Ik lees in de krant dat gezamenlijk tafelen het beste is voor een gezin. En dan echt aan een eettafel zitten, dus niet met het bord op schoot en starend naar de tv… Een voorbeeld gezin lacht aan tafel, eet met mes en vork en bespreekt de dingen van de dag of wat er de volgende dagen allemaal gebeuren gaat. Je ziet dit soort gezinnen voornamelijk op de televisie, en dan vooral in reclames met breed lachende, super ouders en kinderen. Nee, dan ons gezin. Elke dag weer proberen we aan tafel te eten en elke dag weer voeren we een strijd om het enigszins dragelijk te maken voor elkaar. “Sven! Ga rechtzitten!” “Sil! Viezel niet met je eten!” “Youri! Eet met je mond dicht!” “Papa, gooi je eten niet naar binnen!” En mama dan? Nee, op mama is niets aan te merken, die heeft zelfs de discipline om haar vlees tot het laatst te bewaren en elke dag eet ze haar bord keurig leeg. Misschien komt het wel omdat wij jongens zijn. Jongens hebben het niet zo op tafelmanieren. Die hebben het meer op schransen….
Tijdens die strijd probeer je dan steeds weer een gesprek te voeren over hoe het op school was of hoe de training verlopen was, maar steeds meldt zich dan weer een stoorzender (lees: kind) die op dat moment óók aandacht wil en dan is er weer strijd en zijn we weer terug bij af.
En dan is het Pasen. “Papa, heb je al lekkere broodjes gekocht?” “En eieren. Ik wil veel eieren.” “En ik wil kruzanten, je weet wel, die je moet opvouwen..” Elk jaar trap ik er weer in dus alles was op eerste Paasdag in huis voor een lekker Paasontbijt of, beter gezegd, brunch, want we wilden nog wel een beetje uitslapen. Ik was allang blij dat ik niet hoefde te koken want kerstdiners uit het verleden leerden mij dat lifjes en lafjes niet aan de mannen besteed waren. Lekker eenvoudig dus, wat broodjes, wat vleeswaren en wat eieren en iedereen is blij. Maar voordat het zover was moesten de eieren eerst geverfd worden, vond ik, en Sil en Sven vonden dat wel een leuk klusje. Hun moeder niet, want na hun ijver werd zij ijverig aan het aanrecht om nog wat te redden van hun Paasbeste kleren. Dat was dus geen goed idee van mij, beet ze mij toe, maar ik was al druk met broodjes en zong wat mee met het Urbi en Orbi, verplichte televisiekost op Paasmorgen. Toen Sven mij een inkt en inktzwart ei liet zien met twee gele oogjes, vond ik het idee ook niet meer zo goed: “Lentekleuren, Sven, Lentekleuren!”
Oma kwam binnen en na een bakkie koffie in de tuin (yes! De zon!) namen wij plaats aan tafel. De jongens vielen direct de eieren aan en net toen ik Oma wat wilde vragen begon Youri te zemelen dat zijn gepelde ei nog steeds lentegroen was…”Dat eet ik niet!” riep deze pré puber ons toe en wilde aan een ander ei beginnen. Niet dus, want mijn blik zei hem al genoeg en toen begon hij met zijn mes het gepelde ei wéér te pellen. Wéér niet dus, en nu schoot ik uit mijn slof waarna hij eieren voor zijn geld koos. Ik wilde weer verder gaan met waar ik gebleven was en toen lag ineens Sil met stoel en al op de grond! Versuft kwam hij weer boven de tafel uit en de rust keerde weer wat terug. Helaas voor korte duur want Sven was ineens van tafel af om ‘iets te doen’. Sven kreeg nu een preek van zijn moeder te horen en ik knikte instemmend want ik had nog wat goed te maken met haar…Drie minuten later brak er een gevecht uit tussen Youri en Sven want ze wilden allebei de laatste ‘kruzant’ en werd ik de bemiddelaar: “Allebei de helft!” en ik voltrok het vonnis met het broodmes. Net toen ik bezig was mijn Haanbroodje te inspecteren (hoe snij je zo iets open?), lag Sven ineens met stoel en al op het laminaat…Hij wilde een blik werpen op de honden die in de kamer zaten want ‘ze piepten de hele tijd’. Het ‘mogen wij van tafel’ klonk als de Matthäus Passion in de oren en wij kregen daardoor nog even de gelegenheid om rustig verder te tafelen.
Het artikel in de krant was aardig om te lezen maar volgens mij komt de schrijver van een andere planeet!
Arjen Veldhuizen