Vierdaagse

GERARD VAN DEN BOSCH VOOR DE 15E KEER OVER DE EINDSTREEP

Gerard heeft dit jaar voor de 15e keer de Nijmeegse vierdaagse gelopen, die voor de 89e keer werd gehouden. Hij had gezelschap van 45.000 andere lopers en hij heeft het weer volbracht.

Hoe het zo is gekomen?
Gerard vertelt dat het nu 18 jaar geleden is dat hij een nieuwe heup heeft gekregen. De heup is toen tot drie keer toe geopereerd maar staat toch nog iets scheef in de kom. Hij merkte dat hij van wandelen opknapte en wilde wel eens wat verder lopen dan het vertrouwde rondje. Hij heeft zich toen samen met Lies aangemeld bij een wandeltocht in Lisse en daar hoorde hij over de vierdaagse van mensen die de tocht ook daadwerkelijk gelopen hadden. Dat leek hem wel wat. Hij heeft hiervoor anderhalf jaar getraind door 1 x per week een lange tocht van 10 km te lopen en mee te doen aan de avondvierdaagse in Leidschendam. Lopend naar de start van Stompwijk naar Leidschendam (12 km) daar 15 km lopen en dan werden ze door dochter Yvonne weer naar huis gebracht. Met zoveel kilometers in de benen durfde hij het wel aan. Sinds 16 jaar is hij bevangen door het Nijmeegse loopvirus. Slechts eenmaal heeft hij door ziekte verstek moeten laten gaan. Hij had de week ervoor de Kennedymars (80) gelopen en was met een bezweet lijf op een bankje gaan liggen uitrusten. De kou deed hem de das om, hij liep bijna een fikse longontsteking op. Het heeft hem 7 kilo gewicht gekost en erger nog, hij kon de vierdaagse dat jaar niet meelopen!

Jaarlijkse voorbereiding
Hij loopt de laatste 5 á 6 jaar elke woensdag een lange afstandstocht van 10 km in Zoetermeer. In de wintermaanden komt daar de Randstadserie bij van 8 tochten van 25 km verdeeld over 6 maanden. Op maandag en dinsdag loopt hij samen met Lies een rondje over het nieuwe fietspad bij de boerderij van Van Santen. Kilometers zat dus, hiermee is de basis gelegd en hoeft hij niet meer apart de lange afstanden te trainen.

Het meeste applaus
Door de operaties loopt Gerard niet echt makkelijk en hij heeft een lichte klapvoet. Bij korte afstanden is dit niet zo erg, maar als de vermoeidheid begint op te spelen gaat zijn rechterbeen slepen en is de kans op struikelen erg groot. Hij heeft steun aan een zogenaamde orthose een scheenbeschermer aan een voetstuk bevestigd. Hierover plaatst hij zijn steunzolen, dan wordt de rechtervoet automatisch opgetild. Het weegt werkelijk niets. Dit jaar ging dat ding de eerste dag al stuk. Gelukkig vond hij een auto onderdeel op de weg en met behulp van wat tape heeft hij de steun provisorisch kunnen maken en het heeft nog drie dagen dienst gedaan. Hij loopt bij de start even ‘makkelijk’ als bij de finish, alleen denken de mensen aan de kant altijd dat zijn manier van lopen door vermoeidheid komt. Niets is minder waar. Hierdoor krijgt hij wel altijd het meeste applaus en aanmoedigingen onderweg ’Het is nu niet ver meer hoor….’ wordt er langs de kant geroepen. In het begin had hij het hier erg moeilijk mee, nu knikt hij maar eens vriendelijk. Hij loopt op gewone stevige wandelschoenen, waarvan er één vakkundig door schoenmaker Adrie Bennis is opgehoogd. Lang niet iedere wandelschoen is hiervoor geschikt. Ondanks dat hij veel loopt, verslijt hij niet veel schoenen. Hij doet nu al 5 jaar met dezelfde schoenen.

Afstanden
De afstand wordt door leeftijd bepaald. Hij heeft 13 jaar de 40 kilometer gelopen met zijn vaste wandelmaat, nu hij 65 jaar is geworden hoeft hij ‘maar’ 30 kilometer per dag te lopen. Deze afstand heeft hij nu voor de tweede keer gelopen. En blaarvrij, andere jaren had hij af en toe een blaartje.
Hij heeft door de afstandswijziging wel een andere wandelmaat, die uit Monster komt.

De Doorstappers
Op maandag gaat hij richting Nijmegen. Hij slaapt met 35 andere lopers van “De Doorstappers” in een buurthuis in Nijmegen.
Er zijn 5 verzorgers, waaronder een masseur en een blarenprikker. Als om 6.00 uur de wekker gaat, staat het ontbijt al klaar, gekookt eitje, kopje koffie of thee alles is geregeld. Ieder maakt zijn eigen lunchpakket voor onderweg. ‘Dat is wel zo makkelijk, hoef je niet in rijen te staan wachten.’, legt Gerard uit. Om kwart voor 7 gaan ze op de fiets richting start, om 7.00 uur staan ze graag vooraan om als om 7.30 uur het startschot gegeven wordt als eersten hun benen te kunnen strekken. “Op de automatische piloot en blik op oneindig’, zegt Gerard.

