Nu met Jezus een jaar lang verder. Luisteren naar kinderen is een zalig iets. In de dagen voor kerstmis hoorde ik een kind heel enthousiast vertellen. Ze bedoelde de kerststal, dat was duidelijk, maar ze zei: “Pastoor, heeft U nu ook een poppenhuis bij U in huis staan? Mijn oma heeft dat wel en ze speelt ermee en ze zingt liedjes bij het poppenhuis”. Ik dacht: dat vond Willibrord hier ook in zijn tijd en daarom ging hij missioneren. Zo kwam mij ook een koningen verhaal ter ore. Caspar, Bal tazar en Melchior hadden een grote heldere ster gevolgd. De ster stond stil boven de polder en toen kwam de vraag; “Waar ligt die nieuwe koning?” Want ze wilden hem cadeautjes geven en ze hadden een aparte pakezel meegenomen voor die ca deautjes. De ezel droeg een prachtige gouden vaas, een dure schaal met mirre en een groot pak wierook. Toen riep een van de koningen: ”Ik zie onder de ster een baby liggen, pasgeboren, het ligt in stro.” Een van de koningen zei: ”dat is nu wel het laatste wat ik dacht””. Zij verstopten toen de gouden vaas, moffelden de wie rook in de hoek en deden de mirre in hun rugzak terug. De koningen deden wat ze nog nooit gedaan hadden, ze knielden bij het kindje om het goed te zien, ze aaiden het over het hoofdje en gaven het kusjes. De slotconclusie van het verhaal was: ”pastoor, God heeft liever onze kusjes dan dat wij kunstjes voor hem doen”. Ik dacht, jij hebt het door, kusjes en lieve woordjes vindt God erg leuk, gewoon lieve dingen zeggen. Hier hoeft Willibrord niet te komen om te bekeren, dit kind heeft het van huis uit al gehoord en meegekregen. Toen ik het huis verliet zei zijn jongere broertje: ”Ik weet hoe die koningen heten. Ik ken er zelfs 4: schoppen ruiten klaveren en harten koning. Ik dacht: onder hetzelfde dak gaan geloof en bijgeloof samen, Willibrord begin maar opnieuw te missioneren. Willibrord zei: vraag maar of de ouders en hun kinderen naar de gezinsvieringen komen, dan kan Willibrord in de hemel uitrusten van zijn missiewerk heel lang geleden. Geef met elkaar geloven en verhalen door. Er is een boekje uitgekomen met als titel ”Maar wie is God”? Het bevat 150 vragen van kinderen, zoals waar waren we voordat we er niet waren of wie is er het eerst in God gaan geloven of het leven is soms
wreed, waarom doet God daar niets aan of als ik in India geboren was, zou ik dan katholiek zijn? Ik ga het voor mezelf eens doorwerken en misschien kunnen we er op de ouderavonden met de communie ouders eens verder over praten. Dat bespaart Willibrod een tocht naar beneden.
Zomaar wat bij mij opkwam.
B.v.d.Plas pastoor