Categorie archieven: vlietnieuws

Spoelgaten Stompwijkseweg gedicht

De spoelgaten in het wegdek van de Stompwijkseweg aan de kant van de Stompwijksevaart zijn gedicht. Dat heeft wethouder Astrid van Eekelen bekend gemaakt. De kosten van de werkzaamheden wil de gemeente verhalen op BAM Infra, het bedrijf dat de hele weg in 2018 opnieuw vorm gaf en in 2020 nog de nodige reparaties uitvoerde. Inmiddels is de weg in gemeentelijk beheer. Her en der is het wegdek opnieuw verzakt. Bij de werken in 2018 werd de hele weg voorzien van een nieuw wegdek. Aan de waterkant werden nieuwe ankers voor de oeverbescherming aangebracht. Volgens de wethouder wordt ook met BAM besproken hoe de andere mankementen aan de weg verholpen kunnen worden. Die gesprekken lopen al vele maanden. BAM Infra acht zich niet verantwoordelijk en wil ook niet betalen voor werkzaamheden die de gemeente door andere aannemers aan de weg heeft laten uitvoeren.

Sloop/nieuwbouw Eetcafé De Hoge Brug

Bij de gemeente is vergunning gevraagd door sloop/nieuwbouw op de plek van Eetcafé De Hoge Brug, Dr. van Noortstraat 192-194. Bij de nieuwbouw wordt ook nummer 196 betrokken. Ter plekke moet een L-vormig gebouw komen. Het hoofdgebouw, evenwijdig aan het water, krijgt beneden horeca met twee woningen er boven (eerste etage en kap). Het geheel wordt 9 meter hoog. Aan de straatkant komt een opengewerkt balkon. Vanaf het hoofdgebouw komt er een dwarsverbinding naar de plek waar nu nog het pand 196 staat. Dat wordt een berging/garage. Op eigen terrein komen er verder twee parkeerplaatsen. Langs het water een terras. Het vloeroppervlak wordt 168,5 vierkante meter, zo’n 15 vierkante meter minder dan de huidige bouwsels.

Bouw van Santhorststraat vertraagd

Door toedoen van de Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) is de start van woningbouw aan de van Santhorststraat 3 vertraagd. Er wordt nu op gemikt om voor 1 mei 2025 te starten. Dat blijkt uit een bericht van de provincie.

De gemeente had bij de provincie subsidie aangevraagd voor de bouw van sociale woningen. Dat gebeurde al in 2021. Om subsidie te kunnen krijgen moet binnen twee jaar na de aanvraag met de bouw gestart zijn.

Het bestaande gebouw moest gesloopt worden. De sloopmelding met daarbij de beoordeling voor flora & fauna is in het voorjaar 2023 ingediend. Beoordeling door ODH is zwaar vertraagd. Dit valt buiten de macht van de gemeente en is een onvoorziene omstandigheid.

Na goedkeuring van de sloopmelding is de sloop van de werkzaamheden aanbesteed. Inmiddels is het pand van alle nutsvoorzieningen afgesloten en is aanwezige asbest gesaneerd. Zonder vertraging van de goedkeuring van de ODH hadden de werkzaamheden in augustus 2023 voltooid kunnen zijn.

Daarnaast liep de haalbaarheidsstudie voor dit bouwplan stagnatie op door bouwprijsontwikkelingen. Door het bouwplan nu onderdeel te laten uitmaken van de Bouwstroom Haaglanden verwacht woningcorporatie Vidomes met de verleende subsidie tot een financieel-economisch haalbaar project te komen.

Feitelijk is sprake van een stagnatie van ruim anderhalf jaar. Op basis van een herziene planning zal voor eind mei 2025 gestart worden met de bouw. De gemeente heeft de provincie nu gevraagd de termijn voor het verkrijgen van de subsidie op te rekken tot 1 juni 2025. De provincie heeft daarmee ingestemd.

