Gevonden bidprentjes: onbekend maar zo waardevol

Jaren geleden kreeg ik van Bep Knijnenburg een aantal bidprentjes. Ze had deze gevonden in een doosje, één van de waardevolle spulletjes waar haar moeder zuinig op was. Bep had de namen gelezen op de bidprentjes en vroeg zich af waarom haar moeder deze had bewaard. De namen zeiden haar niets, alleen dat dit Stompwijkse namen zijn.  Eén bidprentje trok haar aandacht, er stonden 2 namen op en 2 woorden, “jammerlijk omgekomen”, die haar vertelden dat er iets vreselijks was gebeurd. Maar wat? Ze stond voor een raadsel en eigenlijk wilde ze weten wat er was gebeurd en wie waren deze 2 mensen. Dit raadsel heb ik opgelost. Aan de hand van details, de overlijdensdatum en de plaatsen Oegstgeest en Stompwijk ben ik gaan zoeken in het archief en in vele kranten. In elk krantenartikel stond weer een ander klein detail en met deze details heb ik een reconstructie gemaakt. Door stamboomonderzoek dat ik er altijd bij doe, kan ik te weten komen of er verwanten zijn die evt. mijn bevindingen kunnen verifiëren of kunnen aanvullen met details en/of foto’s. Een bidprentje zal dan waardevoller zijn door toevoeging van details.  Met mijn reconstructie kwam ik terecht bij Niek Bolleboom, verwant aan de jongens op het bidprentje. Hij kon alleen maar vragen, hoe weet je dit verhaal? Hij herinnerde het verhaal uit de weinige keren dat het verhaal verteld was, zijn vader kon er moeilijk over praten.  Het verhaal klopte, maar ik was een ding vergeten: De oudste kon zwemmen als een waterrat en dit detail moest ook in de reconstructie net als mijn conclusie dat door het winterweer het water ijs en ijskoud was.

Dit verhaal dat al eerder verschenen is in het kwartaalblad Stompwiic van Stichting Oud Stompwijk wil ik graag met u delen. Na de verschijningsdatum van het blad vond Gerard Suijten een foto van de jongens toen ze iets jonger waren.

Het verhaal achter een bidprentje

Het is woensdagmiddag 14 maart 1923. Een bewolkte dag zonder zon en geen regen. Temperatuur is 3.8 graden maar het voelt kouder aan. De gebroeders Johannes en Adrianus Bolleboom werken beide op een zandschuit. Johannes is 18 jaar en Adrianus is 11 jaar. Zonen van Nicolaas Bolleboom en Johanna Maria van der Meulen. Ze zijn flink aan het werk als ze op de Rijn varen. De dag vordert en ze naderen de plaatsen Oegstgeest/Valkenburg. Dat gedeelte van de Rijn wordt in de volksmond de ‘Boorrak’ of ‘Duifrak’ genoemd. Dan gebeurt er iets vreselijks. Adrianus probeert het zeil op te trekken, maar de 11-jarige Adrianus valt in het ijskoude water. Joannes ziet het gebeuren, hoort het water plonsen wanneer zijn broertje het water raakt. Hij reageert supersnel, pakt een stevige houten plank om dit als redmiddel te gebruiken. Ook hij springt het water in. Johannes kan zwemmen als een waterrat. Hij ziet en hoort zijn broertje in wilde paniek. Hij wil hem kalmeren en pakt hem vast. Zijn broertje klampt hem zo vast, dat hij de plank los moet laten.

Op het voorschip is nog een zekere Bol aan het werk. Hij sprint naar de plek des onheils. Maar de schuit is te groot en Bol moet een te grote afstand afleggen. Hij kan niets doen, want er zijn geen hulpmiddelen beschikbaar. Als Bol daar is aangekomen ziet hij geen jongen en geen man meer. Alléén de plank markeert de plek en het enige geluid wat hij hoort, is het bonzen van zijn eigen hart en zijn gejaagde ademhaling. Hij ziet dat er al iemand is, iemand die eerder bij de plek des onheils is dan hij, een zekere v.d. A. Deze v.d. A. krijgt met hulp van anderen de jongens uit het water. Wanneer de broers, in elkaar verstrengeld, uit het water zijn gehaald, blijkt dat ze allebei zijn verdronken. Wanneer dokter Timmerman uit Oegstgeest ter plaatse is gekomen, kan hij niets anders dan de dood constateren. Lange tijd was niet bekend wie zij waren, maar bij nader onderzoek bleek dat snel duidelijk. Doordat een van de broers een kaart in zijn broekzak had, wist men dat ze uit Stompwijk kwamen.

De lichamen zijn naar het lijkenhuisje bij het Groene Kerkje gebracht. Hun vader heeft ze donderdagmorgen opgehaald. Stompwijk was in diepe rouw!! Op 17 maart 1923 zat de kerk zat bomvol tijdens de requiemmis en zijn de 2 broers begraven op het kerkhof naast de H. Laurentiuskerk van Stompwijk.

Heeft u ook waardevolle bidprentjes, bedankkaartjes en wilt u ze delen? Wij scannen ze in en u krijgt ze terug. De prentjes komen in de bidprentjes beeldbank van Stichting Oud Stompwijk.

Bidprentjes en bedankkaartjes worden ook toegestuurd of gegeven als dank voor de betoonde belangstelling. Bidprentjes kunnen hun diensten bewijzen bij het samenstellen van een stamboom. Ze geven vaak informatie over allerlei zaken die betrekking hebben op de overledene, waar genealogen of oudheidkundigen hun voordeel mee kunnen doen.

Het zal duidelijk zijn, als u (oude) bidprentjes tegenkomt wees er zuinig op en gooi ze niet weg, maar geef ze aan een verzamelaar of aan Oud Stompwijk.

Heeft u ook een bidprentje met een verhaal en wilt u dit verhaal delen?

Laat het ons weten.

Voor de Landlevenfair zoek ik fotomateriaal: kermis, feest, paardendagen. (Over)grootouders, verliefd en houden van. Het thema “Love is in the Air”.

Ook foto’s waarvan u niet weet wie erop staan, maar uit uw familiearchief komen zijn misschien op de Landlevenfair op het juiste adres. Door te verwachte grote aantallen bezoekers kan een oplossing voorhanden zijn.

Namens Stichting Oud Stompwijk, Truus Knijnenburg