ARJEN VELDHUIZEN

We kennen hem ondertussen allemaal wel een beetje: Arjen Veldhuizen, onbezoldigd columnist van de Dorpsketting. Zijn Muizenissen zijn een wekelijks geschenk. ‘Tja, ik weet niet wat ik nog te vertellen heb’ zegt Arjen als ik hem vraag of ik hem mag interviewen voor dit jubileumnummer. Dat zullen we nog wel eens zien!

Arjen komt van Terschelling. Op zijn 16de vertrok hij naar het vasteland zoals de eilandbewoners dat noemen om er naar de middelbare school te gaan. Vijf dagen in de week was hij in de kost bij een gastgezin. De weekenden bracht hij thuis door. Arjen: ‘Met 16 ben je geïnteresseerd in meisjes en daar waren er veel van op het vaste land. In de weekenden was ik natuurlijk op Terschelling en moest ik het stellen zonder het meisje waar ik op dat moment verliefd op was. Toen ben ik begonnen brieven te schrijven.
‘Brieven schrijven is leuk. Ze krijgen is nog leuker. In dat opzicht is het jammer dat er e mail bestaat; niets is zo fijn als een brief op je deurmat vinden. Dat geeft een heerlijk gevoel van verwachting.
‘Nederlands is een mooie taal. Ik ben er altijd in geïnteresseerd geweest. Al dat gedoe met die Engelse woorden vind ik maar armoedig. Nee, als ik het over mijn kinderen heb, zal ik het nooit over de kids hebben. Bah. Toen ik in ’89 naar de avondschool ging, had ik een enthousiaste leraar Nederlands. Hij maakte iets bij mij los; ik vond zijn lessen geweldig. Een paar jaar later toen woonde ik al in Stompwijk ben ik aan een opleiding journalistiek begonnen, en de Dorpsketting gaf mij de gelegenheid om de theorie meteen in de praktijk te brengen.
’Ik lees graag de boeken van Youp van’t Hek, Kees van Kooten en Wim De Bie. Of luister naar Herman Finkers. Dat zijn mensen die het Nederlands heel creatief gebruiken. Zij laten zien hoe veelzijdig onze taal is.’

Arjen is getrouwd met Daniëlle. Hun verbintenis leidde tot de hoofdonderwerpen van de wekelijkse Muizenissen: Youri, Sven en Sil, 10, 8 en 4 jaar oud. Daniëlle beoordeelt de columns voor hij ze naar de redactie mailt.
‘Wij leerden elkaar kennen op het werk, alleen werkte zij in een ander gebouw. We zaten allebei in de catering. Ik stuurde haar brieven en gedichten via de etenskar. Ik ben 17 jaar kok geweest. Nu ben ik bewaker bij het koninklijk huis. Soms, als het erg druk is, moet ik invallen als lakei. Leuk om te doen. We werken in ploegendiensten. Afhankelijk van mijn rooster schrijf ik mijn stukjes op zondag of maandag. Meestal zijn mijn jongens mijn inspiratiebron, maar niet altijd. Ik kan me nogal opwinden over de verschillen in de wereld. Het verschil tussen kind zijn in Bosnië en kind zijn in Stompwijk bijvoorbeeld. Of de dwaasheid van de reclame. En hoe alles uiteindelijk raakt aan mijn persoonlijke wereld. Mijn gezin, mijn jongens. In feite schuilt in alles wat zij beleven een potentieel verhaaltje.’

Arjen is een romanticus. Om Daniëlle ten huwelijk te vragen, kleedde hij zich in een authentiek Terschellinger kostuum en hees zich op een paardenrug. Toen zijn geliefde op het balkon verscheen, declameerde hij zijn huwelijksaanzoek in dichtvorm. Met schitterend resultaat, mag ik zeggen. Ik krijg de indruk dat de romantiek van dat moment in de huwelijkse staat overeind is gebleven.
Voor de Dorpsketting heeft Arjen ondertussen 370 Muizenissen geschreven. Waarom heten ze eigenlijk zo? Arjen: ‘Mijn moeder noemde me, en noemt mij nog steeds, Muis. De redenatie is Veldhuizen, veldmuis, muis, snap je’m? En een vriend van mij maakte er – voor boven mijn stukjes Muizenissen van.’
Óp naar de volgende 370 Arjen; we zijn nog lang niet uitgelezen!

Thea Ambagtsheer