Reisverhaal Carmen deel 1

Carmen Olyhoek van Rijn is op bezoek geweest naar de Filippijnen op zoek nar haar afkomst en heeft hier een reisverhaal van gemaakt dat ze graag met ons wil delen. Vanwege de lengte wordt het in vier delen gepubliceerd.

Nu 30 jaar geleden zette ik voor het eerst voet op Nederlandse bodem. Ik heb nooit gedacht dat ik nog een keer terug zou gaan naar de Filippijnen. Het is wel altijd mijn droom geweest om een keer terug te gaan, maar dan met één doel namelijk het bezoeken van mijn moeders graf. Ik was 6 jaar toe mijn moeder stief en op die leeftijd was dat toch erg ingewikkeld. Ik heb mijn moeder goed gekend en heb de nodige herinneringen aan haar, maar wist eigenlijk niets van haar voorgeschiedenis. Door het verlijden van mijn moeder werd ik al vroeg volwassen. Ik zorgde voor mijn boertje Frank en werkte al op de rijstvelden om geld te verdien, want anders had we niets te eten. Het zou verboden moeten zijn. Het gezin bestaat uit 5 kinderen. Mijn twee oudere broers zijn door andere mensen opgevoed en wij (Frank, Maria en ik) door Sjaak en Ria van Rijn uit de Meeslouwerpolder. We werden vaak de ‘meiden uit de polder genoemd.
Ik zeg altijd maar zo, toeval bestaat niet, het overkomt je gewoon. Ongeveer 3,5 maand geleden belde een nicht (uit de Filippijnen) van mij op, ze zaten behoorlijk in de puree en of wij hen konden helpen. Jeetje dachten wij hoe is het mogelijk dat ze mijn telefoon konden vinden, 10.848 km hier vandaan, dan moeten ze wel behoorlijk in de shit zitten. Zo gezegd, zo gedaan, met andere woorden als wij hen konden helpen misschien kunnen zij mij ook helpen. Ik dacht, het is nu of nooit! Zij ging voor mij informatie inwinnen waar mijn moeder begraven lag en er werd heen en weer naar elkaar gemaild. Alles in het Engels want ik kan geen tagalog meer spreken, soms kan ik het wel een klein beetje verstaan. Trouwens de voertaal is Engels. Op een dag kwam ze met de mededeling dat het graf van mijn moeder nog bestaat en de vrouw die aardig wat over mijn moeder kan vertellen is nog in leven, maar ze wist niet voor hoelang nog. Dus wij moesten heel snel een beslissing nemen. Dus we gaan vliegen! 12,5 uur lang heen (13,5 uur terug) zonder tussenlanding…..phew…..het is me 100% meegevallen. Maar eerst het Onze Vader bidden en dan pas op reis. Dat is op de Filippijnen de gewoonste zaak van de wereld. Dat heb ik dus nog overgenomen. Zelfs als een ferryboot van wal steekt bij een wolkenloze hemel en een rimpelloze zee, prevelen de vaak honderden passagiers de woorden van het eeuwenoude gebed. Maar verder is het op de Filippijnen Onze Lieve Heer voor en Onze Lieve Heer na .
Toen wij eenmaal geland waren, werden we opgehaald door mijn nicht en nog 2 zussen van mijn moeder die ik nog nooit had gezien!!!….Het werd even teveel voor me en toen kwamen de blije tranen tevoorschijn….ik had mezelf nog beloofd niet te gaan janken. Gelijk begonnen de tantes tegen me te kletsen (half engels en tagalog) en dat hield niet meer op totdat we bij de auto kwamen. Dus dat ik zo’n ratelaar ben heb ik een beetje van mijn tantes geërfd Mijn God ik wist niet dat mijn moeder 9 zussen en 1 broer had. Op weg naar ons hotel, was het verkeer één grote chaos. Ik had het gevoel dat iedereen maar wat deed. Later blijkt dat ook zo te zijn naar mate we wat vaker aan het verkeer deelnemen… je werd links en rechts ingehaald. Fietsers zag je niet zoveel en als je er eentje zag, dan reden ze meestal links(!) LEVENSGEVAARLIJK zou je zeggen maar daar niet en wat ook gevaarlijk was, dat als je op de fiets was, werd je gewoon van je fiets afgerukt. Het wordt gewoon letterlijk en figuurlijk onder je vandaan gestolen!! Je rijbewijs halen doe je niet zoals het hier gaat. Bijna alles gaat onder de tafel, als je maar genoeg contant geld hebt dan heb je zo je rijbewijs. Het is ook geen wonder!! Oh ja, bij toeval zagen we een leswagen. Dan moet je wel erg veel geduld hebben om daar achter te blijven rijden. Overal zagen wij jeeps rijden….je kan je kont niet keren of die krengen zag je overal rijden…..en taxi’s. Officieel heten ze eigenlijk jeepney. De jeepney is een kruising tussen jeep en stadsbus. Er zijn op de Filippijnen zelfs plaatsen waar burgemeesters aan exploitanten van bussen, taxi s en andere vormen van openbaar vervoer geen vergunning geven als er niet ergens een wervende spreuk voor het christelijk geloof op het voertuig is geschilderd. Prijs de Heer en Moeder Maria zijn veel voorkomende teksten. Ook worden er hele passages uit de bijbel op achterkanten van busjes gekalligrafeerd. Op de zondagen staan de gelovigen rijen dik voor de kerk om de mis te kunnen bijwonen. De oorzaak van zoveel geloofsijver zijn de Spanjaarden, die het land in de zestiende eeuw koloniseerden en er het rooms katholieke geloof vestigden. Het is het enige land in het Verre Oosten dat naar een Europees staatshoofd is vernoemd: Philips de Tweede. Eind vorige eeuw losten de Amerikanen de Spanjaarden af op de Filippijnen. Hoewel het land na de Tweede Wereldoorlog op 4 juli 1946 uiteindelijk onafhankelijk werd, bleef het nog tientallen jaren tot de Amerikaanse invloedsfeer behoren. Een hedendaagse karakteristieke verschijning in het Filippijnse straatbeeld is de Jeepney, een oorspronkelijk tot stadsbusje uitgebouwde Amerikaanse legerjeep, felgekleurd en rijkelijk versierd. De Filippino s wonen in het meest christelijke land van Azië; ruim 85 procent van de bevolking is rooms katholiek. Rond de vorige eeuwwisseling kwamen de Amerikanen naar de eilandengroep en drukten er hun stempel op. Bijna iedereen op de Filippijnen spreekt dan ook Engels. De bevolking heeft door haar geschiedenis affiniteit met zowel de Europese als de Amerikaanse cultuur. Tel daarbij de Aziatische mentaliteit op en je hebt een unieke mengelmoes. Wordt vervolgd.