Kaasboer

Uit AD: Wekelijkse serie over de D4 van Wilhelmus uit Voorburg.

Pieter de Leeuw is schrijver/journalist en vader van Marijn

Na de winterstop moet Marijn het doen zonder de steun van onze kaasboer. Elke zaterdag staat hij op de markt op de hoek van het Oosteinde en de Rozenboomlaan in Voorburg, samen met zijn jongere broer en één of twee schuchtere knechtjes. De kaasboer die Koen heet en uit Stompwijk afkomstig is, is een open en vriendelijke man. De eerste keer dat Marijn in zijn voetbaloutfit naast me stond, vroeg hij hoe de wedstrijd was gegaan. Gelukkig was er gewonnen. “En heb je nog gescoord?” Dat had Marijn niet, maar de royale aandacht van de kaasboer maakte veel goed. Dat bleef zo. Elke week stond Marijn na de wedstrijd klaar om mee naar de markt te gaan en Koen te vertellen wat de uitslag was en zijn persoonlijke aandeel in de wedstrijd kort samen te vatten. In de auto terug naar huis vroeg hij soms of het gek was als hij een schot of een schijnbeweging demonstreerde. Ik zei onveranderlijk dat de kaasboer dat zou waarderen, maar als we eenmaal naast elkaar voor zijn kraam stonden en aan de beurt waren, vond Marijn het net teveel gevraagd en stonden er altijd wel een paar klanten hinderlijk mee te kijken. Dus volstond hij met het noemen van de uitslag. Hij hoopte dat Koen het daarbij zou laten. De kaasboer verstond zijn vak en vroeg bereidwillig of Marijn gescoord had en iets later en iets wijzer geworden, soms een assist had gegeven. Vond ik dat Marijn te bescheiden was, vulde ik hem aan. De enkele keer dat ik geen kaas nodig had en Marijn na de wedstrijd vroeg hoe laat we naar de markt zouden gaan, gaf ik me gewonnen. De kaas kwam toch wel op en het was fijn om naar Marijn te kijken als hij het met de kaasboer over de wedstrijd had. In de ‘E’ werd het anders. Toen wilde hij alleen nog mee als de wedstrijd gewonnen was. Redelijke vermaningen hadden geen effect en dus ging ik met Anne, zijn twee jaar jongere zus, naar Koen om een pond kaas te kopen en te vertellen op welke maner de wedstrijd verloren was gegaan. “Maar wil hij dat zelf dan niet komen vertellen?” Ik haalde mijn schouders op. “Jongens worden groot’, misschien zei ik zoiets. Maar als er gewonnen was en zeker als Marijn een doelpunt had gemaakt, kon hij niet wachten om de gulle complimenten van de kaasboer in ontvangst te nemen. Nu gaat hij al een tijd niet meer mee. Na de wedstrijd, gewonnen of verloren, valt hij languit neer voor de Playstation en speelt hij net zo lang gewelddadige spelletjes tot ik zeg dat het mooi is geweest. Trouw vraagt Koen elke week hoe Marijn het heeft gedaan. Met een dankbare glimlach vertel ik wat er gebeurd is.

Maar na de kerst houdt Koen er mee op. Misschien wordt hij een dagje ouder of vindt zijn vrouw het gezellig als hij op zaterdag een keertje thuis is. Marijn zuchtte toen hij het bericht hoorde. Hij zei dat hij na de eerstvolgende wedstrijd mee zou gaan om nog een laatste keer het opgewekte commentaar van onze kaasboer te horen. Maar op deze zaterdag is de uitwedstrijd tegen SEV afgelast. Volgende week dan maar.