‘Regisseren is emotionele lef trainen.‘
Wil van Leeuwen
Het beeld is bekend. Na afloop van een mooi toneelstuk beloont het publiek de acteurs met een welgemeend applaus. De spelers zijn blij en nemen uw reactie met een buiging in ontvangst. Je staat er niet bij stil, maar buiten beeld is er nog iemand die uw applaus met genoegen aanhoort; de regisseur.
Zonder regisseur geen toneelstuk, zo simpel ligt het. Maar wat doet zo iemand eigenlijk.
Wil van Leeuwen, de regisseur van de Stompwijkse Toneelvereniging, geeft antwoord: ‘Dat hangt ervan af. Er is verschil tussen het professionele en het amateurtoneel. Bij een amateur gezelschap doe je als regisseur alles: de keuze van het stuk, de verdeling van de rollen, de vormgeving, het decor, de belichting, de aankleding, de muziek. Alles. Het is best veel voor één persoon. Daarom heb ik dit jaar de werkwijze iets veranderd; ben ik voor het eerst begonnen met voor de uitvoering van al die onderdelen werkgroepjes te vormen en per groep iemand verantwoordelijk te maken. Dat scheelt mij een hoop werk, maar dat niet alleen. Ik denk dat het belangrijk is voor de betrokkenheid van de leden bij het stuk waar je mee bezig bent.’
Wil ‘doet’ al toneel sinds de middelbare school: ‘Daar is mijn kennis en liefde voor het toneel begonnen, dankzij een enthousiaste leraar.’ In zijn jonge jaren woonde hij in Brabant en daarna verhuisde hij naar de Randstad. In Den Haag volgde hij de vierjarige regieopleiding. Daar heeft hij veel nuttige dingen geleerd alsook zaken die meer met gevoel te maken hebben. Of, zoals hij het zegt: ‘Een regisseur moet goed kunnen zien, goed kunnen luisteren en mensenkennis hebben.’
Hij werkt nog niet zo heel lang met de Stompwijkse toneelvereniging. Toen hij aantrad in 2001 deed hij dat met vastomlijnde ambities: ‘Ik ben geen regisseur voor schuifdeurtoneel, als ik het zo mag formuleren. Ik graaf graag iets dieper, meer serieus. Ik wil met een groep iets bereiken, een echt ensemble vormen. Als je bij een nieuwe groep komt met onbekende mensen dan kan je daar onbevooroordeeld mee aan de slag. Het geeft vrijheid van regisseren.’
‘Ik begin de eerste repetities van het seizoen altijd met vertrouwensoefeningen. Laat iemand bijvoorbeeld met zijn ogen dicht door een ruimte lopen – durf je je blind over te geven aan de leiding van iemand anders, kan je overweg met lichamelijke aanraking. Verder doen we concentratieoefeningen maar ook fysieke warming up; spieren moeten loskomen van stress.’
Verrassingen
‘Ik probeer mijn acteurs via een eenvoudige test inzicht te geven in hun sterke en zwakke kanten. Het helpt bij het vinden van je grenzen. Die ligt voor ieder mens anders, maar niemand hoeft zich voor mij te forceren.’ Die opmerking komt bij Wil niet zomaar uit de lucht vallen. In het dagelijkse leven is hij psychiatrisch verpleegkundige en dankzij die achtergrond heeft hij een meer dan gemiddeld inzicht in mensen en situaties. En ofschoon hij tijdens het hele gesprek bedachtzaam en ernstig formuleert en er zeker niet zomaar iets uitfloept, permitteert Wil zich hier een grapje: ‘Mijn dagelijkse werk is cabaret. Wat ik af en toe meemaak kan ik zo het toneel mee op nemen’. Maar zover hoeft hij dit seizoen niet te gaan. In maart brengt hij met zijn gezelschap een commedia del’l arte stuk op de planken. Van oorsprong Italiaans straattheater. Zoeterwoude en Stompwijk kunnen dit jaar genieten van het stuk ‘Twee heren dienen’ van Carlo Goldoni. ‘Het zit vol verassingen’ zegt Wil ‘precies zoals dat van oorsprong gebruikelijk was. Commedia dell’ arte ontstond in de 16de eeuw. De stukken werden opgevoerd door rondreizende gezelschappen die vaak alleen uit mannen bestonden en die van dorp tot dorp trokken. Tijdens hun dikwijls amoureuze escapades met de dorpse schonen verzamelden ze informatie over lokale aangelegenheden die ze in hun toneelspel verwerkten. De grote lijnen van het stuk lagen weliswaar vast, maar verder improviseerden de acteurs er lustig op los. Improviseren is niet gemakkelijk’ vertelt Wil. ‘Voor dit stuk moeten de acteurs veel tekst leren, maar gelijk de aard van het stuk mag je bij het spelen je eigen woorden gebruiken.’
