Vervolg van Hulptransport naar Roemenië.

Het laatste stuk naar het dorp Hosman, waar we 2 ½ dag zouden verblijven, mocht ik in ’n cabine van ’n vrachtwagen zitten. Vandaar had ik ’n prachtig uitzicht. Even buiten het dorp werden we opgewacht door de burgemeester van Hosman, een tolk en een aantal kinderen in klederdracht gezeten op pony’s. Geen notabelen, bobo’s of i.d. Nee, alleen die burgemeester versierd met een sjerp in de kleuren van de Roemeense vlag. Er werd volgens traditie stukjes brood uitgedeeld die je moest dopen in wat zout, ook het drankje “pelenka”hoorde daarbij. Er werd een welkomstwoordje gesproken en we gingen weer verder, luid toeterend naderde we het dorp, opgewacht door heel veel mensen, bewoners van Hosman en de andere 3 project dorpen. Overal hingen bonte kleden of dekens aan lijnen als teken van welkom, hier en daar werd er een bloem of drankje aangeboden, zelf kreeg ik van een oud vrouwtje ook een bloem aangeboden ( nou ja een Bloem) Maar o, wat vond ik hem mooi. En waarom stonden al die mensen daar nou? Enkel en alleen omdat wij kleding en goederen kwamen brengen dat bij ons overbodig is, en voedsel waar wij een overvloed van hebben. In de plaatselijke school mochten wij een klaslokaal en een kleine bergruimte gebruiken. Met de door ons meegebrachte klaptafels en stoelen werd het lokaal ingericht. De bergruimte diende als keuken. Na drie dagen eten in de open lucht, weer eens lekker binnen zitten aan een tafel. Toen alles in gereedheid was gebracht kregen we vrijaf. Met een aantal mensen uit onze groep gingen we het dorp bekijken. Alleen de doorgaande wegen zijn geasfalteerd, de rest zijn puin of zandwegen. Het had de laatste dagen flink geregend dus het was een grote blubberboel. De meeste huizen zijn van hout en op een enkele na zagen ze er wat armoedig uit. Een winkel of wat daar op leek heb ik niet gezien, wel ’n café, ’n kale ruimte met wat tafels en stoelen, ’n oude toonbank die diende als bar en dat was het dan. Misschien verkochten ze hier ook wel brood of i.d. Ook de plaatselijke kerk zijn we even gaan bekijken. Misschien dat de woorden van de geestelijken de mensen wat licht brengt maar de ruimte waarin was donker en kaal. Maar weer snel terug naar het schoollokaal, daar was het een gezellige drukte temeer omdat er zo’n 25 Roemeense mannen waren gearriveerd die ons zouden komen helpen met het uitdelen en het vervoeren van goederen naar de scholen, een kindertehuis en het meisjesinternaat. In ruil daarvoor kregen ze ’n kleine vergoeding en kost en inwoning. Ook bewaakte ze ’s nachts de
vrachtwagens. Na het eten wat kaarten of kletsen en naar bed. Het ontbijt stond om 6 uur gepland en dan uitdelen. Daar kwamen we hier voor. De vrachtwagens stonden al in ’n lange rij opgesteld .En het was echt waar, weer was het wachten op de douane. Om 9 uur zouden ze er zijn om de verzegelde vrachtwagens te openen, 10.30 uur kwamen ze aanzakken. Ze keken nauwelijks in de wagens maar lieten wel hun mede landgenoten letterlijk en figuurlijk in de kou staan. Je zou ze. Lange rijen mensen met paard en wagens stonden al te wachten. Wie krijgt nou wat? De SKR heeft in Roemenië een man in parttime dienst, die bereidt het transport in Roemenië voor. Ook bezoekt hij al die 625 gezinnen om vast te stellen hoe de gezinssamenstelling is. Hoeveel kinderen, inwonende ouder, wie in verwachting is. Deze gegevens komen weer bij de SKR terecht. Die weten exact wat er in de loods aanwezig is zodat er een verdeling plaatsvindt. Al die gezinnen krijgen dan weer ’n lijst waarop staat wat ze kunnen verwachten. Ook de financiële kant wordt bekeken. Iemand die wat vee heeft krijgt minder dan mensen die niets hebben. Vlak voor ik naar Roemenië ging kreeg ik van iemand ’n aantal zelf gebreide sokken. Ik nam ze mee in m’n handbagage. Eigenlijk mag je niets persoonlijks aan de mensen geven (dit om geen jaloezie bij andere mensen op te wekken) maar ’s morgens vroeg liep ik wat te wandelen en zag ’n oud vrouwtje met diverse kledinglagen over elkaar, iets wat op sokken leek had ze aan haar voeten, stiekem gaf ik haar ’n paar lekkere warme sokken. Ik wil niet emotioneel doen maar ze sloeg ’n kruis en de tranen liepen over haar wangen (houd dan je eigen maar goed). Eindelijk zouden we met het uitdelen beginnen. Onze vrachtwagen stond ongeveer in het midden van de rij. Met 2 Roemenen en nog 2 mensen uit onze groep stonden wij paraat. In onze wagen zaten kinderstoelen, ledikantjes, boxen, kinderwagens, kinderkleding en wat conserven. De lange rij paard en wagens kwamen langzaam onze richting op. Volgende week hoe dat verder ging. Theo