De koers en keuzes voor Stompwijk

B&W hebben een ‘koersnotitie’ voor de Omgevingsvisie vrijgegeven. Het hoofdstuk Stompwijk en landelijk gebied luidt als volgt:

‘Stompwijk is een dorpse kern. De schaal, aard en dynamiek is heel anders dan in Voorburg en Leidschendam. Maar ook voor Stompwijk is het zaak te groeien en ruimte te scheppen voor nieuwe woningen. Naast de behoefte aan woningen voor de inwoners van Stompwijk is dit ook essentieel voor het voorzieningenniveau en daarmee het waarborgen van de leefbaarheid en de vitaliteit van het dorp. In Stompwijk zien we drie denkrichtingen voor mogelijke ontwikkellocaties om deze woningen te realiseren: inbreidingslocaties langs het lint en in de kern, nieuwbouw in een deel van de Westeinderpolder en transformatie van het sportveld. Op basis van nader onderzoek maken we een keuze of en welke ontwikkellocatie geschikt is. Daarnaast spelen de ruimtelijke inpasbaarheid en de mogelijkheden voor ‘Stompwijks bouwen’ een rol en zijn bodem en water belangrijke aspecten. Samen met het vitaliteitsonderzoek dat aangeeft hoeveel  woningen en wat voor soort woningen er nodig zijn zal dit de basis voor de keuze van de mogelijke ontwikkellocatie vormen.

Ook in Stompwijk laten we alle perspectieven in samenhang tot uiting komen bij ontwikkellocaties. Met de ontwikkellocaties maken we immers nieuwe omgevingen die we naar onze huidige inzichten in kunnen richten. Om dit te waarborgen kan de omgevingsvisie een kwaliteitsleidraad geven voor ontwikkellocaties. Een set van richtlijnen voor de hoeveelheid groen (3-30-300 richtlijn, waarbij we het buitengebied als park beschouwen), klimaatadaptief en natuurinclusief en met een zo laag mogelijke milieu-impact bouwen, het mobiliteitsconcept, het aandeel aan maatschappelijke of economische voorzieningen, het omgaan met erfgoed en de ruimtelijke inpasbaarheid in de omgeving zoals Stompwijks bouwen.

Het dorp is een gevarieerd gebied waar dan ook alle perspectieven een rol spelen. We geven prioriteit aan dorps wonen als onderdeel van ons hoogwaardig verblijfsklimaat. We behouden en versterken het groen in de buurten en het contact met het landschap. Dit combineren we met ruimte voor ontmoeten en bewegen en een inrichting die bijdraagt aan klimaatadaptatie en biodiversiteit. We koesteren de historische kwaliteit van de erven en van het centrumlint en zorgen ervoor dat dit het vitale hart van het dorp blijft. Hier bewaken we het voorzieningenniveau en zorgen we voor een leefbaar en vitaal dorp met een levendig Dorpspunt. Met goede recreatieve verbindingen maken we van het centrum ook een pleisterplaats voor bezoekers. De bestaande woningvoorraad in het dorp laten we beter bijdragen aan ‘een plek voor iedereen’. We streven ernaar dat iedere woning bewoond wordt door de huishoudensvorm waar de woning geschikt voor is of geschikt voor gemaakt wordt. Dat kan betekenen dat we het gemakkelijk maken voor bewoners om naar een geschiktere woning te verhuizen binnen Stompwijk zodat bestaande woningen vrijkomen voor anderen. Maar het kan ook betekenen dat we woningen levensloopbestendig maken of splitsen. Deze omgang met de bestaande woningvoorraad combineren we met een verduurzamingslag zodat de dorpse woonomgeving duurzaam toekomstbestendig wordt.

Twee van de bedrijventerreinen van onze gemeente liggen in Stompwijk. Deze ruimte aan bedrijvigheid behouden we om economisch vitaal te blijven. We bieden daarom waar mogelijk ruimte voor groei en verduurzaming op deze terreinen. Met het behouden van de bedrijvigheid laten we ook Stompwijk een belangrijke bijdrage leveren aan het perspectief ‘economisch vitaal’ en ‘een plek voor iedereen’. De ruimte voor groei combineren we met hoge duurzaamheidsambities. We stimuleren bedrijven om over te schakelen naar een circulaire bedrijfsvoering en vergroening van het terrein en zien de grote dakoppervlakte van de bedrijven als essentiële bron voor duurzame zonne-energie.

