel. Zoals u wellicht weet worden vanuit Rome de regels voor de eucharistieviering en de woord en communieviering steeds strakker aangehaald. Voor een woord en gebedsviering zijn de regels veel vrijer, dus kan en mag er veel meer. Van dat voordeel wil ik gebruik maken. En als er dan toch maar weinig mensen zijn, geeft dit mij mooi de gelegenheid wat uit te proberen. (eens kijken of Mick Jagger samen met Mieke Telkamp in een viering met samenzang past). Als u denkt “kom maar op, mij maak je niet bang” , dan bent u van harte welkom, maar als e.e.a. een klein beetje anders gaat, dan u gewend bent, zeg dan niet dat ik u niet gewaarschuwd heb.

Marianne Turk

Schone kerk

Hoera, het is weer gelukt: met kerst een schone kerk!!!

Op dinsdag 9 december meldden zich 17 mannen (kerels) aan om te beginnen met het ragen van de kerk. Het was hard nodig. Het stof vloog al gauw door de kerk en een ieder had zijn werk al snel gevonden. Er werden kussens en lopers geklopt en het koper kreeg een voorbehandeling. De sfeer was prima. ’s Middags was het meest grove vuil uit de kerk en ging iedereen smerig maar voldaan naar huis. Op woensdag 10 december om 9.00 uur waren er 21 dames en heren en begonnen we met de rest van de schoonmaak. Het koper en zilver werd gepoetst en alles glom weer. Alle banken werden in de boenwas gezet, er werd geschrobd, gedweild en gezeemd en de gezelligheid vierde hoogtij. Op het altaar werd weer koffie gedronken en de erwtensoep was er natuurlijk ook weer. Blij togen we woensdagmiddag weer naar huis, de grote klus was weer geklaard. Wij willen iedereen bedanken voor hun grote inzet, ook alle nieuwe medewerkers. Het was fantastisch. Tot slot wensen wij u Gezegende kerstdagen en een gezond en voorspoedig 2004.

Werkgroep schone kerk

Kaarsjesmiddag 2003

Alweer voor de derde keer in successie is de kaarsjesmiddag gehouden in de kerk. Ook dit keer een sfeervol verlichte en warme kerk. Warm doordat de kachel flink opgestookt was, maar ook omdat we met zo velen waren. Op het podium meer dan honderd zangers en muzikanten, in de kerk meer dan tweehonderd bezoekers. De kaarsjesmiddag lijkt hiermee nu al een herkenbare en gewaardeerde tradi tie te zijn geworden. Dat het gewaardeerd wordt kunnen we ook concluderen uit het feit dat de vrijwil lige bijdrage weer hoger was dan vorig jaar, namelijk € 252,00. Dit bedrag wordt weer gebruikt om de kosten van de kaarsjesmiddag te dekken.
Stompwijk is drie koren rijk, elk koor liet zich apart horen met een eigen lied. Ook de fanfare liet zich, naast de begeleiding van diverse kerstliederen, beluisteren. Dit is in grote lijnen het concept wat we tot nu toe gebruikt hebben. Uiteraard staan we open voor suggesties, laat het dan ook niet na om uw idee in te brengen. U kent vast wel iemand in een koor of een fanfarelid, die zorgt er dan wel voor dat uw idee op de juiste plaats terecht komt. In onze ogen was het weer een goede opwarmer voor de kerstdagen.

Het Parochiekoor, het EMS koor, het kinderkoor de Laurentius kids en fanfare Juliana.

