Het concert

  sw-dickens

Het concert!

 

Het ‘wij komen tesamen’ klonk uit de kelen van een vrouwenkoor. Ze stonden opgesteld in de ontvangsthal op de derde verdieping van het Rijnland Ziekenhuis in Leiderdorp. Ik lag onlangs plotseling in het ziekenhuis i.v.m. een acute dikke darmontsteking en één dag vóór dit concert kwamen tijdens het bezoekuur twee enthousiaste dametjes van de organisatie mij vragen of ik dit concert wilde bijwonen. Schoonzus Petra en Marga waren op dat moment bij me op ziekenbezoek. Mede door hun aanmoedigingen, zit ik u op één van een achterste rijen van een geïmproviseerde ‘concertzaal‘.

Concerten vind ik leuk. Nog kort geleden heb ik het concert van een jaren’80 rockband bijgewoond. Samen met een neefje, ben ik getuige geweest van een optreden van de Canadese band Saga. Niet de bekendste band, maar wel een band die al vanaf 1971 een begrip is. Geweldig hoe die mannen nog te keer kunnen gaan op hun gitaren! Het publiek wat tijdens zo’n concert rondloopt, ziet eruit als uit de hippietijd. Lange haren, T-shirts van concerten met de namen van diverse rockgroepen van die tijd, alleen de volslanke lijven zijn verandert in dikbuikjes en gerimpelde gezichten.

Nu zat ik met me zestigste tussen een publiek van gemiddeld 75 jaar en ze zijn hier allemaal  aanwezig omdat er iets niet klopt aan de gezondheid of ergens aan moet worden gesleuteld.

Dit was toch wel wat anders, een Koffieconcert uitgevoerd door de:

Dickens Ladies. Een koor van zo’n 12 dames van ongeveer 50 jaar oud, gekleed in lange jurken met sombere kleuren en voorzien van capuchonachtige hoofdkapjes die met een elastiekje om de kin klemmen. Vooraf aan dit concert liep een team van pittige 70ers de boel te regelen.

Een magere, iets naar voren gebogen man, liep druk midden in de ontvangsthal te wijzen waar iedere toeschouwer moest worden geplaatst. Want niet iedereen zoals ik, was lopend naar deze voorstelling gekomen. De met rollators, rolstoelen en in ziekenhuisbedden aanwezige patiënten werden keurig in rijtjes gezet. Vóór mij stonden drie rolstoelpatiënten. Links van me een dikke vrouw met kort witblond haar. In het midden een klein kaal mager mannetje en rechts van me een grote brede man met voor zijn leeftijd nog veel haar. Ik schat ze alle drie rond de tachtig. Schuin achter me stond een rij oude fauteuils, daarop hadden de rollatorhouders plaatsgenomen. Op één ervan zat een dikke bolle man met een appeltakje tussen zijn lippen, wat van links naar rechts door zijn mond rolde. Met zijn slaperige ogen keek hij rond en wachtte op het begin. Met een apart gevoel zat ik zelf ook op de start te wachten en vroeg me op dat moment af waar ieder van mijn eigen gezin zich bevond! Marga was, zover ik wist, bezig met het maken van kerststukjes. Een hobby die ze graag doet en al zeg ik het zelf, heel goed kan! Zoon Tim hing op dat moment met een Jumbojet 747 boven de oceaan en vloog met vriend Sander richting Curaçao voor een korte vakantie. Na drukke opnamedagen voor de televisieserie ‘Moordvrouw‘ welke binnenkort wordt uitgezonden, was dat hard nodig. Zoon Sjors moest thuis zijn en net wakker van een film/uitgaansavond en zat waarschijnlijk aan de koffie. Ook hier werd de koffie geserveerd met een lekker koekje.