Stompwijk is sterk dooraderd en geflankeerd door groenzones en waterverbindingen. Deze maken we beter beleefbaar om het verblijfsklimaat te versterken. Met de inrichting dragen we bij aan ruimte voor ontmoeting, bewegen, klimaatadaptatie en biodiversiteit. Zo komen er meerdere perspectieven samen in deze waardevolle te koesteren verbindingszones. Stompwijk heeft een passend voorzieningenniveau en dat houden we zo. Voor sommige niet dagelijkse voorzieningen zijn de omliggende kernen, met name Zoeterwoude, Zoetermeer, Leiden en Leidschendam van belang. De ontsluitingswegen in het dorp die voor verbinding met deze kernen zorgen maken we daarom veiliger en leefbaarder. Met de aanleg van de Veenpoldersweg hebben we hier onlangs al goede stappen in gezet. Daarbij zetten we ook in op een openbaar vervoersverbinding en een veilige en snelle fietsroute. Dit versterkt bovendien de beleving van landschap en historie. Ook zorgt versterking van de recreatievaart op de Nieuwe Vaart voor betere verbondenheid over water en verlevendiging van het historische centrum.

De koers en keuzes voor ons buitengebied

Ons landschap is van onschatbare waarde. Niet alleen voor onze gemeente, maar ook voor de hoogstedelijke regio waarvan we deel uitmaken. Het vervult een rol voor alle perspectieven en we benutten de kansen om die te combineren. We kiezen voor prioriteit aan een ‘hoogwaardig verblijfsklimaat’ en ‘economisch vitaal’. Het landschap als tegenhanger voor de stad is daarbij onmisbaar. Openheid is daarbij de belangrijkste cultuurhistorische waarde van het landschap waarvan vitale duurzame boeren de dragers blijven vormen. We houden het landschap dan ook open en plannen hier geen ontwikkellocaties of aaneengesloten bossen. Met eventuele uitzondering van een deel van de Westeinderpolder, afhankelijk van de keuze uit de drie denkrichtingen voor Stompwijk, is de Duivenvoordecorridor (Vlietvoorde) dus de laatste ontwikkellocatie in ons buitengebied geweest. We benutten het landschap ook niet voor zonneparken maar kiezen voor andere duurzaamheidsmaatregelen zoals vergroten van de biodiversiteit, ruimte bieden aan waterberging en verminderen van de uitstoot. Ook staan we welwillend tegenover collectieve bewonersinitiatieven voor opwek van windenergie en vinden we het wenselijk om deze samen te verkennen op haalbaarheid, draagvlak en behoud van landschappelijke kwaliteit. Naast het open houden van het landschap versterken we de verbinding, zowel ecologisch als recreatief, tussen de verschillende delen van dat landschap. Hierin spelen de Duivenvoordecorridor en Leidschendammerhout een sleutelrol als verbinding van de duinen naar het Groene Hart.

Het hoogwaardig verblijfsklimaat laten we samengaan met een economisch vitaal buitengebied. In het buitengebied is een zeker mate van geuroverlast als gevolg van agrarische activiteiten acceptabel. Hiervoor stellen we in de omgevingsvisie beleid vast en dit vertalen we naar de regels van het omgevingsplan. We blijven in ons buitengebied ruimte bieden aan vitale boerenbedrijven in de melkveehouderij in combinatie met verduurzaming. We streven naar extensivering in de vorm van kringlooplandbouw en bieden de boeren daarom gebiedsgericht ruimte voor nevenactiviteiten op het gebied van recreatie, natuurontwikkeling, vernatting en waterberging. Daar waar boeren zelf willen stoppen denken we mee over een andere vitale invulling. We gaan verrommeling van de erven aan de historische linten tegen en bieden (ter vervanging van bedrijvigheid) op de bestaande bebouwde erven ruimte aan nieuwe, kleinschalige werkfuncties zoals recreatieve functies, dagbesteding, vergaderen in het groen of kleinschalige landwinkels, eventueel aangevuld met een ondergeschikte woonfunctie.

