45 jaar botenbouwer

Hans Hilgersom is aan zijn laatste weekje bezig en dan sluit hij zijn carrière als botenbouwer af. Hij heeft er dan 45 jaar opzitten bij 3 generaties Van den Brink en dat is een mooi moment om te stoppen én om samen even terug te kijken.

De start
Hans is een 15 jarige jongeman als hij de L.T.S. afrond. Hij heeft op zijn cijferlijst een 8 voor houtbewerking en een 7 voor metaal en dat is voor hem de reden om voor zijn vervolgopleiding te kiezen voor houtbewerking. In die tijd ging je dan naar de avondschool. Na het werk gauw eten en dan op de fiets tweemaal per week naar Leiden, waar je dan van 17.30 tot 21.30 uur de lessen ging volgen. Hans koos de opleiding tot scheepsbeschieter, dat wil zeggen het intimmeren van stalen of betonnen constructies. Dus het opvullen van casco’s. Hij leert er technisch tekenen en alle kneepjes van het vak. Op een van die avonden fietstte hij ’s avonds met Frans van den Brink vanuit Leiden naar huis en vertelde dat hij een baan zocht. Volgens Fans kon zijn vader nog wel een mannetje gebruiken en zo gezegd, zo gedaan…..

Hij startte dus bij Toon van den Brink aan de overkant van zijn huis, en is daar al die jaren gebleven. “Sommigen vinden dat saai”, zegt hij, “maar als je het gewoon naar je zin hebt, dat is dat goed.” Zijn vader zei altijd al: Hier vind je wat en daar laat je wat”.
Hij ging toen nog over het bruggetje bij het winkeltje van Vurens naar de werkplaats. De boten werden via de dijk bij Cor Hoogeveen te water gelaten en de boot kon onder de kwakel door en via de ophaalbruggen de Nieuwe Vaart bereiken. Toen lag er nog een steiger. Eerst via een zelf gebouwde ‘te water laat helling en later met een echte takel aan de brug. En nu zijn de methoden weer veranderd en worden ze kant en klaar van het terrein afgereden, om buiten te water te worden gelaten.

Speed en andere boten
Eind jaren 50, begin 1960 werd er gestart met de bouw van speedboten. Ook toen werd er al moeilijk gedaan over de te hoge snelheid op het water. Ik heb pas nog
35
een filmpje uit die tijd gezien waar op de Nieuwe Vaart achter een speedboot werd geskied, met een grote draai vlak voor de Hoge Brug.
Later werd ‘De Pluis’ in productie genomen, een open zeilboot, en de bekende BM.
De jaren 1964 tot 1980 stond in het teken van de ‘Kolibri’ een kajuitboot van 5.60 m. Daar is uiteindelijk de jachtwerf ook naar genoemd. Dat waren hoogtij dagen met 6 man personeel. Per jaar kwamen er 8 complete Kolibries uit de werkplaats. Ze hebben er wel 1000 gemaakt, maar dan als bouwpakket. De romp werd geleverd met alle uitzagingen, een tekening en gebruiksaanwijzing en klaar. Elk jaar was er wel een boot te zien op de Hiswa, dé jaarlijkse tentoonstelling met alle ontwikkelingen en nieuwe snufjes op gebied van boten.
De bouwpakketten werden overal afgebouwd. Hans weet nog dat er een afgeleverd werd in Zwaag. Geen schuur te zien, waar moest die boot nou heen?. De boot is dus gewoon afgebouwd in de woonkamer van de bungalow zelf. Alles stond in de keuken opgestapeld. Of die keer in Amsterdam op een zolder, de gevel moest eruit om de boot er uit te kunnen halen. Ook wel eens in het ruim van een schip in Amsterdam, dat was een echte geboorte zo vanuit de buik van een schip kwam de boot. Mooie tijden….

De crisis
Begin 1980 zakte de markt in elkaar. Zeg maar gerust donderde de markt, in elkaar, vult Pim van den Brink aan. Geheel onverwacht was er totaal geen vraag meer. Dat was een echte crisistijd en gedurende vijf lange jaren hebben zij met hangen en wurgen het hoofd boven water kunnen houden. Er is gezocht naar andere mogelijkheden en er zijn toen surfplanken gemaakt, moderne molenwieken en allerlei kleine projecten werden aangenomen met meer en minder succes.
In 1985 kwam er een 9 meter, dus groter model boot op de markt. Daar was weer vraag naar en de markt trok weer aan en de werf timmerde er weer op los. Daar hebben ze er al gauw 60 stuks van gemaakt. De vraag blijft en de modellen wisselden elkaar af..

