Muizenissen

De Stompwijkse Paardendagen 2005….. Ze zijn voorbij. Ze kunnen weer bijgeschreven worden in de geschiedenisboeken. Met als speciale noot dat het prachtig mooi weer was! Ik mocht van mijn baas drie dagen en twee nachten meemaken en achteraf kan ik wel zeggen dat dat misschien ook wel beter was, voor mijn fysieke gestel dan wel te verstaan. Tot groot verdriet van een maat van mij, want hij komt er elk jaar speciaal voor naar Stompwijk toe, eerst vanuit Maasbommel en sinds een jaar uit Anna Paulowna. Een echte Kermisganger dus. Maar ook vrijgezel en die hebben als nadeel dat ze pas willen gaan slapen als ze alle sterren hebben gezien…. We begonnen traditiegetrouw met de brommerrace en genoten weer. Op een gegeven moment werd er omgeroepen dat oude brommers zeer welkom waren voor de organisatie waarop mijn echtgenote mij direct aanstootte: “He, is dat niet wat voor die oude Puch, die bij ons in de tuin al jaren in de weg staat…!” Gelukkig reed er op dat moment nèt een brommer de (nog frisse) sloot in dus alle aandacht ging naar de onfortuinlijke racer en ik was hem dankbaar… Even later dwongen onze kinderen ons mee te gaan naar de kermis, want dat was voor hun toch wel het Walhalla. Voor mijn portemonnee was het een groot fiasco, de euri’s vlogen erdoor en dit was nog maar de èèrste dag! Na de botsauto’s moesten er ballen gegooid worden en even later liepen de mannen bewapend met pijltjespistolen naar de vliegtuigmolen om in dat ding misselijk te kunnen worden: “Nee, papa gaat niet mee daar in, papa krijgt daar hoofdpijn van en pijn in zijn rug!” Ze vonden het wel prima en Sven gebruikte deze vrijheid om eens leuk te gaan staan in het bakkie waarop ons hart drie slagen oversloeg. Gelukkig had de kermisexploitant dat ook gezien en middels een brul door de microfoon werd zoonlief tot de orde geroepen. Ongelooflijk dat Sven dat trouwens kon horen in de kermisherrie! Met een suikerspin achter de kiezen reden we weer terug naar huis, alwaar mijn maat en ik ons opmaakten voor een terugkeer naar een feestend Stompwijk: oude broek, oude schoenen en een oud T shirt en een fiets (met verlichting zodat we goed zicht hadden op de Stompwijkse Vaart..). Want wij zijn ervaren! Mijn vrouw mocht oppassen (kom ik later op terug..) en op de fiets reden we naar de Van Santhorststraat alwaar diversen bekenden zich hadden verzameld en niet veel later balanceerden we over De Plank die ons scheidde van het kermisterrein. De eerste biertjes gleden naar binnen en smaakten als vanouds. De muziek luisterde als vanouds. En veel oude bekenden kruisten onze wegen en telkens moest ik weer uitleggen dat mijn vrouw vergeten was oppas te regelen, maar daar trapten vele andere beroepsmoeders niet in: “Dat had jij moeten regelen!” was hun keiharde oordeel. Na de traditionele hamburger (ze smaken tòch minder lekker dan een paar jaar geleden!) en nog wat napraten zag ik eindelijk weer mijn bed.
Youri viel mij de volgende (mid)dag aan, ik kwam net uit mijn bed en zat met een scheef hoofd onder de parasol, want hij vond het stom dat hij niet mee mocht. Waarmee mijn vrouw het helemaal eens was maar daar wil ik het niet meer over hebben….De zaterdagavond waren we ook weer van de partij, eerst weer met het hele gezin om te kijken naar de Quad race (“Ja jongens, jullie mogen volgend jaar ook meedoen!”) en daarna weer aan het nachtleven. Op zondag hadden we een rustdag maar maandagavond stonden we er weer want Youri en Sven moesten en zouden nog een paar keer in de vliegtuigmolen en in de botsauto’s want “anders zijn we bijna niet geweest!” De vliegtuigmolen bracht ze weer in alle staten en de botsauto’s hebben zorg gedragen voor stoere jochies met één hand aan het stuur, maar na een paar flinke beuken vond Sven het toch niet meer zo leuk. “Dan maar effe de bonnen opmaken, jongens, een lekker colaatje gaat er vast wel in!” Maar later zag ik Youri nog steeds met zijn cola lopen en vroeg ik hem waarom hij het nog niet op had want normaal heeft hij daar niet lang voor nodig. “Ik ben misselijk, pap..” “ van de vliegtuigmolen!” zei hij beteuterd. Maar hij wilde nog wel de laatste fiches opmaken. Even later reden we weer naar huis met een zak oliebollen rijker want ook dat is inmiddels traditie: twee keer per jaar eten we oliebollen en twee keer per jaar halen we ze uit Stompwijk. Eenmaal thuis zaten we heerlijk te oliebollen en na te genieten van de paardendagen, behalve Youri, die zat met lange tanden te eten. Ik kon het niet laten en zei met een brede grijns: “Volgend jaar maar weer gewoon in de draaimolen, jongen?!”
Arjen Veldhuizen