Aanleg warmteleiding vergt speciale techniek

De aanleg van een warmteleiding langs de A4 over het grondgebied van Leidschendam-Voorburg vergt een speciale techniek. Dit vanwege het feit dat het hier gaat om veengrond met een hoge grondwaterstand. En vanwege de aanwezigheid van (broedende) weidevogels.

Dat hebben deskundigen van Gasunie, de partij die de leiding tussen Rijswijk en Leiden aanlegt, te kennen gegeven in een online voorlichtingsbijeenkomst over het project. De aanleg zou in 2025 moeten starten en twee jaar later zijn afgerond.

Normaliter wordt de leiding via een open ontgraving of een ondergrondse boring aangelegd. In Leidschendam-Voorburg wil Gasunie echter gaan werken met ‘inploegen’. Dat wil zeggen dat de leiding door een speciale machine als het ware de zachte grond wordt ingedrukt tot een diepte van minstens 2 meter.

Het inploegen heeft de minste gevolgen voor landschap en natuur. Bij een open ontgraving wordt een veel bredere strook aangetast die daarna weer hersteld moet worden. Gasunie wil bij de aanleg langs de A4 ook buiten het broedseizoen gaan werken. Mogelijk moet de leiding daardoor in fases worden aangelegd.

Gasunie beziet een aansluiting op de leiding voor het Stompwijkse tuinbouwgebied. Indien de gemeente Leidschendam-Voorburg ook een aansluiting wil moet men zich bij Gasunie melden.

Door de leiding wordt restwarmte van bedrijven in het Rotterdamse havengebied vervoerd. Dat gebeurt in de vorm van heet water (120 graden). De warmte moet in woningen het gebruik van gas gaan vervangen.