35 jaar koster

Adriaan Hilgersom 35 jaar koster van de Laurentiuskerk

Afgelopen jaar is Adriaan Hilgersom in juli 65 jaar geworden. Dit houdt in dat hij zijn baan als fulltime koster vaarwel moet zeggen. Samen met het kerkbestuur is besloten om nog tot 1 januari 2004 zijn werk voort te zetten, omdat hij dan op die dag zijn 35 jarig jubileum viert als koster van de Laurentiuskerk in Stompwijk. In een oude Dorpsketting van december 1968 vond ik de vacature voor het kostersschap. Er werd iemand gezocht, die o.a.
* assisteert bij liturgische diensten
* kerk schoonmaakt en zorgt voor de nodige versieringen
* kerkelijke aanwezige kunstschatten beheert
* kerkhof, bos en pastorietuin onderhoudt
* graven schudt en delft en zerken onderhoudt
* uitvaarten verzorgt
* contacten onderhoudt met leveranciers van hosties, kaarsen, miswijn, bloemen en drukwerk
* bereid is ook onvoorziene werkzaamheden te verrichten
In de persoon van Adriaan werd toen een nieuwe koster gevonden. Mij maakte het nieuwsgierig hoe hij indertijd ertoe gekomen om deze baan aan te nemen.

In den beginne…..
Onder het genot van een kopje koffie heb ik deze vraag aan hem gesteld en begint hij te vertellen. Evenals enkele van zijn broers in die tijd kwam hij van de lagere school af om te helpen in de mesthandel van zijn vader. De mest werd vanuit de schuit, die bij het Blesse Paard in de vaart lag, via de vrachtwagen vervoerd naar elders het land in. Broer Jan zat niet in de mesthandel. Hij was koster van de Laurentiuskerk. Omdat hij plannen had om een eigen zaak te starten behaalde hij in de avonduren de benodigde diploma’s. Met ingang van 1 januari 1969 opende Jan een sigarenwinkel in Voorburg en zegde toen zijn baan als koster vaarwel. En omdat de mesthandel in die tijd niet zo best meer liep besloot Adriaan, in overleg met zijn vrouw Ria, om op de baan als koster te solliciteren en werd aangenomen.

Verhuizen
Door menigeen werd hij voor gek verklaard. Hij moest immers zijn mooie huis aan de Dr. van Noortstraat verruilen voor de oude kosterswoning naast de kerk. Dit voormalig koetshuis was in verouderde staat, maar werd nu o.a. voorzien van een nieuwe vloer. De aanwezige garagedeuren in het pand waren in de tijd van pastoor Koning oranje geverfd. Dat was n.l. de kleur van Volendam, waar de pastoor vandaan kwam. Pastoor Koning was inmiddels door pastoor Paap opgevolgd. Deze gaf opdracht aan Toon van Maren om het hele pand van nieuwe verf te voorzien, de oranje deuren bruin te verven, en binnen de boel te behangen. De huur van het huisje ging toen fl. 30,00 in de maand bedragen, zo werd overeengekomen. Geen hoog bedrag, maar het restant van de huur werd verwerkt in het salaris van de koster, wat dus ook niet al te hoog was.

Een paradijsje
Zelf ging Adriaan wonen, zoals hij het nu noemt, in een paradijsje. In de pastorietuin, achter het kerkhof, stonden 3 kleine schuurtjes. In één ervan stond de auto van de pastoor, één was voor de opslag van materiaal en in de ander hield hij wat kalfjes. Er werd een kippenhok gebouwd, groente verbouwd in de moestuin en er werden, omdat de hele pastorietuin met de hand maaien ondoenlijk was, een paar geiten aangeschaft. Via pastoor Groenewegen van de Nicolaaskerk in Zoetermeer kwam er ook nog een hond bij, Bassie genaamd. De pastoor ging in Zoetermeer de parochie verlaten en kon de hond niet meenemen. Dus ging Bassie met Adriaan mee. Fijne jaren ging het gezin tegemoet. En toen in dit huis in juli 1969 het derde kindje, zoon Maurice, werd geboren, was het geluk compleet.

