Groeten uit Mclean, North Vorginia

jaap bregman 2jaap bregman 1

Stompwijk en wanneer ben je een “echte”?

Elke keer als ik Stompwijk binnen rij herken ik het dorp als “ons”.  Aan mijn kinderen (inmiddels al vele jaren volwassen) wijs ik dan sommige mensen aan die ik herken als “Stompwijker”. Nou ja, dat brengt altijd een luid “OK, Pa, dat weten we al, dat heb je al tientallen keren verteld !!” Ik herken markante gezichten, soms zwoegend op de fiets tegen het slechte weer, langs de vaart op weg naar Leidschendam.  Vaak zien we ook een groep schoolkinderen die nog steeds op de fiets lange afstanden afleggen. In 1953 verlieten we “ons dorp” Stompwijk om verderop aan de Stompwijkseweg, dichter bij Leidschendam, te gaan wonen. 

Ik ben in 1946 in Stompwijk geboren en heb nog goede vroege herinneringen aan mijn vriendjes en aan een aantal “echte ” Stompwijkers. Zoals de kruideniers Wim en André Suijten, de bakker Stijnman en de jongens van Janson.  En natuurlijk Buurvrouw Van der Zijden, die naast ons woonde (al jaren geleden overleden). Ik ken ook nog veel verhalen van mijn vader uit de oorlogstijd in het dorp. En natuurlijk mooie herinneringen aan de kleuterschool (of de “bewaarschool”, zoals ze dat toen noemden) van de Zusters, die tegenover de kerk in hun klooster woonden. De Zusters kwamen ook bij ons thuis. En de Moeder Overste herinner ik me als een “strenge Zuster”, waar we veel ontzag voor hadden en waar je maar beter geen moeilijkheden mee kon hebben als 5-6 jarige. 

Mijn ouders kwamen in 1935 naar Stompwijk, mijn vader een boerenzoon uit Voorburg en mijn moeder een “stadse” meid uit Leiden. Dus Stompwijk was “mooi in het midden.” Maar ja, we waren wel een “Protestantse Familie” in een volledig Rooms dorp. Er woonden maar twee Protestantse families in Stompwijk. Iedereen kende elkaar. Als jongetjes van 5-6 jaar speelden we altijd met een groep “vaste” vriendjes, waaronder ook André Suijten. Alleen als we ruzie hadden kwam het verschil tussen rooms en protestant aan de orde. Dus dat verloor ik altijd en de blauwe plekken en (soms) ogen brachten me dan huilend thuis. Waarop mijn vader zei: ”Je moet het zelf zien te redden, dus ophouden met huilen want dat helpt niet.” Geen slecht opvoedkundig advies, achteraf gezien. 

We woonden aan de Dr. van Noortstraat in “Ons Hoekje”, een mooie villa toendertijd. De oude bruggen van het dorp waren nog allemaal intact en soms hoorde je de toeter van een veilingschuit waarop men dan “getrouw” de ophaalbrug opende en het zijbruggetje wegdraaide. Naast ons, aan de andere kant van onze “bleek” en op een ander erf, woonde de familie Knijnenburg. Daar hadden ze een fraaie boogbrug over de Stompwijkse vaart. In de winter schaatsten we op de vaart voor ons huis. In de zomer visten we in de vaart naar paling. Dat deed je door je eigengemaakte hengel ’s nachts in het water te leggen met een dikke vette worm eraan. Op de hengelsteel een paar stenen en dan maar hopen dat er de volgende morgen iets aan zat (wat in die tijd meestal wel het geval was). 

In de jaren ‘70 ben ik verhuisd naar het buitenland voor werk en heb ik nooit meer in Nederland gewoond. Nog steeds komen al die herinneringen naar boven als ik af en toe door het dorp Stompwijk rij, want er is veel veranderd en toch ook weer niet. Als je foto’s laat zien van het Stompwijk van vroeger vinden alle buitenlanders dat erg mooi en bijzonder en vragen vaak: “Hoe was dat nou om Stompwijker te zijn?” Tjaa, dus “ben ik of voel ik mij” Stompwijker? Nou, dat is een moeilijke vraag, want traditie is erg sterk in Stompwijk en de echte Stompwijkers wonen daar al generaties lang. Dus “import” zoals wij, en dan nog protestants bovendien, die kunnen niet zomaar Stompwijker worden, zelfs al ben je er geboren. Maar mijn oudste broer is blijven wonen en werken in Stompwijk.  Zijn kinderen zijn dus alweer de derde generatie van onze familie in Stompwijk. Mijn Stompwijkse neef is getrouwd met een “echte Stompwijkse” en heeft alweer de vierde generatie kinderen, dus ook “echte” Stomwijkers. Dat is een goede zaak. Als je weet waar je vandaan komt en waar je thuis hoort dan ken je jezelf beter, is mijn mening. Als ik dus door Stompwijk rij, dan voel ik me weer thuis en komen al die herinneringen weer boven. Mooi dorp!!

Jaap Bregman