Hartstochtelijke misleiding
Een stuk instuderen is een verhaal apart. Het gaat veel verder dan louter tekst uit je hoofd leren. Wil: ‘Om de inhoud van het stuk goed te doorgronden hou ik eerst met de acteurs een voorbespreking. Zo kiezen we bijvoorbeeld een kleur die bij het stuk past. Het speelt in Italië en gaat over een knecht die twee heren dient. Een van de mooiste scènes gaat over eten. Je ziet het voor je: Italië, het landschap, een tafel met eten, een knecht; zo kwamen we uit op de kleuren bruin en goud. Natuurlijk, het is een subjectieve keuze, maar als je hem doorvoert in je decor en de kleding dan krijg je wel een mooie eenheid. We kiezen ook een motto en bepalen daartoe eerst het centrale thema van het stuk. Is dat feminisme, liefde, leugenachtigheid? Al zoekend kwamen we uit bij de term ‘hartstochtelijke misleiding’. Dit motto is de drager van het stuk en bepaalt de manier waarop de acteurs hun rollen verbeelden. Dat is nog niet zo eenvoudig als het klinkt. Je moet als speler bepaalde eigenschappen aanleren of juist andersom, afleren. Het is een heel proces en de regisseur is degene die de spelers daarin de weg wijst. Dat betekent dat ze zich ten opzichte van de regisseur kwetsbaar op moeten durven stellen.’
Ter verduidelijking roept Wil het volgende beeld op: ‘Stel je bent als acteur niet zo lichamelijk ingesteld, maar in je rol zit een zoenscène. Dan kun je twee dingen doen. Óf je geeft de rol terug óf je zet jezelf eroverheen. Een middenweg is er niet, wat mij betreft. Ik accepteer geen half werk. Hetzelfde geldt voor iemand die een leugenachtig persoon moet neerzetten. Heb je daar problemen mee, dan moet je met jezelf aan de slag.’
De methode Van Leeuwen
‘Ik laat de leden van de vereniging ieder jaar auditie doen. Dat doe ik heel bewust. Iedereen heeft kans op een belangrijke rol, dat moeten niet steeds dezelfde zijn. De karakters die je op het toneel ziet, moeten kloppen. Heeft een acteur eenmaal een rol, dan gaat’ie er ook helemaal voor. Het mooie is, naarmate het proces vordert, zie je de spelers veranderen. Acteren geeft mensen de kans hun grenzen te verleggen. Het is aan de regisseur om verborgen mogelijkheden van iedere acteur aan de oppervlakte te brengen. Regisseren is emotionele lef trainen.’
Ik geloof het zonder meer. Je moet echt een onverschrokken kantje aan je karakter hebben om aan de klus te beginnen. Niet alleen wat betreft het coachen van de acteurs, maar ook wat het script aangaat. Dat van Wil is dubbel zo dik als dat van de acteurs. Een ordner vol. Het is niet louter tekst wat ik zie. Ik zie krantenknipsels, computerprintjes, afbeeldingen, rode markeringen en aantekeningen in de kantlijn. ‘Je ziet’ zegt Wil, ik ben er wel even méér mee bezig dan twee repetitieavonden in de week.’ Dat de methode Van Leeuwen werkt, heb ik met eigen ogen kunnen waarnemen tijdens een repetitie. Na een uurtje als toeschouwer mijn ogen de kost te hebben gegeven, kan ik niet anders dan vaststellen dat deze regisseur over veel overtuigingskracht beschikt. Hij levert geen half werk, Wil. Hij trekt alle registers open om zijn acteurs tot nóg betere prestaties te brengen. Zo rustig als hij tijdens het interview aan tafel zit, zo bevlogen is hij tijdens de repetitie. Hij beent door de scène en betoogt: ‘Je gezícht, je ármen, je líjf gebruiken! Dát is ‘m, hou ‘m vast.’ Het compliment volgt vlot: ‘Goed zo. Je hebt niet voor niets zo’n gekke kop gekregen!’
Thea Ambagtsheer