Herinneringen
De korte repetities, als er na de repetitie een voetbalwedstrijd op het programma stond. Dan had dirigent pastoor Paap heel veel haast, want voetbal was voor hem heilig. Op zo’n avond kon het koor niets verkeerd doen en deed Kees Luiten er langer over om van en naar de repetitie te gaan, dan dat er gerepeteerd werd. Ook de mis werd dan snel afgedraaid, na 20 minuten stond je weer buiten.
De processie lopen tijdens het rijke Roomse leven rond de kerk en ondertussen de Vlaamse reuzen bewonderen van pastoor Koning of prachtige processies door het dorp ter gelegen-heid van een feest.
Het herenkoor verzorgde de rouw- en trouw-diensten, dan moest je dus wel in de gelegenheid zijn om tussendoor vrij te zijn om te kunnen zin-gen. Ik neem aan dat dus juist de zelfstandigen en boeren lid waren van het koor. Toen deze beschikbaarheid problemen ging ople-veren heeft het dameskoor deze taak overgenomen.
Diverse dirigenten hebben door de jaren heen de revue gepasseerd, soms een pas-toor zoals Paap, soms de man van de organiste zoals Ben Hillen. De een jarenlang, de ander wat korter. De een opbouwend, de ander meedogenloos in zijn kritiek over de ‘aardappel in de keel’, die meer kapot heeft gemaakt dan hen lief was. Er wordt heftig geknikt bij de herinnering aan pastoor Ammerlaan.
De Latijnse missen, de overstap naar Nederlandse liederen. Het altijd tegen de rug aankijken van de pastoor, die met zijn gezicht richting tabernakel stond.
Het knielen met de communie op de banken, de handen onder het schone laken, ogen dicht (of toch even gluren) tong uit de mond om de heilige hostie in ont-vangst nemen.
Het voorzingen door de schooljeugd bij meester Kappedijk, ter ondersteuning bij hoogtijdagen zoals Kerstmis. In die dagen werd een nachtmis om 4.30 uur gehou-den voor 16 jaar en ouder, De priesterwijdingen van pastoor Juffermans, Jan Ham en André Oliehoek met koetsjes door het dorp
Otto betreurt het feit dat het zangkoor van boven naar beneden is gegaan. Je moest op tijd boven zijn, want met zoveel leden was er weinig ruimte. Het in de plooi blijven zitten en geen praatjes meer tussendoor of zelfs een boodschapje onder de preek, even naar de Spar of Henk van Santen kon niet meer. Geen krulspelden of schorten meer.
Die schorten. Ineens herinnert Lilia Turkenburg zich de schorten van Willy en Gretha Havik. Zij hielpen vader Jan met het bezorgen van het brood met de brood-kar, omdat er ook voor hen brood op de plank moest komen. Dat zij onder wer-kenstijd, met schort, snel naar de kerk tussendoor het koor oprenden voor een ge-zongen mis en daarna weer aan het werk gingen.
Lilia wist het zeker, bij die club wilde ze nooit horen. En zie nu na 27 jaar eigen-tijds koor en 3 jaar het dameskoor, behoort zij nu ook tot een van de jubilarissen. Zij is bij de overstap, toen een deel van het eigentijdse koor overstapte naar Zoe-terwoude, goed opgevangen. Nog leuker zou het zijn als meer jonge mannen en vrouwen zich aanmelden.
Veel mensen lieten in die tijd even het werk achter zich, als de klokken luidden, om naar de kerk te gaan om te zingen. “Joop, je moet opschieten de klok luidt al.”
Herinneringen vliegen over tafel zoals het betalen van een dubbeltje als je niet kon komen en een stuiver als je te laat was. Dat ging in de uitgaanspot.
De Koppeltjes-maandag, gehouden op de laatste dinsdag van de Vastentijd, kort vergaderen en lang kaarten, biefstuk gebakken met brood met roomboter.
Sjaan de Groot herinnert zich het stokje van dirigent Gerrit die met een slag van zijn dirigeerstokje de dames tot orde riep. Veel leden van het koor zijn op verzoek
van Joop Suyten lid geworden van het zangkoor . Riet van den Bosch zei ja, zodra haar jongste kind Maurice naar de ‘grote’ school ging. Mevrouw Groeneweg liet er een thuis in de wieg en nam twee kinderen mee. Teken- en kleurboeken en een snoepje van Tante Mien hield ze rustig en dan weer vlug terug.
Agaath Hoogeveen is samen aan het koor gegaan met mevrouw van der Geest. Het Latijns zingen vond ze maar lastig, het Nederlandse lied zingt veel beter. Tini Luk werd op aandringen van haar zus Corrie Turkenburg-Bakker lid van het koor. Ze zou een keer meegaan en is in ieder geval 25 jaar gebleven, ook pas nadat haar jongste naar Zoetermeer op school ging. Zo verging het Grarda Knijnenburg ook. Als ze het weekblad de “Margriet” aan het bezorgen was en ze hoorde de klokken, ging ze gauw in haar ouwe zooitje naar boven en na het zingen ging ze weer verder met haar wijk. Hoogtepunt was voor haar het zingen in de St. Jans-kathedraal in Den Bosch.
Nu ze beneden op het altaar zingen hebben ze speciale kleding, zwarte rok en witte blouse aangeschaft die tijdens rouwdiensten gedragen wordt. Er is op uitnodiging gezongen in De Gouden Leeuw, tijdens de bondsvergaderingen van de Zuid-Hol-landse Bond en het ziekentriduüm in Zoeterwoude. Net weer even anders.
Mevrouw Annie Waayer heeft altijd van zingen gehouden en zong op verzoek van Joop Suyten het “Avé Maria”. Als dank kreeg ze dan een reep chocola van Joop. Ze zijn er allemaal van overtuigd dat Joop een stoel hoog in de hemel heeft.
De fooien werd verzameld en men ging hier gezellig van uit. Nu wordt jaarlijks op het feest van patroonheilige Cecilia in het gebouw van De Blesruiters een feestje georganiseerd en natuurlijk waren ze van de partij op de vrijwilligersavond van de kerk, die gehouden werd in het Dorpshuis.
Eenmaal per maand wordt nog de Gregoriaanse mis gezongen. Aanstaande zon-dag om 11 uur, is ter gelegenheid van het jubileum een speciale mis, waarbij u allen van harte bent uitgenodigd. Petra Oliehoek-van Es