Vragen in Provinciale Staten over bouw Vlietland

Carla van Viegen, fractievoorzitter Partij voor de Dieren in Provinciale Staten Zuid-Holland, wil van Gedeputeerde Staten weten wat zij vinden over de bouwplannen voor natuur- en recreatiegebied Vlietland, waar de provincie eigenaar van is. Ook vraagt zij welke mogelijkheden er voor de provincie zijn om de bouw tegen te houden.

‘Wat vindt u ervan dat een deel van het openbare recreatiegebied wordt opgeofferd voor een vakantiepark met 222 vakantiewoningen en 569 parkeerplaatsen 222 vakantiewoningen en 569 verharde parkeerplaatsen in het natuur- en recreatiegebied Vlietland’, zo wil Van Viegen weten.

‘Op welke wijze zijn klimaatadaptatie, hittestress, stikstof, woningmarkt, corona/thuiswerken – meegewogen bij de voorgenomen bouw van het vakantiepark? Welke alternatieven zijn er door de provincie en de exploitant van het gebied onderzocht om de jaarrond-recreatie te bevorderen en tot welke resultaten heeft dit geleid’.

‘Welke alternatieven zijn er onderzocht om andere opbrengsten te genereren die ten goede kunnen komen aan het beheer en onderhoud van natuur- en recreatiegebied Vlietland? Hoe weegt u het economisch gewin van enkelen ten opzichte van het welzijn van omwonenden en recreanten inzake de plannen voor het vakantiepark’.

‘Hoeveel bomen moeten er voor dit plan worden gekapt, is daar een provinciale vergunning/melding voor nodig en op welke wijze en welk tijdsbestek wordt in het plangebied een herplantplicht opgelegd? Op welke wijze en op welke locatie en wanneer wordt compensatie geregeld voor het eventueel verloren gaan van 22 ha natuur- en recreatiegebied’.

‘Deelt u de zorgen van de inwoners van Voorschoten en andere omwonenden en op welke wijze participeren inwoners bij dit project?4 Hoe beoordeelt u het draagvlak onder de bevolking voor de ontwikkeling, mede in het kader van burgerparticipatie, gezien het feit dat een opgezette petitie om Vlietland open en groen te houden al 15.470 keer is ondertekend’.

‘Bent u met ons van mening dat deze plannen, naast de opoffering van het gebied vanwege de Rijnlandroute, nog meer inbreuk vormen op de natuur, rust en ruimte in het gebied? Zo nee, waarom niet? Hoe schat u de toenemende impact in voor de regio (natuur, recreatie, meer drukte, geluidsoverlast, infrastructuur, ruimtelijke kwaliteit) ingeval de plannen voor het grote vakantiepark doorgaan? Hoe wordt verzekerd dat de provinciale ruimtelijke kwaliteit van het gebied minimaal gelijk blijft’.

‘Op welke wijze en door wie worden de kosten betaald voor onder meer de aanpassing van infrastructuur, aanleg parkeerterreinen en de aanleg van nieuw zandstrand? Vindt u het verantwoord dat gemeenschapsgeld wordt gebruikt voor een ontwikkeling waarvoor de doelgroep beleggers en veelal buitenlandse toeristen zijn? Welke bevoegdheden en taken heeft de provincie inzake deze plannen? Is er al contact geweest met de gemeenten Voorschoten, Leidschendam-Voorburg en Leiden en zo ja, wat was daarvan het resultaat’.