Laatste deel van de reis naar Mexico

Op 14 december trekken wij door naar Angangeo, een dorpje wat een kleine 300 km verder ligt. Hier voltooit zich een wereldwonder. Na een bustocht van vele uren komen wij eraan en bestellen ons hotel. Wij zitten dan inmiddels in de bergen op een hoogte van 2750 meter. Koud dat het is en geen kachel of verwarming te bekennen. Ons doel is de koningsvlinder op te zoeken die hier met miljoenen vanuit Canada en Amerika neerstrijkt rond 2 november. Voor de Azteken was dit ook ‘De dag van de Doden’. Zij zagen de terugkeer van de vlinders als een terugkeer van iedere gedode krijger die zij in de strijd verloren hadden. Met miljoenen strijken deze vlinders neer op een stukje bos van 400 x 400 meter, boven de 3500 metergrens. Met een pickuptruck worden wij naar boven gereden langs diepe ravijnen. Nog zo’n 45 minuten lopen daarna en dan komen wij aan. Geen vlinder te zien, alleen zwarte takken. De gids geeft aan dat het zwart allemaal kluiten vlinders zijn. Takken hangen zwaar naar beneden en met de zoomlens is nu goed te zien hoeveel het er zijn. Het weer zit niet mee, want de zon komt nauwelijks door, noodzakelijk om deze dieren rond te kunnen zien vliegen. Zij komen vanuit Canada en Amerika en vliegen ca. 125 km. per dag. Deze beesten vliegen van 1 meter tot wel 3000 meter hoogte, de maximale grootte is 10 cm. en zijn roodbruin gekleurd. Over de vlucht van Canada naar Mexico doen zij 25 dagen. De mannetjes doen zich tegoed aan de bloemen die zij eten, de vrouwtjes eten hars van de bomen. De mannetjes sterven in Mexico, nadat zij de vrouwtjes bevrucht hebben. Rond februari, de tijd dat de vrouwtjes terugvliegen, ligt het bos bezaaid met centimeters dikke laag dode vlinders. De vrouwtjes keren rond die tijd terug naar Canada, waar zij hun 400 eieren leggen – één per blad, zodat de larf geen concurrentiestrijd aan hoeft te gaan met zijn soortgenoten. De larven poppen 5 keer in één week, voordat zij vlinder worden. Rond twaalf uur, toen hadden wij reeds drie uur wachten erop zitten, ontwaken bij een schraal zonnetje de eerste vlinders. De lucht vibreert helemaal van het geluid van bewegende opwarmende vleugels van vlinders. Even later zijn wij omgeven door duizenden vlinders die het luchtruim zoeken. Een ervaring die je niet kunt beschrijven, maar alleen het gevoel erbij te mogen zijn en het ruizen van de vlindervleugels in dat bos is er een die niet te vergeten is. ’sAvonds laat keren wij terug in Mexicocity.
Op 15 december checken wij ons in, ons vliegtuig vertrekt om half een. Lange rijen staan voor het apparaat waar onze bagage gescreend wordt. Na flink veel turbulentie, waarbij de motoren op haast 12 km hoogte boven de Oceaan aangieren en de koffie uit ons kopje verdween in verband met de turbulentie, kwamen wij in Madrid aan. Hier de aansluiting weer gehad naar Amsterdam en op 16 december om 13.00 uur waren wij thuis.

Leo Wijnhoven, U weet wel, die van de Zustersdijk