Mijn vrouw had voor mij twee hemdjes gekocht zodat ik wat minder puffend het huidige zomerweer kan trotseren. Terwijl de stichting “Nederland Schoon” haar 250 herintredende arbeiders op parkeerplaatsen langs snelwegen met kabouterpuntmutsen op hun hoofden (dit is écht waar!) het vuil laat opruimen wat anderen daar laten liggen, denkt mijn vrouw dus aan mijn gesteldheid en moet ze wel van mij houden. Da’s prettig om te weten. Van de ‘kabouters’ moet ook wel veel gehouden worden want als zij het volhouden dan maken ze kans op een vaste (gesubsidieerde) baan. Hoezo misbruik….
Mijn vrouw had kennelijk andere maten in haar hoofd want beide shirts zaten veel te strak om mijn prachtige (ahum) lichaam. Voorzichtig deelde ik dat haar mede waarop zij zei dat dat juist mode was. Maar ik wil niet dat men mijn buik(en) ziet dus ik bleef volhouden. “Dan ga je zelf maar op zoek naar shirts!” was haar antwoord. En zo geschiedde. De volgende dag pakte ik mijn scooter en reed naar het walhalla voor kooplustigen, Leidschehage. Na de scooter bij de fietsenstalling geparkeerd te hebben (gek eigenlijk, voor auto’s is het vrij parkeren maar als je met de fiets of brommer komt, moet je betalen!) keek ik eerst nog even of de kaartjesverkoper een puntmuts op zijn hoofd had maar gelukkig was dit niet het geval.
Even later had ik de shirts ingeleverd en in een andere winkel twee passende shirts gekocht, én, zo vertelde ik later trots aan mijn schoonouders waar ik even een bakkie deed, ik was zelfs nog twee euro goedkoper uit óók! Drie bakjes koffie later reed ik weer huiswaarts en genoot ik van de koelte die ik ondervond en lachte ik de zwetende autobestuurders stiekum uit. En een motoragent, alleen kon hij kennelijk mijn gedachten lezen want hij sommeerde mij te stoppen….. Dit was voor mij de tweede keer in vijftien jaar dat ik ben aangehouden op de brommer maar dat is ook wel weer logisch want de Leidschendamse politie had begin dit jaar al aangekondigd irritant scooter en brommergedrag flink aan te pakken. Nu had ik niets te vrezen, dacht ik, want mijn scooter is origineler dan origineel, rijdt daardoor niet hard maar hard genoeg en voldoet aan een geldig verzekeringsbewijs. En ik rij geen voetgangers voor de sokken en stop keurig voor rood (op een paar uitzonderingen na..). Ik ben een voorbeeldig scooterrijder. Tenminste, dat dacht ik. Want de motormuis had daar andere gedachten over. Ten eerste had ik mijn verzekeringspapieren niet bij me en ten tweede had ik het riempje van mijn helm niet vast. En dat laatste nekte mij, ondanks mijn verweer dat de helm kleiner is dan mijn hoofd, met ander woorden, ik krijg ‘m zelf amper af. Want volgens de regels der verkeerswet is rijden zonder een vastgegespt riempje hetzelfde als rijden zonder helm. Even dacht ik nog dat het bedrag van de bekeuring mee zal vallen want mijn laatste bekeuring met de auto was 28 euro voor te hard rijden, in mijn ogen is dat een veel grotere overtreding, maar de agent liet mij toch even happen naar adem: 55 euro! “Ben je helemaal gek geworden? Betaal ik dáár mijn belastingcenten voor? Heb je vandaag te weinig bekeuringen uitgeschreven of zo? Weet je moeder wel dat je bij de politie zit?” zei ik in gedachten, want ik had geen zin om een extra bekeuring te krijgen vanwege belediging…. Hoe moest ik het aan mijn vrouw vertellen? Ik zag mij al bijklussen langs de snelwegen…Mét puntmuts! Na even flink adem gehaald te hebben besloot ik het toch maar te vertellen en ze nam het redelijk goed op. Voor éven, want even later belde ze haar moeder op om te vertellen dat ik op eigen houtje twee nieuwe hemdjes had gekocht, “Voor een koopje,” voegde ze daaraan nog toe: “€ 32,50 per stuk!”
Arjen Veldhuizen