De Volharding: hoe verder?

De Volharding: hoe verder?

De Volharding trok afgelopen zaterdag veel bekijks. Meer dan 100 bezoekers wisten de weg naar het uit 1882 daterende gemaal te vinden. Dankzij de medewerking van de familie Oudshoorn, Nico van den Bos en het waterschap Rijnland kregen zij een voortreffelijke ontvangst. In dit verband moet ik iets vertellen wat ik in mijn stukje van vorige week heb nagelaten: Dick Oudshoorn is de laatste en langst zittende machinist van De Volharding. In 1965 nam hij het stokje over van Klaas van den Bos. Bijna 40 jaar lang heeft hij ervoor gezorgd dat het gemaal functioneerde en de Stompwijkers de voeten droog hielden. Dick, reuze bedankt!

Het is goed dat Stompwijkers hebben gezien dat ‘hun’ gemaal in een slechte staat verkeert. Alle voegwerk, kozijnen en dakspanten zijn hoognodig aan vervanging toe. Met het waterschap Rijnland, eigenaar van het gebouw en de installaties, zal de komende tijd worden besproken wat we daaraan kunnen doen. Ook zal worden bekeken of de Stichting Behoud Oude Motorgemalen, beheerder van De Antagonist aan de Stompwijkseweg en het van het gemaal De Vereeniging in Voorschoten, zich over De Volharding kan ontfermen.

Belangrijk is ook dat de gemeente alle medewerking aan het behoud van De Volharding wil geven. Het gemaal is een gemeentelijk monument, maar dat wil volgens wethouder Heleen Mijdam niet zeggen dat de gemeente geld op de plank heeft liggen om het onderhoud van het gebouw te bekostigen. Rijnland wil het gebouw opnieuw een functie geven voor de waterhuishouding in de polders rond Stompwijk en Leidschendam. Op dit moment is echter nog onduidelijk hoe het waterschap dit gaat aanpakken.  

Met zoveel goede wil moet het mogelijk zijn De Volharding een tweede leven te geven. Stompwijk telt nog maar erg weinig gemeenschappelijke gebouwen die het verhaal vertellen over de geschiedenis van het dorp. Ongetwijfeld zullen ook komende generaties willen weten hoe het leven hier werd geleefd. Dan hebben we wel plekken nodig waar we kunnen laten zien hoe dat in zijn werk ging.                            

Wordt vervolgd!

Jos Teunissen