Boeteviering op weg naar Pasen a.s.donderdagavond om 7 uur.
In de “Geboden van de kerk” staat: eenmaal per jaar biechten en in de paastijd de Communie ontvangen. Je leerde deze geboden in je kinderjaren uit je hoofd en je stond er niet bij stil. Je ging steeds te communie en steeds met de school biechten. Later hoorde je dat het veelvuldig communiceren pas in de jaren na 1900 in gebruik kwam, daarvoor werd er alleen op de hoge feestdagen ter communie gegaan. Omdat men met Pasen te communie moest gaan, ontstond de gewoonte om in de dagen voor Pasen ook te gaan biechten. Biechten en communiceren lagen in elkaars verlengde. Er zullen nog maar weinigen dit uit ervaring weten. De tijden zijn inmiddels veranderd en het communiceren gebeurt iedere keer als men de kerkdienst meeviert. Het biechten is niet meer verbonden met het commu niceren. Maar momenten van bezinnen en vergeven zijn zinnige momenten. Nu is dat in de “boeteviering” terug te vinden en dan vooral in de dagen voor Pasen. Opstaan tot een paasmens, een mens los van tekorten en kleingeestigheden, een mens die fouten achter zich heeft gelaten. Wij nodigen U uit om a.s.donderdagavond om 7 uur in de kerk samen te komen om vergeving te vieren op weg naar Pasen. Die viering is bekend onder de naam boeteviering. Het is wel belangrijk te weten dat het woord boete niets te maken heeft met ons bekende woord “boete” zoals een bekeuring etc., maar “boeten” is het Nederlandse woord voor “heelmaken”, in de Scheveningse duinen zaten de vissersvrouwen de netten te boeten, weer heel te maken, de gaten weer te dichten. Mogen we zeggen, tot a.s. donderdagavond 7 uur in de boeteviering.
PALMPASEN
De zegening van de palmen en het brengen van de palmpaasstok aan oudere medeparochianen door de jeugd. De palmtak wordt gezegend en meegenomen naar huis en krijgt daar een plek, veelal bij het kruis. De palmtak is al vanouds het symbool van de onsterfelijkheid, zij heeft de duizenden jaren van de ijstijd overleeft en is daarom ook veel te vinden op onze kerkhoven, symbool van een leven wat niet klein te krijgen is.
HET PAASEI
Feesten en spelen en gebruiken rond het ei zijn overal bekend en uit ver verleden tijden. Het ei is het teken en symbool van opstanding en dat vinden we al terug bij zeer oude volken. Ook het beschilderen van eieren met Pasen heeft al een zeer oude traditie. Er zijn geverfde eieren gevonden in een stenen graf uit 320 v.Chr. Het ei was het symbool van overleven, de oude volkeren aten veel eieren in het voorjaar, het gaf levenskracht. De Germanen verspreiden eieren in het voorjaar over het land om vruchtbaarheid te krijgen. Van dit gebruik is nog bij ons overge bleven om eieren in de tuin te verstoppen. In de Griekse en Russische kerk is het ei nog volop in gebruik bij kerkelijke gebruiken. Eieren werden bij de oude volkeren beschilderd met de lievelingskleuren van de godinnen en dan meegegeven aan de overledene in het graf op hoop van zegen en leven op voorspraak van die godinnen.
DE PAASHAAS
Al bij de Egyptenaren was de haas het teken van leven, het verhaal ging bij de oude volkeren dat de Haas nooit sliep, de haas sluit nooit haar ogen. Daarom is de haas het teken van eeuwig leven en brengt zij het leven mee in de lente en wel het ei, waaruit het leven ontstaat. Zo is het gebruik overgegaan in het Christendom dat de Paashaas de eieren brengt. Alles heeft rond de Pasen een oorsprong in een ver verleden omdat in het voorjaar het licht toeneemt en het nieuwe leven een aanvang neemt. Leeft met de natuur mee en ziet ” het leven is niet klein te krijgen” en dat vieren we met Pasen. Graag tot bij de vieringen vanaf Palmzondag tot Pasen.
B.v.d.Plas, pastoor