Aanvang van de werkzaamheden
Op 1 januari 1969 begon Adriaan in zijn nieuwe baan als koster. Er werd mondeling het één en ander uitgelegd, daarna kon hij beginnen. Kort na zijn aanstelling kreeg hij al te maken met enkele overle denen. Ook tot zijn taken behoorden het afleggen van de overledenen, de begrafenis regelen, kaarten laten drukken en alles wat erbij hoort. En daar sta je dan. Broer Jan kwam even in het kort vertellen hoe je een graf graaft. Of, zoals bij de eerste begrafenis (een bijzetting in een bestaand graf), hoe je de steen verwijdert. Rolletjes onder de steen, plankje op de rolletjes en schuiven maar met die steen van 300 kilo. Jan moest snel terug naar zijn sigarenwinkel en Adriaan bleef achter. Met deze korte uitleg en op eigen gevoel heeft hij het delven en graven zich eigen gemaakt. Het is precisiewerk, de graven liggen op ons kerkhof dicht naast elkaar. Het werken met de schop was geen probleem voor hem, dit had hij vaak genoeg gedaan in de mesthandel. Zelfs nu nog graaft hij de graven met de hand, een klein graafmachientje komt er niet aan te pas. Wel weet hij zich nog te herinneren dat hij in die eerste maan den van zijn nieuwe baan 5 kilo was afgevallen. Alle werkzaamheden waren vreemd en soms bij nacht en ontij moest hij er opuit. En dat was zeker wel even wennen.

Drukke tijden
Drukke tijden waren het in de jaren ‘70, zowel voor de pastores als de koster. Van maandag t/m vrijdag was er ’s morgens om 8.00 uur en ’s avonds om 19.30 uur een eucharistieviering. Zaterdagavond was in die tijd de eucharistieviering ook om 19.30 uur, zodat de boeren eerst nog konden melken voordat ze ter kerke gingen. Op zondagochtend was er om 8.00 uur en om 10.30 uur een dienst en op zondagavond om 18.00 uur nog één. Een heel verschil met tegenwoordig, één viering op woensdagochtend, één op zaterdagavond en één op zondagochtend. Terwijl nu zelfs één van deze vieringen soms niet eens doorgaat om de meest uiteenlopende redenen. Toen Adriaan met zijn werkzaamheden begon had de parochie de beschikking over een pastoor, Paap, en een pater, Albertse, terwijl tegenwoordig niet eens meer elke parochie een eigen geestelijke heeft. Ook wordt het steeds moeilijker om een voorganger te vinden voor een viering. Woord en communieviering zijn nu in alle parochies gewoon, iets wat in de jaren ‘60 ‘70 ondenkbaar was, een leek op het altaar.

Vakantie
Vakantie kende Adriaan in die tijd niet. Het werk moest gedaan worden, vervanging was er in die tijd niet. Voor het eerst in 1977 werd eraan gedacht om met de kinderen een paar dagen weg te gaan naar een huisje in Beekbergen. Dit beviel zo goed, dat besloten werd om in 1979 een week weg te gaan. Frans Jansen werd bereid gevonden om het e.e.a. waar te nemen. Elke dag werd even met moeder Jansen gebeld of alles nog in orde was in de parochie.
Adriaan komt uit een echte schippersfamilie. Het bloed kroop ook bij hem waar het niet gaan kan en in 1980 kocht Adriaan zijn eigen (plezier)boot. De tijd was aangebroken voor een jaarlijkse vakantie met vrouw en kinderen. De brommer ging achter op de boot mee, want als er iemand overleden was, moest hij toch weer naar huis kunnen om de zaken te gaan regelen, wat dan ook menigmaal gebeurde.

