Muizenissen

 

Pas op voor eksters. Dat zijn die zwart-witte ‘kraaien’ die je vaak op straat ziet zitten en pas op het allerlaatste moment, vlak voordat je Michelin-banden ze raken, opvliegen. Meestal zijn ze dan zo druk (gulzig) bezig met iets van straat te vreten, een platgereden egel of een half opgegeten broodje wat door het autoraam naar buiten gegooid was,  waardoor ze het voorbij razende verkeer hinderlijk negeren. Naast de eend en de kat zijn ook de ekster en de kauw oorzaak dat er mensen stickers op de auto plakken met de tekst: ik rem voor dieren! Dat is fijn om te weten als je er achter rijdt…Zodra je dan met je neus in de airbag hangt komt de bestuurder van de auto natuurlijk heel arrogant zijn/haar auto uit om je eens flink met de neus op de sticker te drukken. Bah. Moet ik dan een sticker op mijn vóórbumper plakken, met de tekst: ‘Ik rem niet voor auto’s die remmen voor dieren!’? Nee, dat lijkt mij niet verstandig. Voor dat je het weet krijg je dan dreigbrieven van dierenliefhebbers en daar zit ik nou ook niet bepaald op te wachten. Nu is gebleken, na een wetenschappelijk onderzoek, dat eksters ons …uitschelden! Ik heb dat echt niet verzonnen, het stond in menig krant en de Telegraaf kwam er niet als eerste mee dus er moet iets van waarheid in zitten. Eksters schelden dus. Niet naar iedereen, wel naar mensen die ze ‘kennen’. Zodra er iemand voorbij loopt die ze niet ‘kennen’ houden ze hun snavel en zetten ze hun (vreet)werkzaamheden gewoon voort. Het was mij eigenlijk nog nooit opgevallen terwijl ik toch menig ekstertje in mijn leven voorbij heb zien huppen of vliegen. Maar ik bekeek ze toen nog met de kennis van vóór het bericht in de krant. Nu is dat anders. Laatst had ik zo’n schreeuwerd in de straat. Hij (of zij) vloog van dakrand naar lantaarnpaal en weer retour, ondertussen luid kwetterend (scheldend dus) alsof de wereld verging. Na een klein uurtje was mijn geduld op (ik stond iets verderop te vissen) en ging ik op onderzoek uit. Mijn speurwerk leverde na een minuut of tien wat op want er was een jong van hem/ haar in de bosjes terecht gekomen. De Gemeentelijke bosjes die een paar keer per jaar door mensen met oranje overalls gesnoeid worden. Het onfortuinlijke beest was waarschijnlijk na een oefenvlucht neergestort…Daar hoor je dus de PvdD nooit over… Dat er geen veilige zones zijn voor vlieg- lerende eksters of andersoortige vliegbeesten. Vooral het loopgedierte onder ons is wel van alles geregeld. Zodra er een snelweg is gebouwd krijgen ze al een tunnel zodat ze veilig over kunnen steken en de padden worden door fanatieke paddenliefhebbers met liefde opgepakt en overgezet naar den overkant. 

Het jong zat ineengedoken en hield zijn snavel. Logisch, want op enkele centimeters er vandaan zat een dikke kat zichzelf te verlekkeren. Tot ie mij zag! “Ga naar je eigen tuin!” snauwde ik de kat toe, waarop deze zó schrok dat hij direct de nabijgelegen boom in klom. Ik kwam nu toch wel in een tweestrijd: of gewoon lekker doorgaan met  vissen en het eksterjong laten voor wat het was (een eksterjong in nood) of toch maar dat beetje dierenliefde in mij aanspreken. Het werd dat laatste. Voorzichtig pakte ik het jong op waarna moeke ekster, daar ging ik maar van uit want moeders zijn altijd wat bezorgder, helemaal uit haar dak ging. Dak? Ja, dat was de oplossing. Ik zette haar terug op het dak en dan gaat ze eerst maar droog oefenen. Vijf minuten later hield het schelden weer op en keerde de rust weer terug en kon ik weer verder gaan met vissen.

                                    Arjen Veldhuizen