
zijn jullie al heerlijk uitgerust van al die vrolijke en blijde Carnaval festiviteiten? Leuk hé, zo fantastisch! Wat een prachtige optocht was het ook al weer! Zowat het hele dorp heeft mee gehuppeld, gedanst, gesprongen en gezongen! Jullie evenzo, niet te vergeten. Jullie hebben gelukkig ook niets gemist. Aangezien jullie flink hebben genoten van zowat alles, al die carnavalsfeestjes enzovoorts, dus daar praat ik verder ook niet meer over. Trouwens, dit is niet zomaar een verkleedfeestje om alleen maar “lol” te maken, het heeft een diepere betekenis. Het gaat erom, dat…….eh……ja….!
Wacht even, terwijl ik zo aan het schrijven ben, valt het mij op dat het buiten heerlijk weer is. De zon schijnt, de vogels fluiten en alles is rustig. Weet je wat, ik ga lekker even een luchtje scheppen en tegelijkertijd denkend aan wat wij de vorige keer hadden afgesproken. Weet je nog? Het thema van de Dorpsketting toen: “Neem de tijd”. Dus, dat ga ik nu weer even doen, lekker naar buiten in de frisse lucht. Nu vertel ik nog eventjes vlug wat mij verder is overkomen.
Lekker wandelend en genietend van al dit moois om mij heen, hoorde ik opeens muziek. Ik keek om en wat was dat? Een grote carnavalswagen met allemaal clowntjes aan boord. De wagen hield stil en met zijn allen stapten de clowntjes eruit. Wie stormden toen op mij af? Je gelooft het niet: twee clowntjes, die dansten, klapten, sprongen om mij heen en deden hun bolle rode neus af. O, o, o, hoefde je niet te vragen: Annie en Keesje natuurlijk. Wat leuk dat allemaal samen: Het mooie weer, de muziek en die twee rakkertjes!
Kijk daar kwamen vier grote clowns eveneens dansend op ons af. Dat waren vast en zeker, opa, oma, mamma en pappa. Leuk hoor! Natuurlijk dansten die ook mee van: Hupsakee, Carnaval, Olé!
Toen wij uit gedanst waren en even op een bankje op adem zaten te komen, stonden plotseling de buurman en de buurvrouw voor onze neus. Heel gezellig, ook als clown verkleed met nog grotere rode neuzen. Wij moesten met z’n allen heel hartelijk om lachen. “ Hoi, hoi, hoe is het” vroeg de buurvrouw nogal uitgelaten. De buurman die een groot rood hartje op zijn hoed had, vulde aan: “Gaat vast goed met jullie, altijd vrolijk, altijd blijnnn, Ik ben clowntje Valentijn”. En terwijl hij dat zo grappig zei, omhelsde hij zijn buurvrouw en gaf haar een hele dikke zoen!

Wauw, ze bloosde tot achter haar oren en zei: “Jeetje Koen, dat moet je niet meer doen”. Zij vroeg heel verlegen aan Annie en Keesje: “Zeg jongens, is Valentijn ook bij jullie langs geweest?”. Annie antwoordde zeer verheugd: “Ja hoor” en ze vertelde het hele verhaal. De buren luisterden aandachtig en Annie gaf heel trots te kennen hoe we met zijn allen, zelfgemaakte rozen naar de mensen in het Verzorgingstehuis hebben gebracht en hoe blij of die mensen toen waren geweest. “Ja”, vulde Keesje aan. ”Voor Opa en Oma hadden wij een gouden roos gemaakt, maar voor mamma, pappa ook samen één. Er was wel opeens paniek geweest, omdat Keesje de rozen niet meer kon vinden. “Dat is zo”, zei Annie. “Keesje wist niet meer waar hij die had verstopt.Gelukkig vonden wij die nog net op tijd in een doosje onder zijn bed. ”Ha, ha , haaaaaaa”, lachten de buurman en de buurvrouw zeer luidruchtig! Het hartje op zijn hoed wiebelde vrolijk mee. “Prachtig hoor, leuk, leuk!”. “Maar”, vulde Keesje weer aan: “Het mooiste komt nog. Toen wij net aan tafel zaten, ging opeens de bel en werd er een hele grote doos binnen gebracht. Er stond op het kaartje:
“Voor lieve Annie en Keesje mijn, veel liefs van Valentijn!”