We hebben een positieve grondhouding ten aanzien van initiatieven. Uiteraard zijn de mogelijkheden niet onbeperkt en zal de omgevingskwaliteit en het beperken van de verkeersaantrekkende een rol spelen in de afweging. We sturen daarom op een zorgvuldige landschappelijke en cultuurhistorische inpassing en stellen in de omgevingsvisie een kwaliteitsleidraad voor de agrarische erven op. Naast de melkveehouderij is ook de glastuinbouw belangrijk voor de economische vitaliteit. In de Meeslouwerpolder blijven we hier ruimte aan bieden, maar daar waar er zich kansen voor ruimtelijke verbetering voordoen, zetten we hierop in. Menging met overige lichte bedrijvigheid vinden we daarbij passend. Onder de voorwaarde van een goede ruimtelijke inpasbaarheid en in onderlinge afstemming met de provincie maken we herplaatsing van verkeersintensieve bedrijven van het lint en het dorp naar de Meeslouwerpolder mogelijk. Zo verbeteren we de leefbaarheid, veiligheid en ruimtelijke kwaliteit van het lint en het dorp’.

Vlietland: ‘nee’ tegen meer verblijfsrecreatie

Bezoekers van natuur- en recreatiegebied Vlietland wijzen de komst van meer voorzieningen voor verblijfsrecreatie massaal af: 93 procent zegt er ‘nee’ tegen. Dat is gebleken uit een enquête uitgevoerd door Burgerinitiatief Vlietland. Er ligt een plan om 222 recreatiewoningen in Vlietland-Noord neer te zetten.

Vlietland is vooral in trek bij inwoners van Voorschoten (40 procent), Leiden (27 procent) en Leidschendam-Voorburg (14 procent). Men komt er met name om te fietsen en te wandelen. Rust, ruimte en natuur vormen de voornaamste aantrekkingskrachten.

Op de vraag ‘wat vindt u nu niet prettig’ zei 38 procent ‘niet van toepassing’; 29 procent noemde ‘tekorten’ zoals de inrichting en de drukte; 13 procent noemde de nabijgelegen A4.

Indien er meer recreatievoorzieningen in Vlietland komen, vertrekt 45 procent van de huidige bezoekers naar elders; met name Meijendel, de Horsten (Wassenaar) en Cronesteyn Park (Leiden).

Op de vraag welke activiteiten Vlietland nog aantrekkelijker zouden kunnen maken stelt 60 procent ‘niets’. Bij de 40 procent die wel positief antwoordt worden genoemd: parcoursen voor hardlopen/fitness/skaten/skeeleren, voorzieningen voor balsporten, golfbaan, kinderboerderij, tuinen, picknickplaatsen, toiletten.

Meer toezicht en handhaving worden ook genoemd net als een verbod op motorboten, planten van meer bomen en bos alsmede een beter  natuurbeheer.

Vlietland: Politieke steun alternatief bouwplan

Gemeenteraadsleden van GroenLinks, PvdA, CDA, SP en D66 hebben hun verbale steun betuigd aan een alternatief plan dat ChristenUnie heeft gelanceerd voor de omstreden bouw van 222 recreatiewoningen in natuur- en recreatiegebied Vlietland. Zij deden dat op een door het Burgerinitiatief Vlietland georganiseerd evenement.

ChristenUnie stelde eerder dit jaar voor de 222 woningen niet in Vlietland doch bij Stompwijk te bouwen. De provincie Zuid-Holland, eigenaar van Vlietland, liet weten het voorstel nader te willen onderzoeken. Ontwikkelaar DLR en Vlietland-pachter RCV hebben de idee afgewezen.

B&W gaven aan dat de provincie het onderzoek dat men kennelijk wil, zelf maar in gang moet zetten.

Na de lancering van de idee van ChristenUnie stelden alle fracties in de gemeenteraad, op VVD na, voor de betrokken partijen om een reactie te vragen. B&W werken al jaren aan een ontwerp bestemmingsplan waardoor de bouw van de 222 woningen als laagbouw mogelijk gemaakt wordt.