Donkere wolken
Inmiddels waren er de nodige problemen gerezen in het gezin. Ria bleek hartpatiënte te zijn en bij 2 van de kinderen, de zonen Arno en Maurice, was een erfelijke spierziekte geconstateerd, wat hen uiteindelijk deed belanden in een rolstoel. Het oude huisje wat ze bewoonden was zeer vochtig. Dit deed de ziekte van de kinderen zeker geen goed. Het gezin was dan ook aan de ene kant blij dat ze in 1980 konden verhuizen naar de (nieuwgebouwde) rolstoelwoning aan de Akkermunt, maar aan de andere kant verhuisden ze met weemoed van de plek, waar ze zo fijn gewoond hadden. Vervelende bijkomstigheid was echter dat de huur omhoog ging van fl. 30,00 voor het oude huisje naar fl. 800,00 naar het nieuwe huis. Het salaris van Adriaan, toentertijd laag gehouden omdat er een gedeelte van de huur in verwerkt was, bleef echter hetzelfde…(!) Lang heeft de vreugde van het nieuwe huis niet geduurd. In oktober 1985 scheen nog even de zon voor het gezin, toen dochter Jolanda ging trouwen. Gelukkig voor Jolanda heeft Ria dit nog mee kunnen maken, want op 1 februari 1986 overleed Ria vrij plotseling op 49 jarige leeftijd. Adriaan bleef toen achter met 2 gehandicapte zonen en een dochter, die inmiddels de deur uit was. Korte tijd na het overlijden van Ria kreeg Adriaan kennis aan Truus van Werkhoven uit Voorhout en zij was bereid om met hem de zorg van zijn kinderen op zich te nemen. In maart 1987 overleed Maurice op 17 jarige leeftijd en in juli 1988 overleed Arno op 21 jarige leeftijd. En Adriaan moest zijn huis aan de Akkermunt uit, om plaats te maken voor een andere rolstoelgebruiker.

Jammer
Adriaan verhuisde naar Voorhout, naar de woning van Truus, in afwachting van een ander huis in Stompwijk. In de parochie was inmiddels ook het een en ander veranderd. Pater Albertse was inmiddels vertrokken naar Rhoon, omdat hij met emeritaat ging en in 1982 was pastoor Paap opge volgd door pastoor de Jong, die zijn intrek had genomen in de pastorie. Het inmiddels leegstaande kostershuisje was klaargemaakt voor pastoor Paap, waar hij nog tot zijn dood in 1986 heeft gewoond. Nadat hij was overleden is het huisje nog enkele malen kort verhuurd geweest aan mensen, die tijdelijke woonruimte zochten.
Op een ochtend, komend op de brommer vanuit Voorhout om zijn werk te doen, stond er een bordje in de tuin bij de oude kosterswoning. Het huisje werd te koop aangeboden. Bij navraag diezelfde ochtend bleek dat het huisje al verkocht was. Tot op de dag van vandaag vindt Adriaan het nog steeds jammer dat het hem niet gegund was het oude kostershuisje te kopen. Korte tijd later kregen Adriaan en Truus een woning aangeboden in het Hoefblad, waar ze nu al weer heel wat jaren wonen.

Onregelmatige tijden
Met een baan als koster ben je altijd op de meest onmogelijke tijden aan het werk. Elke dag moet je de toren in om de gewichten van het uurwerk en het slagwerk van de torenklok omhoog te halen. In de meeste parochies, ja zelfs in Zoeterwoude, gebeurt dit al jaren automatisch. Even de adventskrans op zijn plaats hangen of een lamp vervangen in de nok kost je bijna een ochtend als je dit alleen moet doen. Je moet over het dak buitenom, of over de gewelven binnenin moet kruipen om bij te komen het luikje te komen. Daarna de lamp laten zakken, beneden een bolletje indraaien en weer naar boven om de lamp op te hijsen. Gezellig de kerstdagen met gezin of familie doorbrengen is er niet bij. Op kerst avond (zeg maar gerust middag) moet je al vroeg in de kerk aanwezig zijn. Als de parochiaan na afloop van de viering gezellig thuis naar de koffiepot gaat, moet je als koster de boel opruimen van de vorige viering, snel koffiezetten voor de aanwezige pastoor, geld tellen, voorbereidingen treffen voor de volgende viering en hopen dat je voor de aanvang van deze viering zelf nog even een kop koffie achterover kan slaan. De kerstavond van een koster begint dan ook pas gemiddeld om 1 uur ’s nachts. De volgende ochtend, op 1e kerstdag, beginnen de werkzaamheden al weer vroeg, dus uitslapen is er niet bij. De rol van de kostersvrouw is ook niet te onderschatten, zij is het hele jaar aanwezig ter ondersteuning voor de meest uiteenlopende zaken. En wat te denken van oudejaarsavond. Als u en ik met de champagne in de hand wachten op het nieuwe jaar staan Adriaan en Truus “gezellig” te wachten in de koude sacristie om de klok te luiden om 0.00 uur. Want zegt u nou zelf, een nieuw jaar beginnen zonder klokgelui is toch geen goed begin? Staat u er wel eens bij stil hoe hij in de winter bij strenge vorst even een graf graaft? Of, zoals in de zomer, dat hij ’s morgens om 5 uur al begint te graven, omdat het in de middag te heet is bij 30 graden! En als u ’s avonds om 8 uur in het najaar een brommend geluid uit de pastorietuin hoort, dan sjeest Adriaan op zijn door hemzelf aangeschafte grasmaaier voorbij. De ochtenden zijn dan te nat om te maaien, dus gebeurt dat ’s avonds.