“Opa en oma legden toen de doos op tafel en die mochten Annie en ik openmaken. Hmmm, het rook ook zo lekker. En wat lag daar in die doos…..?” Nadat we de doos hadden open gemaakt, riepen we tegelijk uit volle borst: “Pannenkoeken!”
Nou die twee deugnieten zijn nog steeds aan het nagenieten, want ze dansten en sprongen in de rondte en wij dansten met z’n allen mee. Ook de buurman en de buurvrouw natuurlijk. Maar kom, het was weer tijd om te vertrekken. De buurman en de buurvrouw gingen joelend naar huis. Die hadden denk ik een beetje te diep in het glaasje gekeken, maar het was toch een leuke middag geworden. Ook wij liepen nu blij naar het huis van opa en oma terug, toen Keesje opeens vroeg: “Wat was het ook weer, die Aswoensdag?”. “Weet je wat”, zei ik. “Ik zal het in het kort vertellen want wij zijn zo thuis .
Ja Carnaval is de periode voor de Vastentijd, dan kunnen de mensen zich lekker uitleven, want als het Aswoensdag is, dan kan dat niet meer, omdat dan de Vastentijd begint. Dan krijgen de mensen een Askruisje op het voorhoofd. Dat is de verbrande as van de palmen van de Palmzondag van vorig jaar. Dit Askruisje is er om eraan te denken dat wij niet altijd hier op aarde zullen blijven leven, daarom moeten wij nú proberen om als Jezus te leven, dan kunnen wij altijd vrienden van Jezus blijven, ook als wij niet meer hier op aarde zijn.
Er zijn 3 dingen die belangrijk zijn in de Vastentijd:
– Proberen minder te eten, maar ook weinig lekkere dingen te eten en te snoepen, minder TV kijken of gamen.
– Veel met God bezig zijn. Meer tijd vrijmaken voor God. Bidden, Hem prij zen loven en danken!
– Ook meer tijd maken voor andere mensen, bijvoorbeeld meesparen voor een Vastenaktie door bijvoorbeeld een spaarpotje te maken voor kinderen die geen eten hebben.
Laten wij dat allemaal in deze Vastentijd proberen. Dat moet wél lukken want wij hebben genoeg Carnaval gevierd. Wij moeten ook onthouden dat wij niet alles zelf kunnen doen, maar dat wij God’s hulp altijd moeten inroepen om ons te helpen. Hierdoor kunnen wij ook andere mensen helpen. Doe ook geen goede werkjes om een beloning te krijgen. Daar houdt de Heere Jezus niet van! Als je iets voor iemand doet, doe dat dan met geheel jouw hartje, zonder daarvoor iets in de plaats te verlangen. Dan ben je pas goed bezig!
O, kijk wij zijn alweer bij het huis van Opa en Oma aangekomen. Weet je wat, lees maar verder in de Bijbel bij Matheus 4 vers 2. Daar lees je dat Jezus ook gevast heeft en wat er toen met Hem gebeurde, want nu kan ik niet verder vertellen, omdat ook ik nu weer terug naar mijn huisje moet.

“O, jammer, het was net zo spannend”, zuchtten die twee. “Geef niet, volgende keer weer”, zei ik bemoedigend. Opa, oma, mamma en pappa die ook stil hadden meegeluisterd, beaamden dit met een knikje en wij verlieten elkaar met eveneens een hele grote omhelzing en een dikke kus! “Doei, doei en zwaai, zwaai”, riepen wij elkander toe en zij met hun rode neusjes en ik met mijn ‘fris’ neusje, ging een ieder zo naar zijn eigen stekkie!
Ja lieve kinderen, zoeken jullie ook in de Bijbel, Matheus 4 vers 2 op. Dat zou goed zijn, maar eerst nog even dit:
Zeg eens wat:
*Wat vond je het leukst van het Carnavalsfeest?
Creatief bezig zijn:
*Maak een spaarpotje om geld te sparen voor de Vastenaktie!
Muziek:
*Tik in op Youtube:
Kom op, ga je mee (Lee Ann Vermeulen)
Nou dat was het ook weer, Veel plezier, Succes en God’s Zegen.
Tot de volgende keer! Veel liefs, Olivia