Toespraak bij de overdracht van de

Molendriegang Driemanspolder, door Jaap Smit,

commissaris van de Koning in Zuid-Holland,

Leidschendam-Voorburg, 9 maart 2024

Dames en heren,

Zuid-Holland met je weiden en ’t grazende vee.


Zo luidt de eerste zin van ons Zuid-Hollandlied. En na zin één komt uiteraard direct zin twee en die klinkt als volgt: “Je molens, je duinen, je strand en je zee. Zo belangrijk en beeldbepalend zijn de Zuid-Hollandse molens dus, dat zij in het begin van het eerste couplet van het volkslied al worden genoemd.

Naar mijn idee terecht, want de molen is een icoon van Nederland, maar vooral van onze provincie.

Wij hebben er nog 225, een vijfde van alle molens in ons land.

Geen andere streek komt tot zo’n hoog aantal.

Ze behoren tot onze ‘sky-line’.

Daar mogen wij met z’n allen trots op zijn.

Althans, ik ben het en ik neem aan u ook.

Want iedereen hier aanwezig heeft iets met die majestueuze wiekendragers die ons polderlandschap sieren.

De liefde en zorg voor de molens zit in uw DNA.

Daarvoor zet u uw beste beentje voor.

Als bewoner, molenaar, bestuurder in de stichting, vrijwilliger, professional, donateur, medewerker van de gemeentes of als collega bij de provincie Zuid-Holland en ik hoop dat ik niemand vergeet.

Hoe dan ook wil ik iedereen die zich ervoor inzet dat onze molens (hier in de polder en elders) blijven draaien een groot compliment geven en bedanken.

En met name de mensen die in de afgelopen periode een rol hebben gespeeld bij de instandhouding van de molendriegang waar het nu om draait.

Fijn dat u hier vandaag bent.

We hebben geluk, het weer is super, windkracht vier, richting oost, voor molenaars altijd prettig stabiel, zo is mij verteld.

Wij beleven deze zaterdag de 9e maart met elkaar een historisch moment.

De laatste molens in bezit van de provincie Zuid-Holland, de prachtige Molendriegang van de Driemanspolder in Leidschendam-Voorburg, wordt overgedragen aan de Rijnlandse Molenstichting.

Ik moet zeggen: ook al blijven ze staan waar ze staan in ons polderlandschap, het voelt een beetje alsof het laatste kind uit huis gaat.

Het stemt een tikkie weemoedig en maakt tegelijkertijd trots.

Al met al heb ik geen overdreven last van het zogenoemde ‘lege nest-syndroom’.

Er komt weliswaar een einde aan een tijdperk, maar een nieuwe toekomst begint.

De Stompwijkse molens gaan namelijk behoren tot een prachtige familie van molens, meer dan 50 stuks, allemaal onder de paraplu van de Rijnlandse Molenstichting.

Op de drempel van die nieuwe toekomst stip ik een aantal belangrijke feiten uit de geschiedenis aan.

Die mogen bij een historisch moment als dit natuurlijk niet ontbreken.

De Molendriegang, gebouwd in de tweede helft van de zeventiende eeuw, heeft er vele decennialang, zelfs honderden jaren, voor gezorgd dat iedereen in deze polder droge voeten hield.

Maar in de eerste helft van de vorige eeuw werd stapsgewijs afscheid genomen van de windbemaling.

Stoom, olie en stroom namen het over.

Het polderbestuur stelde de driegang per 1 januari 1952 buiten dienst.

Op dat moment waren de molens aan groot herstel toe, onder andere omdat ze in de oorlogsjaren nog volop hadden moeten draaien.

Eind 1958 kocht de provincie Zuid-Holland de Stompwijkse molens – die toen al Rijksmonumenten waren – op.

Met als doel ze veilig te stellen voor de toekomst.

Een periode van herstel en restauratie volgde.

Daarbij is zeer grondig te werk gegaan met als resultaat dat de Molengang van de Driemanspolder weer geheel maalvaardig werd.

Tijdens de eerste Nationale Molendag op 6 oktober 1973 maalden de molens voor het eerst in meer dan 20 jaar alle drie tegelijk.

Vanaf de jaren ’80 van de vorige eeuw gebeurt dit trouwens op regelmatige basis, ongeveer eens in de maand op een zaterdagmiddag.

Ook deze eeuw is weer hard gewerkt om de molens en hun werking in orde te houden.

Zo moesten in 2013 vanwege lekkage de waterlopen van de drie molens aan zowel voor- als achterzijde worden afgedamd.

In 2016 was de herstelklus geklaard en de maalvaardigheid hersteld.

Twee jaar daarna besloot de provincie Zuid-Holland de molendriegang over te dragen aan, zoals dat in formele taal heet, de meest gerede partij.

Na een openbare procedure bleek de Rijnlandse Molenstichting de enige organisatie te zijn die aan alle criteria voldeed.

Uiteraard kwam ook de financiële kant van de overdracht aan bod en in overleg en na raadpleging van deskundigen werden provincie en stichting het eens over de overnameprijs en de bruidsschat.

Formeel was alles rond aan het eind van 2023.

En vandaag overhandig ik, om de overdracht te markeren, namens de provincie een bos met sleutels aan voorzitter Kees Wassenaar.

Dit in de overtuiging dat in de Rijnlandse Molenstichting een deskundige en toegewijde organisatie is die de drie molens tot in lengte van jaren op een duurzame wijze in stand en beleefbaar kan houden.

Namens de provincie Zuid-Holland wens ik de Rijnlandse Molenstichting veel succes en alle goeds toe bij het belangrijke werk dat zo cruciaal is voor onze Zuid-Hollandse molens in de toekomst.

Jullie uitmuntende zorg stemt mij gerust dat regel twee van het Zuid-Hollandse volkslied, waar de molens worden bezongen, nooit aangepast hoeft te worden.

Dank voor uw aandacht, tijd voor de sleuteloverdracht!