VVD en GBLV stellen zich tot nu toe op het standpunt dat de bouw in Vlietland door moet gaan. D66 wil Vlietland zo veel mogelijk groen houden. Echt vastgelegd op de bouw van de woningen heeft men zich niet.

Op het evenement waren ook leden van Provinciale Staten Zuid Holland uit de fracties

GroenLinks, PvdA, BBB, JA21, PvdD, SP, D66, CDA alsmede gemeenteraadsleden uit Voorschoten van GroenLinks en PvdA, zo heeft de organisatie laten weten.

In Leidschendam-Voorburg is de houding van D66 cruciaal bij een stemming voor of tegen het bouwplan in Vlietland. De vijf oppositiepartijen ChristenUnie, GroenLinks, PvdA, CDA en SP hebben 14 van de 35 zetels. D66 heeft er 5. De Statenleden vertegenwoordigen met ChristenUnie 35 van de 55 leden in dit college.

Vlietland: gemeente schuift verantwoordelijkheid af

Het is aan de provincie Zuid-Holland om, als zij dat wil, iets te doen met een alternatief plan voor de bouw van 222 recreatiewoningen in natuur- en recreatiegebied Vlietland. Dat heeft wethouder Bianca Bremer de gemeenteraad bericht. Het gaat om een voorstel van ChristenUnie om de 222 woningen niet in Vlietland neer te zetten doch in Stompwijk (kassengebied Meeslouwerpolder).

Op last van de gemeenteraad legde de wethouder het plan van ChristenUnie voor aan de provincie (eigenaar van Vlietland), ontwikkelaar DLR en grondpachter Recreatiecentrum Vlietland (RCV). De schriftelijke reactie van de provincie was al eerder bekend (https://vlietnieuws.nl/2024/06/01/vlietland-provincie-wil-onderzoek-alternatief-bouwplan/ ); die wil nader onderzoek naar het plan.

DLR en RCV wijzen het plan af, zo blijkt uit hun schriftelijke reacties. DLR noemt het ‘geen realistisch en uitvoerbaar plan’. Men stelt dat het eigen plan nodig is voor de kwaliteit van Vlietland en een duurzame toekomst van het gebied. Het is bovendien specifiek voor Vlietland (Noord) ontwikkeld en niet uitvoerbaar op een andere plek.

DLR verwijst verder naar het geldende bestemmingsplan Vlietland dat de bouw toestaat, de stand van zaken met het bouwplan (laatste toetsing loopt, de voorbereidingswerkzaamheden starten) en dat de provincie geen grootschalige ontwikkelingen in het buitengebied (Stompwijk, red.) wil.

RCV sluit zich bij DLR aan. Met verwijst naar bestaande overeenkomsten over de bouw en stelt dat het alternatief ‘onvergelijkbaar’ is met het voorliggende plan.

Bremer namens B&W: ‘De reacties van de drie partijen gelezen hebbend, wil het college zelf een korte reactie geven ter duiding aan de raad. De provincie verwijst in haar brief naar verschillende onderzoeken die plaats moeten vinden om inzichtelijk te maken of een alternatief plan uitvoerbaar is’.

‘Het zou voor de hand liggen als de provincie het voortouw neemt voor die onderzoeken. De provincie is immers eigenaar van het gebied en heeft in het verleden altijd het initiatief gepakt voor de ontwikkeling van Vlietland. Dit wordt ook onderschreven door de uitkomsten van het feitenonderzoek dat door onafhankelijke journalisten is uitgevoerd (publicatie Vlietnieuws  https://vlietnieuws.nl/2024/05/29/u-zegt-het-maar-anatomie-van-een-hoofdpijndossier-60-jaar-touwtrekken-om-vlietland/ )

‘Verder is van belang dat een vrijwillige kavelruil de basis vormt voor het alternatief. Dat betekent dat de provincie als eigenaar van de betrokken te ruilen gronden niet alleen bestuursrechtelijk, maar vooral ook privaatrechtelijk een sleutelpositie heeft bij het verder brengen van dit alternatief. De provincie moet immers zowel de gronden in het glastuinbouwgebied aankopen als gronden bestemd voor uitplaatsing van de glastuinbouwbedrijven uit de Meeslouwerpolder’.

