Vlietland, misvattingen en onjuistheden versus fe

Ingezonden brief als reactie op de brief in de Dorpsketting van 21 februari jl. van mevrouw S. Noot met betrekking tot Vlietland.
In een door mevrouw S. Noot ingezonden brief met betrekking tot Vlietland en de daarover gepubliceerde brief van Recreatiecentrum Vlietland B.V. als reactie op de door “de vrienden van Vlietland” verstrekte onjuiste informatie doet mevrouw Noot mededelingen die –gezien de daarin voorkomende misvattingen en onjuistheden om een weerwoord vragen.
In haar brief stelt mevrouw Noot dat de “vereniging vrienden van Vlietland’ een “onafhankelijke vereniging” zou zijn. Dit is niet juist. In de folder die door de “vrienden” is verspreid staat in kleine lettertjes: “de vereniging vrienden van Vlietland is opgericht op initiatief van de SP”. Ook uit door de SP gegeven inter views blijkt zonneklaar dat de SP de drijvende kracht is achter de betreffende vereniging (alsmede het maken en verspreiden van de folder en persberichten waarin mensen op basis van misleidende mededelingen worden opgeroepen tot actie tegen de verdere inrichting van Vlietland). Mevrouw Noot stelt dat er geen sprake is van “misleidende informatie” door de “vrienden van Vlietland”. Dit is niet juist. In de door de “vrienden” verspreide folder wordt de lezer bang gemaakt dat het “openbaar karakter van Vlietland aangetast zal worden” en dat men er in de toekomst niet meer zou kunnen “wandelen, fietsen en genieten van water, zon en groen”. Op bladzijde 9 van het ontwerpbestemmingsplan (OBP) staat over de toekomstige dagrecreatie in Vlietland onder meer:
“de inrichting van Vlietland voor dagrecreatie wordt (..) geïntensiveerd zodat de capaciteit voor de dagrecreatie behouden blijft en zelfs wordt uitgebreid. Dit komt tot uitdrukking in de verbeterde toegankelijkheid van de oevers en de ver lenging van de toegankelijke oeverlengte, uitbreiding van de stranden, verbe tering van routegebonden recreatie zoals wandelen en fietsen..”. Uit de tekst van het OBP op bladzijde 9 blijkt ook dat de nieuwe verblijfsrecreatieve voor zieningen gesitueerd worden “op gronden waarvan is gebleken dat deze niet of nauwelijks gebruikt worden”. Verder staat er op bladzijde 9: “In de nieuwe situatie zullen mogelijkheden ontstaan om het gebied gedurende het gehele jaar intensiever te benutten” en: “Dankzij het toevoegen van verblijfsrecreatieve voorzieningen worden opbrengsten gegenereerd die onder meer ten goede zullen komen aan de openbare dagrecreatie in de vorm van beter beheer en onderhoud en het realiseren van meer en betere sanitaire voorzieningen dan nu aanwezig zijn in het gebied. Door het creëren van een deugdelijke economische basis in de toegankelijkheid van Vlietland inzake de openbare dagrecreatie ook in de toekomst gewaarborgd”.
Mevrouw Noot beschrijft in haar brief verder over een “afschrikwekkend perspec tief” met bouw van flats, andere stedelijke ingrepen (waaronder 5 restaurants van 12 meter hoog) waardoor “het groene, open karakter van Vlietland (..) voorgoed verleden tijd zal zijn”.
Dit is niet juist. Uit het OBP blijkt dat minder dan 1% van het gebied bebouwd zal worden. Op bladzijde 9 van het OBP staat verder: “In de toekomstige situatie zal het gebied zich nog steeds als een groengebied naar de omgeving presenteren als gevolg van de hoogopgaande beplanting eromheen. Vanaf de recreatieplas zal een beperkt deel van de verblijfsrecreatieve bebouwing (recreatieapparte menten en restaurant) zich als een markant punt manifesteren. De bebouwing oogte bedraagt ter plaatse maximaal drie bouwlagen en een kap. De overige bebouwing zal vanaf het water niet of nauwelijks zichtbaar zijn”. Uit het bestem mingsplan blijkt dat geen sprake is van 5 nieuwe restaurants van 12 meter hoog doch van 3 restaurants waarvan er 2 maximaal 9 meter hoog zijn en 1 maximaal 6 meter. Op bladzijde 10 van het ontwerpbestemmingsplan staat verder: “Het gehele gebied wordt zodanig ingericht dat de effecten op de omgeving zo beperkt mogelijk zijn: zorggedragen wordt voor een goede landschappelijke inpassing, zodanig dat het gebied naar de omgeving zijn groene karakter behoudt”.
