Gedicht

Toen ik nog op de Filippijnen woonde, bestond er geen Sinterklaas
Maar wel de Kerstman, ook een goede baas
Ook als kind hoopte ik dat de Kerstman cadeautjes overhad
maar nooit kregen wij wat lekkers gegooid op de mat.
Toch zette je hoopvol je schoen, hoop dat hij hem vindt
je zong extra hard, want dat deed je als kind.
Je kan niet slapen, ligt er heel misschien iets voor mij?
al was het twee keer niks, maar je was zo blij.
Gelijk dacht je, volgend jaar heeft de Kerstman vast meer gespaard
en rijdt hij volgend jaar ook bij ons op het dak met zijn rendieren en lange baard.
Maar andere kinderen kregen een auto of een pop
en wij dachten, hé jammer de cadeautjes zijn nu zeker op.
Als kind kon je het maar niet volgen, raar was het en niet fijn
waarom kregen wij alleen een stukje chocola of snoepje zo klein.
Maar het jaar daarop werd ons al snel verteld hoe het gaat
de grootste teleurstelling voor een kind als de Kerstman niet echt bestaat.
En dat de ouders zelf de cadeautjes kopen en geven
en door armoe konden wij Kerstmis daardoor niet echt beleven.
Wij hadden alleen een moeder die voor ons moest zorgen
die soms niet eens te eten had voor de dag van morgen.
Zij werd “achter gelaten” met vijf kinderen door haar man
later begrijp je waarom de Kerstman nooit met cadeautjes kwam.
Uiteindelijk jaren later terug gekeken was het grootste cadeau wat HIJ gaf onze Moe
een te korte opvoeding, want helaas ze moest naar de hemel toe.
Zij vocht voor ons met alles wat ze in zich had
Zij wilt ons nog zoveel leren………. mijn moe had een gouden hart. Carmen Olyhoek