Vlietland: advies blijft geheim

B&W hoeven een advies van hun eigen advocaat inzake het plan voor de bouw van 222 recreatiewoningen in natuur- en recreatiegebied Vlietland, niet openbaar te maken. Dat heeft de Commissie voor bezwaarschriften geoordeeld in een procedure op grond van de Wet open overheid (WOO).

Het advies betrof een voorstel van het Burgerinitiatief Vlietland over de behandeling van een ontwerp bestemmingsplan waardoor de bouw mogelijk werd, door de gemeenteraad. De advocaat van de gemeente oordeelde dat het voorstel juridisch niet kon. Dat was eind 2022.

De Commissie voor bezwaarschriften heeft wel geoordeeld dat B&W hun besluit het advies niet openbaar te maken, baseerden op een onjuist artikel in de WOO. B&W gebruikten een artikel waarin staat dat openbaarmaking achterwege kan blijven als openbaarmaking een onevenredige benadeling zou betekenen van een ‘ander belang’ en het algemene belang van openbaarheid daar niet tegen opweegt.

B&W beriepen zich op het goed kunnen functioneren van B&W zelf en van de gemeente als geheel daar waar het ging om het ‘ander belang’.

Volgens de Commissie hadden B&W zich moeten baseren op het artikel in de WOO waarin staat dat openbaarmaking achterwege blijft als het gaat om persoonlijke beleidsopvattingen.

In hun reactie wijzen B&W de stellingname van de Commissie af. Men houdt vast aan het gebruik van het gewraakte artikel om openbaarmaking te voorkomen.

Noodkreet over Adviesraad

Alle fracties in de gemeenteraad maken zich zorgen over het contact tussen de gemeente en de Adviesraad Stompwijk. Dit nadat de Adviesraad in een gesprek met raadsleden aangaf dat zij zich niet altijd gehoord voelen door de gemeente en moeite te hebben met de wijze waarop de communicatie met de gemeente verloopt. Het organiseren van beraden op momenten dat de leden van de Adviesraad ook kunnen, blijkt ook een probleem. Daarnaast zijn er problemen ontstaan over een onderzoek naar de woningbehoefte in Stompwijk.

De fracties hebben B&W nu de volgende vragen voorgelegd:

= Kan het college van B&W aangeven of zij voornemens is om de afspraak voor dit halfjaarlijkse overleg op een passende tijd plaats te laten vinden,

= Kan het college aangeven of zij nog voor het zomerreces deze afspraak hebben,

= Is het college voornemens om dit woonbehoefte onderzoek te starten voor de komst van de ontwerp omgevingsvisie,

= Kunnen de resultaten van dit woonbehoefteonderzoek dan worden meegenomen in de ontwerp omgevingsvisie,

= Kan het college een update geven over welke projecten en onderzoeken er nu spelen in en om Stompwijk?

Vlietland: provincie wil onderzoek alternatief bouwplan

Gedeputeerde Staten (GS) van Zuid-Holland willen een nader onderzoek naar het voorstel van ChristenUnie om 222 recreatiewoningen niet in Vlietland te bouwen maar in Stompwijk. Dat blijkt uit een brief van GS aan B&W van Leidschendam-Voorburg. B&W had de provincie, eigenaar  van Vlietland, om een reactie gevraagd.

De provinciale reactie luidt aldus:

‘Geacht college, op 26 april hebben wij uw verzoek ontvangen waarin u ons informeert over een door uw raad aangenomen motie waarin wordt verzocht de reactie te peilen voor een alternatief voor de realisatie van recreatiewoningen in Vlietland-Noord. Dit alternatief is in de motie op hoofdlijnen geschetst: een vrijwillige kavelruil waarbij het glastuingebied in Stompwijk in de Meeslouwerpolder als bouwlocatie wordt benut in ruil voor Vlietland. Op deze manier is het mogelijk het glastuinbouwgebied te herontwikkelen met een aanzienlijk deel vakantiewoningen, een deel natuur en een deel woningen voor de (lokale bevolking van) Stompwijk. Tegelijkertijd zou dit zorgen voor een groen(blijvend) Vlietland aangezien de ruilverkaveling gepaard moet gaan met een intrekking van het bestaande bestemmingsplan dat bebouwing met recreatiewoningen en andere voorzieningen mogelijk maakt.

