Stompwijk is vitaler dan ooit tevoren

Welke conclusies kunnen we trekken uit de vorige week gepresenteerde resultaten van het onderzoek naar de woningbehoefte in ons dorp? De Adviesraad gaat zich de komende weken hierover buigen. Ik geef de leden alvast het volgende mee en ontvang graag een reactie.

1. Op de vaak gehoorde bewering dat Stompwijk flink moet bouwen wil het dorp vitaal en leefbaar blijven valt wel wat af te dingen.
Om supermarkt, school, verenigingen, de dokter etc. overeind te houden heeft het dorp op dit moment slechts 29 woningen tekort. Dat aantal wordt met de bouwplannen die momenteel worden uitgevoerd of in de planning zitten (o.a. Fontein, Zustersdijk, Van Santhorststraat, bij elkaar zo’n 50 woningen) al ruimschoots gehaald. Na realisatie van deze plannen zouden we in 2040 maar 63 woningen tekort komen.

Bij alle onzekerheden over de toekomst is dit uiteraard een slag in de lucht. We hebben 15 jaar de tijd om te bepalen wat het dorp dan nodig heeft.
Met 967 woningen zitten we in elk geval ver boven de kritische ondergrens voor voorzieningen (800 woningen).

2. Uit het onderzoek blijkt dat Stompwijk vitaler is dan dorpen met een vergelijkbaar aantal inwoners. Qua economische bedrijvigheid en werkgelegenheid scoren wij beduidend beter. Veel dorpen van een vergelijkbare omvang hebben geen eigen huisartsenpraktijk, sporthal of jongerencontact. Op deze punten doet Stompwijk het dus uitstekend. De gemeente heeft ons in de afgelopen decennia blijkbaar goed verzorgd. Het negatieve beeld dat we elkaar aanpraten – als zou Stompwijk in verval zijn en door de gemeente achtergesteld worden – klopt niet met de werkelijkheid.

Als de supermarkt een probleem zou krijgen met de exploitatie komt dat meer door de lage bereidheid onder de bevolking bij hun eigen suup boodschappen te doen dan door het gebrek aan woningen. Boon’s Dagmarkt loopt klanten mis doordat zijn producten fors aan de prijs zijn. Een pak Gwoon-koffie van een half pond bijvoorbeeld kost er € 4,59. Bij Hoogvliet betaal je voor een pak van een pond van hetzelfde merk € 4,69, bijna de helft minder dus. Begrijpelijk dat veel bewoners hun boodschappen liever in Zoetermeer of Leidschendam halen of door de Albert Heyn-kar aan huis laten bezorgen.  

Voor de school geldt dat er een uitstekende regeling is voor de ondersteuning van dorpsscholen met een beperkt aantal leerlingen. Pas als een school onder de 30 leerlingen komt, wordt het lastig. Maar de Maerten van den Veldeschool zit heel ver boven die ondergrens.

Ook de verenigingen hoeven zich in principe geen zorgen te maken over ‘draagvlak’. Stompwijk telt meer inwoners dan ooit tevoren (2355); de bevolking groeide het afgelopen jaar met 40 personen. Als het ledental krimpt, heeft dat meer te maken met het feit dat Nederlanders in het algemeen niet meer zo gauw lid worden van een vereniging dan met een gebrek aan inwoners.

3. De eveneens veelgehoorde bewering dat er in Stompwijk schreeuwend behoefte is aan seniorenwoningen omdat ouderen graag willen verhuizen naar een kleinere woning (waardoor woonruimte beschikbaar zou komen voor jonge gezinnen), klopt ook al niet. Uit het onderzoek blijkt dat slechts 6 procent van de Stompwijkse ouderen wil verhuizen. Daarbij komt dat hun woningen over het algemeen dure koopwoningen zijn die jonge gezinnen sowieso niet

kunnen betalen. Dat wil echter niet zeggen dat de jongere generaties in Stompwijk qua woonruimte niet aan de bak komen: veruit het grootste deel van de dorpsbevolking is tussen de 0 en 45 jaar. Jong tot relatief jong dus.

4. De onderzoekers hebben verder becijferd dat met de bouw van 188 woningen onze voorzieningen in 2040 ‘maximaal ondersteund’ zouden worden. Maar ‘maximaal’ is gegeven de statistische realiteit zoals hierboven weergegeven helemaal niet nodig. Bovendien houdt ‘maximaal’ momenteel in dat de Westeinderpolder bebouwd zou worden. Gezien de 265.000 woningen die er in Zuid-Holland de komende jaren nog bij zullen komen is dat niet alleen onnodig, maar ook ongewenst en onverantwoord. Daarover een volgende keer meer.

Jos Teunissen,
deelnemer overleg met de gemeente over de Omgevingsvisie