Naar aanleiding van het bericht van Vlietnieuws:

Leo Oliehoek schrijft in de familie app:

Sloot krijgt natuurlijke oevers

Rijkswaterstaat gaat de Jan Dirksesloot in Stompwijk natuurlijke oevers geven. Er wordt daartoe 2410 kubieke meter grond afgegraven en afgevoerd. De Jan Dirksesloot ligt recht achter het duikertje links van de twee bosjes, waar de meesten van ons hebben leren schaatsen.

André reageert vanuit Brazilië:

In onze tijd het ‘Grote Bos’ en het ‘Kleine Bos’! Het duikertje is wat vroeger de Sluis was? Hoe zijn de oevers van die sloot dan nu?

Jan reageert vanuit Alphen aan den Rijn: 

In 1641 is de Westeindsche polder ontstaan door samenvoeging van 9 kleine polders. Voor die tijd was de Jan Dirksche sloot de grens tussen twee van die kleine polders. Deze sloot was toen dus aan weerszijden bedijkt en sloot aan op de Stompwijkse Vaart. Door de samenvoeging in 1641 kon het peil van de sloot omlaag en waren de dijken niet meer nodig. Voor de boeren werd toen een sluis gebouwd zodat zij per boot nog bij hun land konden komen.

Dit laatste komt vast van Wikipedia.

Ook interessant:

De Westeindsche polder liep oorspronkelijk tot aan de Weezensloot. Die was bedijkt door wat nu bekend is als de Zustersdijk. Rond 1850 brak die dijk door en het gat kreeg men niet meer dicht. De oplossing was toen het graven van een Nieuwe Vaart. Vanaf toen sprak men van de Groote Westeindsche Polder en de Kleine Westeindsche Polder. Die laatste is pas rond 1900 weer droog gemaakt door “het watermachien”.

Bron Jan: 

beeldbank.oudzoeterwoude.nl