Bedritueel als kind zijnde….

Elke dag kwam er onvermijdelijk het moment dat we naar boven, naar bed moesten. Natuurlijk probeerden we dat moment zo lang mogelijk uit te stellen maar we ontkwamen er toch niet aan. En ondanks dat we natuurlijk veel liever beneden waren gebleven maakte mijn moeder er een feestje van, met een verhaaltje, gedichtjes, een liedje en tot slot een kus en een kruisje op ons voorhoofd. De gedichtjes en liedjes gingen in willekeurige volgorde, soms mochten we zelf kiezen en anders bepaalde m’n moeder. De verhaaltjes waren niet zo populair want m’n moeder viel regelmatig tijdens het voorlezen in slaap haha, dan schrok ze weer wakker en dacht dat wij het niet in de gaten hadden maar wij zijn natuurlijk niet helemaal koekoek.

Dus dan maar een gebedje, misschien herkent u er wat van:

Ik ga slapen,

Ik ben moe

‘k sluit mijn beide oogjes toe

Heere houdt ook deze nacht

Over mij getrouw de wacht

Nacht lieve Heertje,

Nacht Lieve Vrouwtje

Nacht lieve Engeltje zoet,

Die papa, mama, mijn broertjes, zusjes, open en oma bewaren moet

Laat mij slapen heel de nacht,

Laat mij slapen stil en zacht

Als ik ’s avonds slapen ga

Volgen 14 engeltjes mij na

Twee aan mijn hoofdeind

Twee aan mijn voeteneind

Twee die mij dekken

Twee die mij wekken

Twee die mij wijzen

Naar Hemels paradijzen.

Maar het leukste waren de liedjes:

Op een grote paddestoel

Rood met witte stippen

Zat kabouter spillenbeen

Heen en weer te wippen

Krak zei toen de paddestoel

En met een diepe zucht

Vloog kabouter spillebeen met beide beentjes in de lucht

In de maneschijn, in de maneschijn,

Klom ik op een trapje naar het raamkozijn

En je raadt het niet, en je raadt het niet

Zo doet de vogel en zo doet de vis

Zo doet een duizendpoot die schoenenpoetser is

(dit liedje werd door mijn moeder vakkundig ingekort omdat het nogal een beetje lang was)

Dikkertje Dap, zat op de trap

’s morgens vroeg om kwart over zeven

Om de giraf een klontje te geven

Dag giraf, zei Dikkertje Dap

Weet je wat ik heb gekregen?

Rode laarsjes voor de regen

Tis toch niet waar zei de giraf,

Dikkertje, Dikkertje, ik sta paf.

(Ook dit liedje werd beperkt tot 1 couplet haha)

Helaas kwam er steeds een einde aan de pret, kusje en kruisje en m’n moeder ging naar beneden. Mijn zussen en ik lagen met elkaar op 1 kamer, eerst met z’n tweetjes, later met z’n drietjes. Toen we eenmaal met z’n tweetjes op een kamer lagen hadden m’n zus en ik onze bedden met de hoofdeinden tegen elkaar geschoven en als we gingen slapen deden we dat handje in handje. En dan zeiden we tegen elkaar: “zeg je even als je slaapt??” Dan gingen we lekker liggen en in gedachten schreven we een brief en die stuurden we via de postbode naar de hemel. Daar hadden we een grote kast en werden alle brieven in bewaard. En als laatste:  “mag ik je vannacht wakker maken als ik moet plassen?” Wat ik eraan over heb gehouden is dat ik nu nog niet graag alleen naar het toilet ga in de nacht, maar mijn mannetje slaapt als een blok, die is niet wakker te krijgen. Beetje jammer. Het handje in handje hebben we er ook in gehouden, net zoals het brieven sturen naar de hemel. Die kast zal onderhand wel uitpuilen maar het gaat natuurlijk om het idee. Zo zie je dat dingen die spelen als je kind bent het hele leven met je mee blijven gaan.

Agnes Hofstede