CDA, keer terug van je dwaling

Open brief aan de fractievoorzitter van het CDA, Peter van Ostaijen

Beste Peter,
Wat een stoer stuk van je in de Dorpsketting van vorige week. Als een ridder sta jij met je partij op de bres om de ‘toekomstige leefbaarheid voor Stompwijk zeker te stellen’. Je hebt een batterij aan clichés in stelling gebracht waarmee je de bevolking van Stompwijk onder schot houdt: als wij niet meewerken, zal Stompwijk ‘langzaamaan wegkwijnen’, schrijf je. Wij denken dat dat gaat meevallen. Een oude Stompwijker verwoordde de zelfredzaamheid van de mensen hier laatst heel mooi: ‘Een mens hep veel nodig, maar hij ken ’t met weinig doen.’ Relativeer toch het geklaag in Stompwijk over het gebrek aan ‘voorzieningen’. Je weet: als de boeren niet meer klagen, naderen we het einde der dagen. We maken hier volop gebruik van de voorzieningen in Zoetermeer, Leidschendam en Leiden. De meeste Stompwijkers hebben een auto en straks met het kulturhus is iedereen weer dik tevreden.

Intussen vernemen we dat je alweer druk bezig bent in de provinciale staten een interpellatie over de bebouwing van de Westeinderpolder te verhinderen. En naar verluidt ben je er zelfs toe overgegaan ons gemeenteraadslid Carla Bregman in deze kwestie het zwijgen op te leggen door haar als een moderne jonkvrouwe in je ivoren toren op te sluiten. Wat ben je toch een heldhaftig baasje! En wat een sukkels zijn wij, dat we maar niets begrijpen van jouw kruistocht tegen ons achterlijke gedweep met die laatste beetjes open ruimte, met de vogelconcerten die hier in het voorjaar (nog) te horen zijn, met de wind in onze oren en met die paar stuks vee in de wei. Waarom kiezen wij voor het behoud van een snippertje natuur waar jij bergen geld ziet liggen?

Ik vrees dat je partij zich weer te veel vereenzelvigt met de sectoren waar geld gemaakt wordt. Waarom het deelbelang van een handvol tuinders laten prevaleren boven het algemeen belang? Zo sympathiek is de glastuinbouw toch niet? Weet je hoeveel busjes hier dagelijks af en aan rijden vol geïllegaliseerde medemensen die voor een krats in de kas de winsten voor de tuinders binnenhalen? De tuinders kunnen de sanering van het kassengebied toch zelf betalen met de fortuinen die ze met deze onder andere door jouw partij getolereerde wanpraktijk hebben bespaard? De tuinbouw is toch altijd booming business en ‘speerpunt’ van onze economie? Dat laatste ervaren de ‘Vrienden van Stompwijk’ nu ook. Al gehoord dat ze worden lastig gevallen met bedreigingen? Ja, zo gaan we nu ook al in Stompwijk met elkaar om. Mooie vrienden heb jij! Moet er in Stompwijk een burgeroorlog uitbreken voor je beseft wat hier aan de hand is?

Over geld gesproken: de gemeente heeft vast nog wel ergens een reserve C voor incidentele uitgaven. Over een jaar of vier stromen daar de miljoenen winst naartoe uit de exploitatie van de bouwgronden (de zogeheten BGE gelden). Waarom een incidentele operatie op een structurele manier oplossen door er een hele polder voor op te offeren? Waarom trouwens niet alle bedrijven in de gemeente een heffing opgelegd om de nodige saneringen te helpen financieren? Breng voor elke vierkante meter grond die je als gemeente verkoopt voor woningbouw en industrie een extra bedrag van laten we zeggen vijftig euro in rekening voor dit doel. Vind je dat niet zuiverder dan de kosten van de sanering van het tuinbouwgebied louter op de Stompwijkers af te wentelen?

Je hebt van het college ‘geëist dat het op zo kort mogelijke termijn met een visie op de toekomst van de woonkern Stompwijk’ komt. We houden ons hart vast. Komt die ‘visie’ straks neer op de bekende mallemolen van nog meer huizen en bedrijfsterreinen? In Stompwijk hebben we trouwens al een ‘visie’. De Dorpsraad heeft die verwoord en als je goed leest ontdek je dat het daarbij in feite gaat om een ‘programma van het polderland’. Doel: het polderland behouden en bewaren, herstellen waar dat nodig is en een goede toekomst garanderen. Zo klonk het tot voor kort ook in de Belvedère nota die niet minder dan vier ministeries in 1999 gezamenlijk presenteerden: laat de cultuurhistorische identiteit van zowel het stedelijk als het landelijk gebied volwaardig meetellen in de ruimtelijke ordening. Dat betekende dat lokale bestuurders er een extra verantwoordelijkheid bij kregen. Maar intussen heeft de neo liberale tijdgeest ook jouw partij veroverd en worden polders nog slechts gezien als fossielen uit het verleden waar je niets aan hebt zolang ze geen geld opleveren.

Beste Peter, versta de tijdgeest. Het leven in Nederland speelt zich af onder een dikke stikstofdeken en de mensen maken zich zorgen over het economische geweld waarmee hun bestaan wordt overdonderd en hun gezondheid ondermijnd. Het Grote Onbehagen waarover de kranten de laatste tijd volstaan, betreft onder meer de kloof tussen wat de mensen willen en wat de politiek doet. Ze hebben genoeg van de drogredenen waarmee het land wordt vernield waar ze bijstaan en die ze maar al te goed kennen van de discussie over bijvoorbeeld de Betuwelijn. We geloven de vermeende voordelen ervan allang niet meer zonder dat we er de spijkerharde bewijzen bij geleverd krijgen. De commissie Duivesteijn heeft intussen laten zien hoe gerechtvaardigd ons ongeloof is: die lijn is totaal overbodig, leidt nergens toe, heeft heel veel geld gekost en het landschap vernield. Zie hierin een uitdaging als bestuurder. Stop met die politiek van steeds maar uitbreiden. Is er een betere manier om je te profileren? Ik dacht het niet.

Mogen we snel weer iets van je vernemen?

Jos Teunissen