Altijd aanwezig
Als koster ben je altijd in of rond de kerk aanwezig, want er is verschrikkelijk veel werk. Zelf heb ik de indruk dat dit door menigeen wordt onderschat. Een uitspraak van pastoor Ammerlaam behoeft dan ook geen nadere uitleg: “de koster leeft met ons mee van de wieg tot het graf”. In de loop der jaren heeft Adriaan te maken gehad met diverse pastoors, pastors, lekenvoorgangers, paters, invalpastoors, noem maar op. Daarbij moet worden opgemerkt dat elke voorganger zijn eigen wensen heeft over een dienst of bepaalde gang van zaken. Je hebt daar toch wel enkele flexibiliteit voor nodig. Nooit zal je hem daarover horen klagen. Ondanks dat hij, zowel privé als in zijn werk het nodige heeft meegemaakt, heeft hij altijd een positieve instelling gehouden. Adriaan is iemand, die veelal op de achtergrond aanwezig is en zorgt dat alles op rolletjes verloopt. Hij kan ontzettend genieten van de meest simpele dingen in het leven. Zo kan hij smakelijk vertellen over hetgeen hij meemaakt, of bijvoorbeeld gegeten heeft. Of hij nu zijn eerste sperzieboontjes uit de tuin eet, of een aanzit bij een diner, zoals hij het vertelt beleeft hij het nog een keer en eet je als het ware gewoon met hem mee.

Rustiger aan
Enige jaren geleden hebben Adriaan en Truus besloten om de verzorging van de uitvaarten uit handen te geven aan Cees Onderwater. Ze vonden dat de tijd aangebroken was, om het wat rustiger aan te gaan doen. Op oudejaarsavond is Adriaan voor het laatst in dienst als fulltime koster.Vanaf 1 januari a.s. blijft hij op verzoek van het kerkbestuur voorlopig nog aanwezig en wordt hij deeltijdkoster. Het is de bedoeling dat hij dan nog maar halve dagen gaat werken en 2 vrije weekenden in de maand heeft. Samen met 3 andere vrijwilligers is er een kostersgroep gevormd, waarvan hij de supervisie krijgt. Deze toekomstige kosters hebben inmiddels een kosterscursus gevolgd. Ook hebben zij ter onder steuning nog een kostersboek tot hun beschikking, waarin de werkzaamheden staan beschreven. Wat een luxe nu, in vergelijking met de tijd dat Adriaan aan zijn baan begon. Toch zullen deze vrijwilligers meer hebben aan de rijke ervaringen en de schat aan kennis van Adriaan en zullen ze zijn advies en begeleiding hard nodig hebben. Want koster wordt je niet zomaar of toevallig. Met kostersbloed word je volgens mij geboren. Anders kun je je nooit zo met hart en ziel inzetten voor de gemeenschap, de kerk, de natuur, voor alles en iedereen. Want dat is wat Adriaan doet, al 35 jaar.

Bea Olyhoek

Waar wordt het DK bestuur gelukkig van?

Waar wordt het bestuur van de Dorpsketting gelukkig van?