De grote brede man rechts werd gevraagd of hij ook koffie wilde. Hij antwoordde: ‘Ik snap niet waarom ik hier zit!’ Het klonk nogal bedreigend. ‘Nou, voor de muziek, maar wilt u niet een kopje heerlijke koffie?’ vroeg de vrijwilligster, een over de top geklede vrouw die haar rondingen in een veel te stak pak had gestoken en een make-up op had waarmee ze 20 jaar jonger wilde lijken. ‘Nee!’ zei de oude man nors, ‘ik wil naar de dokter, daar kom ik voor!’ De man, die wegens zijn leeftijd duidelijk wat de weg kwijt was, foeterde nog even flink door, maar ging uiteindelijk overstag. De koffie die hij kreeg bleek ineens wel gewild.

Nadat iedereen ook een A4tje, met daarop drie nummers uit het repertoire van het koor had gekregen, pakte de koorspreekster de microfoon. ‘Kunt u mij horen?’. Hiermee deed ze een soundcheck! Het rare van deze vraag was dat notabene de voorste rij mensen ‘nee’ schudden!? Ze trok zich er niets van aan en het koor zette het eerste nummer in. De dikke vrouw links van me wilde wel meezingen en keek op het A4tje. Het nummer stond er niet op! Diverse malen draaide ze het briefje om en keek ze bij de buren, maar hoe ze ook zocht van meezingen kwam niets. Het volume van de 15 dames was niet hoog en rekeninghoudend met mensen op hoge leeftijd die doorgaans problemen hebben met het gehoor, vroeg ik me af of de voorste rij het wel kon horen, laat staan achterin.

Ik zelf hoorde het wel goed, maar de liedjes die het enthousiaste koor ten gehore gaf, gingen mijn oren een beetje voorbij. Ik genoot meer van de luisterende mensen om me heen. Er was iemand die keihard meezong en niet zuiver. De valse noot er tussen moet de dirigent waarschijnlijk hebben wel geïrriteerd, maar om er wat van te zeggen was ook wat. Een ander bewoog zijn lippen, maar dat liep niet altijd synchroon met het liedje. De bolle man met het appeltakje in zijn mond was al na het tweede liedje in slaap gevallen en het takje beugelde aan zijn lippen. In de laatste regels van een liedje liep de koorspreekster naar de microfoon. Heupwiegend met een postuur waarmee ze aangaf de belangrijkste te zijn, stak ze trots een lang verhaal af over het ontstaan van hun koor. Het kleine mannetje recht voor me zat tijdens het gehele concert constant in zijn rolstoel te draaien. Het was duidelijk dat hij eruit wilde, ‘Mag ik nu niet eens even rondlopen en vrij zijn’, bromde hij. Hij bleef etteren en probeerde tal van keren te gaan staan, wat hij blijkbaar niet meer kon. Hij zuchtte en kreunde van ‘nou moe’ en ‘tjonge jonge’ Hij had het duidelijk niet naar zijn zin. Een begeleider was bereid om hem tijdens een lied naar zijn bed terug te brengen. Dat was een heel gerommel met al die rolstoelen die in de weg stonden. Toen hij eindelijk vrijbaan had en de koorspreekster door de zaal riep: ‘Vinden jullie het leuuk?’ stak hij zijn hand omhoog en zei: ‘Ik ga! ’

Gelukkig genoten de meeste concertgangers wel van de kerstliederen die het vrouwenkoor ten gehore bracht en zongen uit volle borst mee. Alleen de Nederlandstalige dan, de Engelse waren te moeilijk.

Het laatste nummer was “We Wish You A Merry Christmas” en dat klonk wel bekend. Plotseling wilde de dirigent dat er meegeklapt werd en zette dat wel zo hard in, dat de bolle man schuin achter me wakker schoot en zijn sabbeltakje liet vallen. Hij keek met zijn wazige ogen rond en zei: ‘Heb ik iets gemist?’ ’Ja’ zei ik: ‘het begin van een aantal gezellige feestdagen’!

De kerst is begonnen!

Fijne dagen allemaal.           Frans Oliehoek