Ja wat maakt het nou zo leuk?
De contacten onderweg, de hoeveelheid mensen, de massa, de jaarlijks terugkerende contacten, de leuke plaatsjes. Al hoewel er ook daar steeds meer bebouwd wordt en er veel beton voor groen in de plaats komt. Toen hij de 40 km nog liep was de pontonbrug bij Cuijk aan de Maas zijn favoriet stuk, al die mensen op de brug, het lopen door een tent waar de burgemeester himself de lopers aanmoedigde, de muziek langs de route. Hij loopt nu een andere route en veel natuurgebieden zijn er niet meer. Ze lopen hun eigen tempo en stoppen waar ze willen. Ze hebben jaren gelopen met posten langs de weg, maar dat vond Gerard achteraf gezegd toch niets. Je was verplicht je te melden, nu is hij eigen baas, allen melden bij de finish rond de klok van twee. Daar pakken ze de fietsen en op mijn vraag of hun benen dat nog wel willen antwoord hij: ‘Je weet niet hoe lekker dat is, een andere beweging maken.’
Bij thuiskomst aan de bouillon, even douchen in het andere buurthuis, pilsje pakken, gezellig naar de Tour de France kijken en napraten met de andere lopers. Om 17.00 uur komt de catering en dan is het aanvallen. Andere jaren gingen ze ’s avonds nog wel eens naar de Waalkade, waar je buiten op terrasjes kunt zitten, maar hiervoor was het dit jaar te koud. Maar wel best wandelweer een graadje of 18 á 19 dat loopt het lekkerst. De overige dagen verschillen niet zoveel met de eerste dag. Sommigen vinden de 3e dag het zwaarst met de 7 heuvelenweg, maar hem maakt het niets uit. Hij houdt er niet meer aan over dan een lichte spierpijn, die hij al weer gauw kwijt is. Er zijn zelfs 4 rittenkaarten in omloop voor de masseurs en blarenpassen. Aan Gerard is dat allemaal niet besteed.

Loting?
De organisatie heeft het aantal lopers gelimiteerd tot 45.000, zij schrijven er 47.500 in omdat niet alle inschrijvers ook lopen. Als je elk jaar loopt krijg je bij tijdige inschrijving een startbewijs. Maar als je een jaar overslaat moet je opnieuw ingeloot worden. Gerard is echter niet van plan om over te slaan.
Zijn vrouw Lies heeft tweemaal de tocht gelopen en vindt de Vierdaagse wel leuk, maar het trainen hiervoor minder. Ze is nog wel vijf jaar mee geweest voor de verzorging, maar nu de posten onderweg voor hun wandelgroep is vervallen, heeft dat weinig zin meer.

Laatste dag, de dood of de gladiolen
De vierde dag vindt Gerard toch wel de mooiste route. Bij Malden voegen alle routes zich tot een samenstromende massa. De weg is breed en ieder heeft de ruimte. Hij heeft heel wat vreemde figuren zien gaan, een aantal op klompen een meisje, dat met haar benen een rolstoel voortbewoog en allerlei nationaliteiten. Zelfs vanuit Australië, onze tegenvoeters.

De St. Annastraat in Nijmegen wordt jaarlijks omgedoopt tot Via Gladiola. De bloemen zijn niet aan te slepen. De gladiool, zo heb ik mij via internet laten vertellen, staat symbool voor kracht. Klinkt goed.
De gladiool komt van oorsprong uit zuidelijk Afrika en wordt ook zwaardlelie genoemd. Een Romeins zwaard heet een gladio, van gladio ben je al snel bij gladiator. De uitdrukking “De Dood of De Gladiolen” is dan ook afkomstig uit de Romeinse tijd waarin gladiatoren het risico liepen te worden gedood in de arena. Wisten ze echter te overleven dan werden ze bedolven onder deze bloemen.
Het krijgen van gladiolen wil dus zoveel zeggen als: “Je hebt het overleefd!”
In mijn beleving is dat ook zo, want het is volgens mij een enorme klus, ook al denkt Gerard daar anders over.

Op vrijdagavond wordt er feestelijk afgesloten en op zaterdag gaat iedereen weer huiswaarts. Pas in het najaar treft hij weer enkele lopers bij aanvang van de winter training en sommigen ziet hij pas volgend jaar weer.

Gerard heeft zijn cijfer (15) om op het lint van het kruisje te spelden weer binnen en ook bij hem thuis staan de gladiolen in het water.
Petra Oliehoek- van Es