Muizenissen

Met grote regelmaat communiceer ik met mijn neefjes en nichtjes via de computer: chatten heet dat. Zodra ik ‘verbinding’ heb gemaakt, kan ik op mijn beeldscherm zien of er iemand achter de computer zit en kan ik middels veel type werk met hem of haar ‘praten’. Nuchter bekeken kun je natuurlijk net zo goed de telefoon pakken en dat gaat nog eens sneller óók. Maar er is nog wat, namelijk dat anderen ook mee kunnen doen aan zo’n gesprek (mits je dat wil natuurlijk) én je kan, als die aanwezig is bij een van de contactpersonen, via een webcam elkaar zien. Nu is dat niet écht spannend hoor, want je ziet gewoon iemand achter de computer zitten die zich wezenloos zit te tikken, met het zweet op de kop en een opkomend Rsietje…
Ik chat het vaakst met mijn neef die in Harlingen op school zit. Hij zit daar in een kosthuis en gaat in de weekenden terug naar zijn ouders op Terschelling. Hij houdt me op de hoogte van zijn cijfers (in het begin kreeg ik een stortvloed aan (hoge) cijfers over me heen, de laatste tijd bijna niets meer…), van zijn nieuwe vrienden en we hebben het wel eens over de randverschijnselen van het opgroeien, dat het leven niet altijd even eerlijk is en ga zo maar even door. Ik denk dat als de computer niet uitgevonden was, ik waarschijnlijk veel minder contact gehad zou hebben met hem. Je zou ook kunnen zeggen dat het goed is voor hun schrijfkunst, maar dat is toch helemaal niet waar, het schijnt zelfs helemaal niet goed te zijn. Want ze schrijven niet in gewone woorden maar in iets wat er op lijkt, zoals even ‘ff’ is, wacht is ‘w8’ en dan nog vele, in eerste instantie niet nader te definiëren, woordjes, zodat het soms wel even duurt voordat ik een antwoord geschreven heb omdat ik simpelweg niet weet waar ze het over hebben! Algemeen Beschaafd Nederlands is hen vreemd. Mijn zoon Youri chat ook wel eens en dan kijken we over zijn schouders mee. Dat kan nu nog, over een paar jaartjes pikt hij dat niet meer zeggen ouders van pubers tegen me. Gelukkig doet hij het liefst spelletjes op de computer (en dat scheelt mij weer aan de keukentafel zitten achter het scrabble of Mens erger je niet bord…) maar dan moet ik wel zo nu en dan een nieuw spelletje downloaden van internet. Onlangs had ik een spelletje te pakken waarin een kikker twee drukke verkeerswegen en een giftig riviertje moet oversteken. Als de kikker de overkant haalt, dan win je een waterlelie. Als goede vader probeer ik altijd eerst de spelletjes zodat ik hem dan kan uitleggen hoe het werkt. Dat is de theorie. In de praktijk legt híj mij uit hoe het werkt, is híj degene die de meeste punten haalt en is híj degene die zijn vader uitlacht….Dat laatste vooral samen met zijn moeder! Na een onder onsje met hem kreeg ik het voor elkaar dat als hij een ‘highscore’ zou halen, hij míjn naam zou intikken in plaats van zijn eigen naam…Zo kon papa indruk maken op mama. Daar had ik wel een euro voor over maar Youri, de schat, zei mij dat hij er geen geld voor hoefde te hebben. Maar dat is de theorie, de praktijk viel natuurlijk weer eens anders uit. Want op het moment dat Youri mijn naam wilde intikken, liep nét zijn moeder langs en zag ze wat hij deed…..Ik ben toen maar snel de hond gaan uitlaten….
Arjen Veldhuizen