U vraagt ons een reactie, zowel vanuit onze rol als eigenaar van Vlietland, als erfverpachter van de gronden en als toezichthouder ruimtelijke ordening. Graag geven wij gehoor aan uw verzoek.

Allereerst spreken wij onze waardering uit voor uw inspanningen om te kijken naar een alternatief voor het plan om 222 recreatiewoningen in Vlietland te realiseren. Ook waarderen we dat bij het alternatief gekeken is naar een integrale gebiedsontwikkeling waarbij meerdere maatschappelijke opgaven gelijktijdig en in samenhang worden bezien en verder kunnen worden gebracht. Ook wij zien vanuit meerdere perspectieven kansen bij deze ontwikkeling voor bijvoorbeeld de vitaliteit van Stompwijk, het bijdrage aan het voorzien in de (lokale) woningbehoefte, natuurontwikkeling in de Meeslouwerpolder en de mogelijkheid om Vlietland als dagrecreatiegebied verder te ontwikkelen en de bestaande natuur in het gebied te behouden.

Echter, we constateren dat op onderdelen sprake is van afwijkingen van het provinciaal beleid, bijvoorbeeld ten aanzien van het beleid voor de glastuinbouw. Daarnaast is het de vraag wat de consequenties van dit plan zijn voor bijvoorbeeld de natuur (weidevogels) en mobiliteit.

Of de provincie kan instemmen met deze afwijkingen en of kan worden voldaan aan diverse randvoorwaarden die verbonden zijn aan de gebiedsontwikkeling in de Meeslouwerpolder zal afhankelijk zijn van de onderbouwingen die hiervoor door de gemeente moeten worden aangeleverd.

Wat ons betreft is het alternatief interessant genoeg om het plan nader te onderzoeken. Mocht u daartoe besluiten dan gaan wij graag met u in overleg over de vervolgstappen die hiervoor nodig zijn en welke ondersteuning wij u daarbij kunnen bieden. Het betreft immers een alternatief voor de recreatiewoningen in provinciaal recreatiegebied Vlietland.

De provincie heeft de grond in Vlietland in erfpacht gegeven aan Recreatiecentrum Vlietland BV (RCV) die de mogelijkheid heeft hierop de recreatiewoningen te realiseren. Mocht blijken dat de grond niet voor dit doel benut hoeft te worden, dan zullen wij in overleg treden met RCV om de consequenties voor de bestaande erfpachtovereenkomst te bespreken.

Indien het alternatief onderzocht gaat worden zijn wij bereid om in overleg te treden met RCV over de betalingsverplichting van de erfpachtcanon gedurende dit onderzoek. Als de private overeenkomsten over de recreatiewoningen in Vlietland worden ontbonden, vervallen ook de verplichtingen van de provincie zoals het omleggen van de Rietpolderweg, het weghalen van verhardingen en het aanleggen van parkeerplekken. Het daarvoor gereserveerde budget hoeft dan niet voor deze werkzaamheden te worden ingezet. De provincie is bereid te bezien of (een deel van) dit budget ingezet kan worden om de realisatie van het nieuwe plan mogelijk te maken.

Mocht u tot een nadere onderzoek besluiten dan verwachten we dat lopende het onderzoek de betrokken partijen overeen zullen komen dat er geen onomkeerbare werkzaamheden in Vlietland zullen plaatsvinden ten behoeve van de realisatie van de recreatiewoningen in Vlietland. Tenslotte, in onze brief van 28 maart 2023 hebben wij u ondersteuning aangeboden voor de participatie bij ontwikkelingen met betrekking tot de recreatiewoningen in Vlietland. Dat aanbod is ook van toepassing voor de participatie welke mogelijk dient plaats te vinden bij de verdere uitwerking van het alternatief voor Vlietland in de Meeslouwerpolder.

Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland’