Muizenissen

Onze lieve kindertjes hebben weer vakantie en Youri wist al op de eerste vakantiedag ons mede te delen dat hij zich verveelde….Dat belooft weer een ‘gezellige’ weekje te worden. Ik zie nu al uit naar de volgende vakantie…
Ik had nog aan de Juffen van de jongens gevraagd om wat extra huiswerk maar daar wilden zij niet aan meewerken want de vakantie is bestemd om te spelen en uit te rusten. Dat snap ik, maar als ze steeds lopen te zeuren dat ze zich vervelen zou huiswerk een aardige optie zijn. Maar daar waren deze leerkrachten het niet met mij eens. Misschien dat het weer wat mee gaat werken zodat ze middels sneeuw en ijs toch nog de verveling kunnen verdrijven.
Afgelopen zondag was er ineens sneeuw en toen ik de slaap nog uit mijn ogen aan het wrijven was, zaten er al twee mannetjes beneden met smart op mij te wachten want ze wilden naar buiten en de slee moest óók mee en papa moest óók mee en er moest een sneeuwpop gemaakt worden en uiteraard moest er ook een sneeuwballengevecht gehouden worden. Poe poe, dat beloofde weer een leuke dag te worden als ik de mannen moest geloven. Ik checkte mijn rooster of ik wel écht wel een vrij weekend had maar ze hadden op mijn werk geen fouten gemaakt. Niet veel later stonden we buiten en moest ik in eerste instantie toegeven dat het buiten goed toeven was, maar toen we even later midden in een sneeuwstorm zaten had ik al spijt van mijn goede daad. Tjonge jonge, wat was het koud. Wellicht had dat ook te maken met mijn lichamelijke staat van dienst want die is momenteel niet om over naar huis te schrijven. Ik hang tegen een griepje aan maar natuurlijk weer nét niet genoeg om voor thuis te blijven. Terwijl er toch een epidemie flink bezig is als ik de kranten moet geloven. Maar gelukkig lijkt het ons huis nog niet echt gevonden te hebben en kwakkelen we lekker door. Zelfs onze zwakkere broeder Sven heeft nergens last van, ondanks dat hij van de week nog twee buisjes bloed had moeten afstaan voor een allergie test. Bij de balie van Het Antonius ziekenhuis gaf ik zijn naam op voor het ponsplaatje en toen vroeg de baliemedewerkster waar Sven geboren was. “In Stompwijk!” antwoordde ik, “maar dan tikken jullie zeker Leidschendam in?” “Nee hoor, zei ze, “gewoon Stompwijk!” Even later bleek dat we met een Stompwijkse baliemede werkster te maken hadden en was de boel snel geregeld! Maar daarmee waren de buisjes nog niet gevuld dus niet veel later zat Sven, onwetend wat hem te wachten stond, tussen twee zusters in en betrok zijn smoeltje even na het inzetten van de eerste naald. Youri zijn hoofd liep helemaal rood aan want dit was toch wel erg heftig, maar ik maande hem te zwijgen zodat Sven het niet op een janken zou zetten. Maar toen begon ineens een van de twee zusters Sven te vertellen dat het allemaal niet zo leuk was wat ze deden en dat was de druppel: Sven begon te huilen en ietsje harder dan daarvoor toen de tweede naald ingebracht werd. Arme jongen. Ik voelde zijn pijn en wees hem erop dat hij beter niet naar de naald moest kijken maar hij verloor het geen moment uit het oog. Enkele minuten later was de ellende voorbij en tijdens het kleurplaat uitkiezen droogde hij zijn tranen al. En toen hij iets lekkers mocht uitkiezen, een doosje wiebertjes(!), kwamen de praatjes alweer en kon hij even later trots zijn arm aan zijn Oma en andere familieleden laten zien. Maar papa moest niet meer zeggen dat het geen pijn zou doen, want dat deed het toevallig wél!
Arjen Veldhuizen