Ongewijzigd procédé
De schuurtjes verdwijnen, de werkplaats breidt uit, nieuw gereedschap biedt zich aan. Het hoofdbestanddeel Van den Brink blijft, de samenstelling wijzigt iets. Toon gaat het wat rustiger aan doen en de zaak gaat over in handen van zijn zoon Leo. Inmiddels doet ook Leo het nu wat rustiger aan en vanaf 1993 heeft zijn zoon Pim de zaak in handen. Opa Toon was toen en vader Leo is nu dagelijks in de werkplaats te vinden, want het werk laat je niet meer los.
En met hen bleef Hans jaren trouw. Door dik en dun. Wat ook niet veranderde was het hout, ze zijn er altijd met blijven werken. Wel wordt het hout bewerkt met een soort polyesterachtige verf. Dat is minder onderhou(t)dsgevoelig en blijft
36
makkelijk 10 jaar hou(t)dbaar. De verf is agressiever en schadelijker, maar gaat veel langer mee en de verlijming gaat beter. En dat brengt ons bij

Het geheim van de lijm
Het is een echt uniek in Europa. Het is niet zozeer de lijm die gebruikt wordt maar de manier waarop de diverse lagen gefineerd worden. Je moet de vorm van een boot voorstellen: in het midden breed, maar voor en achter smal. En vanaf de bovenkant van het dek tot de middellijn onder de boot loopt het enigszins rond. Het hout moet dus dubbel gevormd worden, van hoog naar laag en van voor naar achter. En dan nog diverse lagen en kruislings over elkaar. Klinkt voor een leek als een ingewikkelde klus. Zij draaien hun hand er niet voor om. Wel draaien ze nog steeds de deur op slot. Die manier van lijmen is namelijk benijdenswaardig. Ze hebben al vaak geïnteresseerde ‘spionnen’ in de werkplaats gehad om het geheim te ontfutselen. Op deze manier blijft het geheim en de mythe hierom heen al jaren in stand en dat willen ze graag zo houden.
Hans kreeg in die beginjaren dan ook van Toon te horen “Hans, als je nog eens weggaat, mag je het niet verder vertellen hoor”.

En nu het zover
“Wat nu?”vraag ik. Hans gaat leuke dingen doen, zeilen, vissen, met zijn eigen boot er op uit. Hij zingt in het kerkkoor en hij is gevraagd om in een octet mee te zingen. Een á capella koor en daar moet hard voor geoefend worden. In december treedt hij op in Zoeterwoude en in Rotterdam en hij laat het ons even weten wanneer. Hij heeft zijn tuin, de kleinkinderen, het huis moet nog geverfd worden en voor zijn vaardige handen hebben de kinderen ook altijd wel klusjes te klaren.

De laatste boot
Hij is vanaf april dit jaar aan het een opdracht bezig voor de hoofdredacteur van de ‘Waterkampioen’. Vergelijkbaar met de ‘Kampioen’, een blad dat tweemaal per maand uitkomt voor watersportliefhebbers. De man heeft een ligplaats van 8 meter en 8 meter moet de boot worden. Er is een jachtontwerper in de hand genomen en er is voor het materiaal gekozen. Staal? dat roest. Aluminium? te duur en kan slecht tegen zout water. Hout? ja dus en dan blijven er maar een paar over. Het werd dus de Jachtwerf Kolibri van Van den Brink. Dat is een feit om trots op te zijn. Ze hebben het niet zo gezegd, maar
37
zelfs ik ben daar trost op. Ik bedoel kan het nog mooier? Elke centimeter op de boot wordt benut, overal kleine kastjes. Slaapruimten keuken, magnetron en koelkast aan boord. Glad en gestroomlijnd afgewerkt. Een plaatje, in hemelsblauw geschilderd. In de Waterkampioen worden er drie artikelen aan de bouw van de boot geweid. Van het begin tot het eind is alles bijgehouden. Leuk voor Hans om straks op terug te zien. De werf is al eerder in beeld geweest maar dan in de televisieserie ‘Werken aan werk’, gewoon een leuke afwisseling.

Zo zijn zij ook benaderd voor de bouw van nieuwe orgeldeuren van de Westerkerk in Amsterdam. Op de deuren van het orgel was een doek gespannen en beschilderd door een meester uit de15e eeuw. Het doek moest gered en de nieuwe ondergrond moest goed zijn. Opnieuw werd de opdracht aan de werf gegund. Er is gekozen voor stabiele, licht gewicht hout dat er voor zorgt dat het doek ook strak gespannen blijft en niet gaat lubberen. Ook de Lange Jan in Middelburg vroeg om vakmanschap. Een museumhal in Rotterdam is ingericht met het interieurwerk van Van den Brink. Zo ook de bibliotheek in Den Haag. Leuke aparte klussen, die om vakmanschap vragen en krijgen.

Het is prettig te weten dat zoveel mensen plezier beleven aan jouw werk en je boten wereldwijd de zeeën kiezen. Dat moet een goed gevoel geven.

Ik wens Hans lange tijd toe om van zijn ‘rust’ te genieten en Pim veel succes met de voortzetting van zijn werkzaamheden zonder de twee rechterhanden van Hans.

Petra Oliehoek van Es