Om de Kerstvakantie door te komen kregen de kinderen ineens een schildermanie….Op linnen doeken want het is de mannen menens…. Momenteel lopen er allemaal jonge Van Gogh’jes, Rembrandt’jes en Breughel’tjes door ons huis. Ze begonnen met kleine doeken maar al gauw sleepten wij de grotere maten ons huis in, inclusief vele tubes acrylverf en penselen. Het werden ware kunstwerken en Youri vroeg me al om ze te fotograferen zodat we ze op internet konden zetten. Voor de verkoop! “Nou, zei ik, “laten we ze eerst maar even een tijdje hier in huis hangen.” “De waarde stijgt vanzelf…” Maar toen ik met boormachine en waterpas onder de arm de kamer in kwam, schudde mijn vrouw haar hoofd want ze wil geen gaten meer in de muren. Ontzet keek ik haar aan want ik had me er zo op verheugd. En de boormachine moest ook even slikken….Maar ze was niet te vermurwen. We draaiden ons om (mijn boormachine ook) en wilden weer naar de schuur lopen maar toen zei mijn vrouw dat er tóch geboord moest worden, namelijk het ophangsysteem voor schilderijen. Nú snapte ik het en van blijdschap vloog ik haar om de hals en de boormachine begon spontaan te boren (níet in de muren maar gewoon in het luchtledige) van vreugde. Uiteindelijk hangt er nog helemaal niets want we zijn nog aan het uitzoeken welk systeem het moet worden, verschillen nog teveel van mening want ik ga voor de goedkoopste én de simpelste uitvoering en mijn vrouw voor de duurste én ingewikkeldste…..Vóór de schildermanie hadden we nog de kerstdagen en op Eerste Kerstdag gingen we gourmetten. Voor mij als keukenprins een makkie en voor de jongens een lekkernij: het ging ze voornamelijk om het pannenkoekenbeslag, de stukjes kip, varkenshaas en biefstuk zal hen worst wezen en de gehaktballetjes aten ze tussen de pannenkoekjes door. Ruim een uur hebben we aan tafel gezeten en dat was weer een record vergeleken met vorige jaren. Later hoorde ik van deskundigen dat je gourmetten moet spreiden over de hele avond maar alleen de gedachte al deed me zweten.
Na dit succes besloten we het nieuwe jaar eens goed te beginnen, om precies te zijn door de jongens hun matjes af te knippen. Matjes? Ja, hun lange nekharen. Het moest kort van mij want die matjes kwamen mijn nek uit. Ik wilde weer frisse jongenskoppies en hun moeder was het eigenlijk daar wel mee eens. Vervolgens moesten we nog even de kapster aan onze kant krijgen en na een urenlange onderhandeling in Beesterzwaag kregen we haar zover, de tondeuse kon aan de slag…Sven was laaiend maar toen ik een foto liet zien van zijn vader, zo’n achtendertig jaar geleden, zag hij dat het érger kon en zijn woede bekoelde waarna hij spontaan in een lachstuip schoot….
Youri hadden we ruim van tevoren al voorgelicht over wat hem te wachten stond maar dat was ook omdat zijn ‘look’ echt niet meer kon. En hij gebruikte zoveel gel dat je er ruim drie vierkante meter muur mee kon behangen…En de gelfabrikant maar lachen!
Ook hém liet ik de foto zien en ook hij moest ineens ontzettend lachen. En Sil? Sil maakt het allemaal nog niet veel uit. Al zou je hem millimeteren.
Tja, wij hadden vroeger helemaal niets te zeggen als het om haardracht ging. Onze kapper kende ook maar één kapsel: kort en scheef! Eigenlijk zouden wij hun haar gewoon maar moeten laten groeien want ja, het zijn immers opvolgers van de Kunstenaars der Gouden Eeuw en in die tijd waren er geen vaders die ‘korte koppies’ wilde… Nou ja, dan zetten ze maar een pet op!
Arjen Veldhuizen