50 Keer per jaar op dinsdag stroomt er een gevoel van geluk en trots door ons heen als de Dorpsketting op de deurmat valt: Het is de redactie weer gelukt een fraaie editie in elkaar te zetten! Iedere keer weer weten ze ons te verassen met nieuwe rubrieken, leuke interviews met bijzondere dorpsgenoten of een speciale ketting zoals enkele weken terug de ‘Prinsesseketting’ na de geboorte van prinses Amalia. Fijn vinden we het dat de redactie zich lijkt thuis te voelen in hun nieuwe onderkomen in de pastorie; het blijkt een inspirerende omgeving en dat zij dit jaar versterking kreeg van Thea.
Jacintha, Marga, Petra, Thea, Bea, Leo en Ans, bedankt voor al het werk dat jullie als vrijwilligers hebben verzet in 2003, daar wordt een heel dorp gelukkig door! En natuurlijk ook een woord van dank aan Marja en de dames Luk, want pas als zij de bladzijden hebben gevouwen en in elkaar geniet is het een echte Dorpsketting!

Bestuur van de Dorpsketting.

Luiten Wild eervol vermeld

LUITEN FOOD EERVOL VERMELD BIJ LATIN AMERICA TRADE AWARD

Luiten Food keeg op 27 november een eervolle vermelding bij de uitreiking van de tweejaarlijkse Latin America Trade Award. Deze prijs valt ten deel aan Nederlandse bedrijven die zich onderscheiden in het zaken doen met Latijns Ámerika. Meer dan 200 bedrijven namen aan het evenement deel. Luiten Food sleepte dus een eervolle vermelding in de wacht. Een felicitatie waard!

Verdwenen

Wie heeft op 21 november mijn werphengel met kunstaas meegenomen van de brug op de Dr. van Noortstraat 119?

Gaarne terugbezorgen of bellen 071 5802690 of 06 10195962
Bij voorbaat dank,
Piet Reichholdt.

Op bezoek bij Jaap Olsthoorn

Jaap staat al lang op mijn verlanglijstje om eens een babbeltje mee te maken. En dit is de beste tijd van het jaar om verlanglijstjes in vervulling te laten gaan.

Jaap (18 03 1918, dus 85 jaar) woont nog op de ouderlijke woning op de Meer en Geerweg waar hij is geboren in een gezin met 6 jongens en 2 meiden. Toen Jaap ging trouwen met Bep van Veen is hij ingetrouwd en in het voorhuis gaan wonen. Naast de boerderij hadden ze vroeger ook een tuinderij. De kassen werden op dieselolie gestookt, omdat er geen gas was in het buitengebied. Dus alles werd in de tuinbouw gestookt met dieselolie dat door de jaren heen flink in prijs gestegen was. Jaap kan zich de tijd nog heugen dat een ton dieselolie slechts f. 52,00 kostte, waar hij vele jaren later net zo makkelijk f. 500,00 voor betaalde. Het gas is er pas sinds pakweg 8 jaar. Ze verbouwden in kassen groenten, sla, tomaten e.d.

Jaap en Bep kregen drie kinderen Nel, Ria en Cees. Cees runt nu het bedrijf en de boerderij is langzaam maar zeker omgebouwd van koeienveehouderij naar paardenliefhebberij. Door de hogere kosten, milieueisen, melkquotum e.d. is de overstap gemaakt. Nu wordt er pension geboden aan 65 paarden. Zelf hebben ze natuurlijk ook paarden, want dat Jaap daar gek op is moge duidelijk zijn, want als ik na de hartelijke ontvangst aan tafel zit, hangen daarboven heel veel foto’s ingelijst. Veel actiefoto’s op de baan, maar ook poserend naast juweeltjes van door de jaren heen.

In 1934 kwam de eerste harddraver het erf op en de ouderen onder ons kennen allemaal de bekendste uit de stal Olsthoorn, David O, nog wel. David O deed zijn krachttraining tijdens het werk op het land bij het maaien en hooien. De snelheid was hem eigen en hij heeft prijzen in de wacht gesleept. Jaap is op dat moment pikeur geworden en dat is hij nog. Paarden zijn zijn lust en zijn leven. Tegenwoordig moet je een opleiding volgen, maar vroeger stapje je er gewoon op.

