Muizenissen

Toen ik vernomen had dat Kees van Kooten lijstduwer geworden was van de Partij voor de Dieren, krabde ik mijzelf eens flink achter de oren. Ooit had ik die man erg hoog zitten maar sinds ik dit weet is hij in mijn ogen behoorlijk naar beneden gevallen. Doet hij het om op te vallen of is het uit ontevredenheid? Steeds meer mensen zijn ontevreden en hebben niets meer te wensen over en gaan dan uit verveling rare dingen doen. Een topmanager geeft men een bonus van zes miljoen en dan vraag ik me af hoe hij dat ooit zou moeten opmaken want je kan maar in één huis wonen, in één auto rijden en in één zwembad tegelijk zwemmen. Een partij voor de dieren schiet alle logica voorbij, is het toppunt, of beter gezegd, het dieptepunt van welvaart. Dat dieren min of meer gelijk gesteld worden met mensen laat heel duidelijk zien dat het goed mis is in onze maatschappij. Het lijkt er ondertussen op dat we meer om dieren moeten geven dan om mensen. Er zijn mensen die gewoon wegkwijnen van eenzaamheid maar zodra er een eend in nood is verdringen we ons en lopen we over van medelijden. Hoe komt dat toch? Volgens mij doordat we in een maatschappij leven waarin je alleen nog maar met jezelf bezig moet zijn. Egoïsme is de norm. Daar krijg je korte lontjes van en explodeer je bij het minste geringste. We geven eerst een grote bek en daarna gaan we pas relativeren; euh..ja, zo had ik het niet bedoeld. Een fietser die zich door een storm fietst voorrang geven of iemand voor laten gaan in de rij bij de kassa is een kleine opgave maar een ó zo groot probleem voor sommigen. Of wanneer het buffet geopend wordt met prachtige en heerlijke culinaire creaties weten we niet hoe snel we moeten rennen en torenhoog op scheppen om maar niet de hond in de pot te vinden. Het is toch ook veel gemakkelijker om een vrijwilliger af te zeiken die elke week zijn vrije zaterdag of zondag opoffert voor de sportclub… Geen wonder dat ze bijna niet meer te vinden zijn. Daarnaast worden we gevoed door angst voor mensen die er óf anders uitzien óf een andere levensstijl op na houden. In plaats van open te staan voor deze mensen om ze daadwerkelijk te leren kennen draaien we ons het liefste om of wenden ons hoofd af. Of we wijzen ze na, dat is nog makkelijker. Want ze horen niet bij onze ‘soort’. In de jaren vijftig, zestig kwam de ontzuiling maar het lijkt erop dat we inmiddels weer flink aan het verzuilen zijn. Met de Partij voor de Dieren is er weer een zuil bijgekomen. Let wel, ik ben tegen dierenmishandeling. Zou zelfs geld geven aan instanties die vechten voor betere leefomstandigheden van dieren. Als ik mijn kinderen stenen zie gooien naar een voorbij zwemmende zwaan of ze trekken een voor een de poten uit het lijf van een vlieg dan hebben zij een heel groot probleem. En mensen die zich vergrijpen aan een geit, paard of hond moeten ze ophangen aan de hoogste boom, en dan het liefst aan hun ….juist! Maar om daar nu een politieke partij voor op te richten vind ik een stap te ver gaan. Bijna elke politieke partij houdt zich wel bezig met het dierenrijk en dat is genoeg. Laten we niet hypocriet worden. We blijven immers dat stukkie vlees of vis eten omdat het zo lekker is.
Arjen Veldhuizen