Koetjes en kalfjes

Hierbij het vervolg van de tips van Jelle Hermus van So Chicken voor het voeren van een (ander) gesprekje. Strek de benen, maak een ommetje, pak een bankje en ga het gesprek eens aan met een ander.

11. Door vragen te stellen breng je anderen aan het praten. Mensen vinden het héérlijk om te praten, vooral over zichzelf. Dat geldt voor mij ook trouwens. Maar ik heb geleerd dat mensen liever naar zichzelf luisteren dan naar mij. En dat is prima, want ik heb ook geleerd dat luisteren veel interessanter is dan praten. Je steekt er veel meer van op en je maakt er meer vrienden mee.

12. Stel dus geen gesloten vragen, want dan zijn mensen snel uitgepraat. Stel open vragen: “Wat doe je eigenlijk in het dagelijks leven?” “Oh ICT, interessant. Dan ben je zeker ook druk met AI en zo, wat heeft dat voor impact op jouw werk?”

13. Blijf doorvragen, voor je het weet heb je een leuk gesprek op gang, en leer je de ander stukje bij beetje kennen.

14. Maak er geen interview van. Natuurlijk is het de bedoeling dat je zelf ook wat bijdraagt aan het gesprek. Maar geef de ander de leiding. Laat de ander bepalen wat jouw inbreng in het gesprek wordt. Als iemand graag praat, laat diegene dan lekker praten, en luister.

15. Veel gesprekken zijn geen gesprekken. Het zijn twee mensen die allebei wachten op hun beurt om te praten. Ze luisteren niet of nauwelijks, maar injecteren constant hun eigen ervaringen en meningen in het gesprek. Doe dat niet. We hebben allemaal mensen in onze omgeving die dat constant doen, en het stoot enorm af.

16. Als ik zeg: “Ik ben vanochtend met m’n dochter naar de huisarts geweest”, dan is het logisch dat de ander iets vraagt als: “Oh jee, waarvoor?”. Bij sommige mensen krijg je echter een reactie als: “Ja, ik ook vorige week, was nog een heel verhaal want… blablabla.” En vervolgens gaat het gesprek over de dochter van de ander. Als dat gebeurt, dan weet je dat de ander geen interesse heeft in jouw leven. Als dat constant gebeurt, dan ontdek je dat diegene niet bij je past. Jij wilt zelf niet zo’n persoon zijn!

17. Maak er een gewoonte van om jezelf voor te stellen. Het is een dooddoener om even rond te zwaaien op een feestje “Hallo allemaal, ik doe het even zo, gefeliciteerd!” Dat is makkelijk, maar het is vervolgens een stuk moeilijker om leuke gesprekken op gang te krijgen. Vooral omdat iedereen direct het gevoel heeft dat jij geen sociaal persoon bent. Ga dus gewoon even rond, stel jezelf voor en doe je best om de namen te onthouden.

18. Sta je te praten en komt er een derde persoon bij staan die je nog niet kent? Onderbreek dan even het gesprek: “Sorry, maar wij hebben nog geen kennisgemaakt, hai, ik ben Sanne.” Jezelf niet voorstellen is bijna altijd meer awkward (ongemakkelijk) dan je wel voorstellen. Zelfs als de situatie ongemakkelijk aanvoelt. Jezelf voorstellen aan anderen is altijd een goed uitgangspunt.

19. Kijk de ander in de ogen terwijl je een hand geeft. Als je het moeilijk vindt om een goede hand te geven, oefen je coördinatie dan met een goede vriend. Leg uit dat je je eerste indruk wilt verbeteren en dat je even wilt oefenen met handen schudden. Geef elkaar gewoon een paar keer een hand en merk hoe het steeds beter gaat.

20. Besef dat je fouten gaat maken. Dat er ongemakkelijke situaties zullen ontstaan. Dat je een paar keer in ongemakkelijke situaties zult belanden. Dat hoort erbij. Maar maak je geen zorgen, mensen vergeten snel. En weet je, als je wilt kunt je er zelfs van genieten – awkward situaties zijn best grappig.

21. Neem jezelf niet te serieus. Lach om jezelf als je iets raars doet of zegt, en wees gewoon eerlijk. Als je iets raars zegt, leg dan gewoon even uit hoe dit tot stand kwam: “Oh, joh, sorry! Wat gênant zeg, haha! Ik dacht het vooral omdat je alcoholvrije wijn dronk. Nu lijkt het net of ik je dik vindt! Maar je moet dus nog rijden. Ik dacht dat je altijd op de fiets kwam, waar woon je dan?”