In 1988 moest hij op zijn 70ste stoppen met het renbaanwerk. Neemt niet weg dat hij bijna elke zondag nog op de renbaan te vinden is waar de eigen dravers Rythm Triton en Soulmate Triton regelmatig de benen strekken met zoon Cees op de sulky. Als de paarden moeten lopen is Jaap er gewoon bij, ongeacht in welk deel van het land of zelfs over de grens in Duitsland. De paarden blijven in vorm en Jaap er bij, want elke dag staat Jaap vroeg op om de paarden te poetsen. De paarden moeten naar buiten om uit te rijden en los te rijden. Hij houdt zich alleen bezig met de eigen koerspaarden, die worden elke dag getraind. Dus inspannen, warm lopen en trainen. Twee dagen per week worden de dravers op snelheid getraind door zoon Cees, kleindochter Cathy en (kind aan huis) Jessica.. En Jaap op zijn beurt rijdt ze uit. Daarna worden de paarden gewassen en krijgen ze een zweetdeken om. Weer of geen weer, het maakt Jaap niet uit. Hij kleedt zich goed warm aan en door in beweging te blijven, blijft hij warm. Dan moet ook het hooi klaargezet worden, tuigenkamer schoonmaken en boxen opstruien. Lekker bezig blijven en doorgaan met ademen, is het advies van Jaap.

Hij is door de jaren heen regelmatig gehuldigd en in november werd er op Duindigt gereden op de dag van oud pikeurs om de Jaap Olsthoornprijs. Er is een artikel aan hem gewijd in de Draf en Rensport van de maand november. Op de kleurenfoto staat een stralende Jaap bij de winnaar, in gezelschap van zijn zoon Cees en kleindochter Cathy en Jessica. Coryfeeën zoals Dooyeweerd en de Vlieger zijn op zulke dagen natuurlijk ook van de partij.

Jaap laat mij het erf zien dat vol staat met stallen, gevuld met kanjers van paarden. Hij showt draver Soulmate Triton en Rythm Triton en laat mij zelfs het heilige der heilige zien. Een loods waar Jaap zijn werkruimte heeft. Van top tot teen gevuld met allerlei materialen, tuigen, hoefijzers, touwtjes, gereedschap. Verschillende soorten hoefijzers worden getoond, we hebben het over rotstralen, waar ik altijd een andere betekenis aan gegeven heb. Het schijnt iets te maken hebben met het staan van de paarden in de bijtende urine, dat in de hoef gangen maakt. Hoeven die aangepast zijn waardoor ze aan de voorkant wat lager zijn en het paard iets naar voren overhelt en hierdoor meer gang maakt. Het ruikt er heerlijk naar ingevet leer. Ik bewonder de twee buitenbakken, de binnenbak met lekkere warme kantine die zicht biedt op de binnen en buitenbak. De renbaan in het land er achter. Overal op het erf zie ik slaperige poezen in het hooi liggen of achter Jaap aandrentelen. Maar als Jaap richting huis loopt zijn ze wakker en komen er minimaal 5 katten achter hem. Ze strijken langs zijn benen en vragen om aandacht of om melk. Ze blijven hierop buiten netjes wachten.
Weer terug naar huis fietsend, denk ik dat ik ook wel op die manier oud wil worden. Zelfstandig blijven wonen, actief kunnen blijven en lekker met beesten in de weer zijn. Wat wil een mens nog meer?

Petra Oliehoek van Es

Kerstgedicht

Een ster, het grote licht
Soms zie je ’t niet, je ogen zitten dicht
Een sprankje hoop, een beetje geloof
Je merkt het niet, je lijkt wel doof
Je voelt je eenzaam, je hebt verdriet
Je denkt dat niemand dit ziet.

Soms pijn, door een ander aangedaan
Een opmerking, een brief zomaar in je bus gedaan
Verdriet door de dood, heel onverwacht
Iets wat niemand had verwacht
Angst, door de artsen met een rot bericht
Wie ziet er dan nog het grote licht?

Maar dan toch, ook al is het ver
Komt er een lichtje, de ster
Een glimlach, een arm om je heen
Je voelt het, je staat niet alleen!

Aan wie wil ik een ster uitdelen?
Ik noem geen namen, het zijn er velen!

Neli Dapper