Mevrouw Noot wekt in haar brief de indruk dat de eilanden waarop de nieuwe verblijfsrecreatieve voorzieningen worden gerealiseerd afgesloten zullen worden voor dagrecreanten. Dit is niet juist. De voet en fietspaden, de algemene voor zieningen en groene oeverdelen van de betreffende eilanden zullen voor iedereen toegankelijk zijn. De recreatiewoningen en appartementen zullen verhuurd worden (zoals nu ook het geval is bij de ligplaatsen in de havens en de staan plaatsen van de camping) aan een ieder die dat wil.
Mevrouw Noot stelt verder: “Het totale oppervlak van Vlietland blijft gelijk”. Dit is niet juist. Ten noorden van Vlietland zullen gronden verworven worden ten behoeve van het realiseren van openbare golfvoorzieningen. Ook schrijft mevrouw Noot: “het vrij toegankelijke, openbare deel van Vlietland wordt kleiner”. Uit het in deze brief gestelde en de inhoud van het ontwerpbestem mingsplan Vlietland blijkt dat dit niet juist is.
Mevrouw Noot schrijft verder in haar brief dat Vlietland B.V. het doet” voor komen alsof de Tweede Kamer, de Provincie Z H en de gemeente Leidschendam – Voorburg al hebben ingestemd met de plannen. Niets is echter minder waar!”. Uit het bestemmingsplan en de daarin genoemde rapporten en documenten blijkt dat mevrouw Noot volstrekt ongelijk heeft bij het doen van voornoemde bewe ring. Na jaren van onderzoek, publicatie van rapporten en zorgvuldig overleg hebben de Tweede Kamer, de Provincie Z H, de gemeente en de minister van VROM wel degelijk reeds ingestemd met de Vlietlandplannen. In het kader van de formele bestemmingsplanprocedure is de vaststelling van het bestemmings plan door de gemeenteraad voorzien op 6 juni a.s.
Tegen het einde van haar brief doet mevrouw Noot wederom een aantoonbaar onjuiste bewering door te schrijven dat de recreatiewoningen in “het gunstigst
gelegen stukje Vlietland” gebouwd worden “nl. aan de noordelijke oever van de plas, waar bij mooi weer dus de hele dag de zon schijnt…”. Dit is niet juist. De recreatiewoningen zijn –zoals gezegd voorzien op gronden die nu niet of nauwe lijks gebruikt worden en waar nu geen water is (dat de zon wel op dit stukje grond zou schijnen en elders niet is even onzinnig als onjuist). In het OBP staat over het te realiseren water bij de verblijfsrecreatieve voorzieningen: “In de nieuwe inrichting wordt het boezemwater van Vlietland doorgetrokken in het plangebied waardoor zo’n 2,6 ha aan nieuw boezemwater wordt gerealiseerd”. Uit het bestemmingsplan blijkt verder dat dit water openbaar bevaarbaar zal zijn waardoor de dagrecreatieve waarde van Vlietland aanmerkelijk verhoogd wordt. Tot slot beweert mevrouw Noot dat het Flora en Faunaonderzoek in Vlietland dat is verricht in opdracht van de gemeente “ondeskundig en onvolledig” zou zijn. Het onderzoek is echter verricht door een deskundig bureau dat bij het doen van het onderzoek en het opstellen van een rapport daarover alle zorgvuldigheids vereisten in acht heeft genomen. De conclusies van het onderzoek zijn dat er geen natuurwaarden worden aangetast door de beoogde verdere inrichting van Vliet land en dat er zelfs ecologische meerwaarden worden toegevoegd bij bepaalde natuurgerichte inrichtings en beheersmaatregelen.Circa 20 jaar geleden was er vrijwel alleen modder en water in een kaal en ontoegankelijk Vlietland. Dankzij grote inspanningen en inzet van de bij Vlietland betrokken partijen is een prachtig recreatiegebied ontstaan waar veel mensen plezier aan beleven. De beoogde verdere inrichting van Vlietland zal nog meer mensen en doelgroepen plezier verschaffen in het voor intensieve recreatie bestemde deel van Vlietland. Tegelijk zal Vlietland ook in de toekomst groen, aantrekkelijk, openbaar en gratis toegankelijk blijven alsmede goed onderhouden en beheerd. Voor meer informatie zie het OBP Vlietland op de website van de gemeente.

Bart Carpentier Alting
namens Recreatiecentrum Vlietland B.V.