22. Het onthouden van namen is heel belangrijk. Als iemand zich voorstelt, luister dan goed naar de naam. Als je de naam niet goed kon verstaan, vraag dan gewoon nog even: “Sorry, wat is je naam ook alweer?” Herhaal vervolgens de naam nog een paar keer in je hoofd. Ben je later iemands naam vergeten? Vraag er dan gewoon nog even om, en leg uit dat je het moeilijk vindt om namen te onthouden. Niets aan de hand.

23. Eerlijk en open zijn werkt het best. Probeer je niet beter voor te doen dan je bent. Wees gewoon jezelf. Mensen praten graag met echte mensen. Ze maken graag echt contact. Als jij je anders voordoet dan je bent, dan hebben mensen dat vrij snel in de gaten en verliezen ze hun interesse.

24. Eerlijk en open zijn betekent ook kwetsbaar zijn. Want als je echt laat zien wie je bent, en mensen vinden het niet leuk wat ze zien, dan betekent dat dus dat ze jou niet leuk vinden. Dat kan pijnlijk voelen. Maar besef dat mensen je meestal leuker vinden als je jezelf bent, en besef ook dat niet iedereen je vriend hoeft te zijn. Hoe meer je bepaalde mensen afstoot, des te groter de kans dat je andere mensen juist weer sterker aantrekt.

25. Laat je ego los. Dat klinkt makkelijker dan het is, maar het is wel belangrijk. Probeer niet constant je gelijk te krijgen. Probeer andere mensen niet de les te lezen. Probeer niet overal een discussie van te maken. Je versterkt de band als je gemeenschappelijke factoren vindt. Door je af te zetten tegen anderen, verslechter je de band in veel gevallen. Ben je het niet eens over een onderwerp? Prima, ga door naar een ander onderwerp om het gemeenschappelijke gevoel weer te herstellen.

26. Beweeg in de conversatie van luchtigheid naar meer diepte. Een gesprek begint bij feiten. Het weer, je werk, het vinden van een parkeerplaats, de plek waar jullie zijn etc. Vervolgens kun je verder bewegen naar meningen (waarbij je aftast waar de ander staat), en vervolgens kun je verder gaan naar gevoelens. Dat is soms makkelijker dan andere keren. Het is het niveau van gevoelens waarop je het ego voorbij gaat, en echt een betekenisvolle connectie tot stand kunt brengen. Het is ook het meest kwetsbare gedeelte van iemands leven, dus je komt hier pas wanneer jullie elkaar vertrouwen.

27. Je bouwt vertrouwen door zelf open te zijn over je eigen meningen en gevoelens. Wanneer jij de deur opent, zal de ander ook sneller geneigd zijn om dat te doen. Maar gooi niet ineens alle kleppen open, dat stoot mensen af. Open jezelf stap voor stap, stukje bij beetje, en laat de ander hetzelfde doen. Voor je het weet bouwen jullie samen een mooie band op.

28. Stel jezelf regelmatig bloot aan sociale situaties. Oefen zo vaak als je kunt. Begin klein, bouw je vaardigheden en zelfvertrouwen langzaam op, en merk hoe je steeds beter wordt in het aanknopen van gesprekjes.

29. Weet dat de meeste mensen het heerlijk vinden om meer contact te hebben met de mensen om hen heen. Dat geldt voor je vrienden, voor je familieleden en voor nieuwe mensen op straat. Iedereen wordt blij van een glimlach, een vrolijk goedemorgen, een gezellig gesprekje. Iedereen vindt het fijn als een ander oprecht interesse in je toont. Dat geeft je het gevoel dat je speciaal bent, dat je waardevol bent. Het is geweldig als jij anderen dit gevoel kunt geven. Hoe meer je met mensen omgaat, des te sterker je begint te beseffen dat het ook wáár is. Iedereen is speciaal, iedereen is waardevol. En iedereen is het waard om van gehouden te worden.

Leuke gesprekjes aanknopen is een praktische manier om liefde te verspreiden in de wereld. ?

Luchtige gesprekjes zijn vaak het begin van iets moois. En hoe beter je wordt in contact leggen, des te meer magie je leven zal krijgen.

Je vindt vrienden die bij je passen, je maakt kennis met nieuwe denkbeelden, je beleeft meer plezier met mensen en je hebt een sterker sociaal vangnet. Aldus Jelle

Er is komende week genoeg gelegenheid om uit te proberen. Doe er je voordeel mee, 

Petra