Ook deze zaterdag werden we weer bezig gehouden, met een straat bingo.
De dag ervoor hadden we al een uitnodiging in de bus ontvangen. Daar zaten al 2 kaartjes bij. Dus konden we om 3 uur gelijk beginnen. Er waren leuke prijzen, gesponsord door de Stompwijkse middenstand.
Ook de jeugd kwamen uit verschillende hoeken een kijkje nemen. Zij kregen ook een kaartje. En helemaal leuk was het, dat er ook eentje met een lekker busje pepermuntjes naar huis ging. Het kon ook een blikje bier of zo zijn. Dat kon ik uit de verte niet bekijken.
Het was heel gezellig we zaten in groepjes bij elkaar in de voortuintjes. Een lekker bakkie thee of koffie erbij, die gaan er altijd wel in. In de boven huisjes vielen 2 prijzen en ook in de beneden huisjes vielen nog wat prijzen.
Hiermee wil ik iedereen bedanken, die dit weer voor ons georganiseerd hebben.
Soms kan ik het niet meer bijhouden…. Ik weet niet of ik daarin de enige ben maar zijn we net een beetje gewend aan de maatregelen en de richtlijnen van de regering en RIVM worden ze alweer versoepeld. Dat is aan de ene kant natuurlijk super fijn, aan de andere kant heb ik zelf het gevoel dat het nog wat aan de snelle kant is.
Natuurlijk willen we allemaal dat we weer gewoon onze dingen kunnen doen, maar dat gaat helaas niet zomaar. De versoepeling gaat wel heel gedoseerd en de tijd zal leren of de beslissing juist is geweest. Sorry als het een beetje negatief overkomt, maar ik ben van mening dat je beter kan zorgen dat eerst de bron goed aangepakt is voordat je verder gaat. Aan de andere kant kan ik mij ook voorstellen dat beroepen die weer aan de slag mogen daar super blij mee zijn want er moet toch brood op de plank komen, het liefst met wat beleg erop. Dat maakt het zo verwarrend.
Voor ons als Ouderen Soos verandert er nu nog niet zoveel. Pas vanaf 1 juli zouden wij weer wat mogen doen want dan mogen er eventueel weer bijeenkomsten georganiseerd worden met 100 mensen. Dus we houden nog even vol, samen zijn we sterk en we gaan hard aan de slag om te kijken of het haalbaar is om weer te beginnen met de maatregelen die eraan blijven zitten. Vooral de anderhalve meter afstand is een dingetje. Maar we houden u natuurlijk op de hoogte en neem maar van ons aan dat zodra het mag en we een mogelijkheid zien, we de gezellige dinsdagmiddag in ere herstellen.
Inmiddels is het Moederdag geweest, we hopen dat alle moeders onder onze leden toch flink verwend zijn en genoten hebben van een fijne dag. Nu gaan we richting Pinksteren en Vaderdag en dan komt de zomer toch alweer in zicht. Ondanks alles gaat de tijd gewoon door en ook de seizoenen. Ik geniet er dit jaar extra van, de heerlijke geur van de seringenboom, de blauwe regen en de jasmijn in de tuin. Grote kuipen met (chocolade) munt geuren erdoorheen, dankzij het mooie weer staat er al heel veel in bloei. Ook tijdens mijn dagelijkse rondje door de polder kan ik genieten van de geuren, van gemaaid gras, of ’s morgens heel vroeg als er nog een flard mist hangt maar je tussendoor de zon al ruikt. Dat ervaar ik echt als positief, je bent je bewuster van de dingen die eigenlijk zo normaal lijken maar zo bijzonder zijn.
Onderstaande spreuk vond ik dan ook heel toepasselijk en daar wil ik deze week mee afsluiten:
Wacht niet op het perfecte moment,
Maar pak het moment en maak het perfect!
Een lieve groet van Trees, Aad, Jan, Sjaan en Marijke, het bestuur van de Ouderen Soos Stompwijk, wij missen jullie elke week een beetje meer!
Doordat we geen dorpsgenoten van Stompwijk zijn, hebben wij elkaar al een lange tijd niet gezien of gesproken. En omdat wij vrezen dat jullie ons niet meer zouden herkennen als wij weer mogen kaarten, brengen wij langs deze weg jullie allen een hartelijke groet. Wij missen de sport- en kaartmiddag wel. Er valt altijd wat te beleven in Stompwijk, waar wij dan ook getuigen van mogen zijn. Gelukkig is onze voorzitster zo lief ons elke week de Dorpsketting te sturen, en genieten wij van de mooie verhalen van Agnes en de leuke verhalen over de voor ons bekende soosleden. Wij hopen dat we elkaar weer snel mogen ontmoeten en wensen allen nog gezondheid en een mooie tijd toe.
Fijne Moederdag gehad? Ik hoop van wel, want voor mij was het heel leuk!
Prachtige cadeautjes gehad en …….heel veel chocolaatjes! Daar ben ik heel gek op! Zijn de knutselwerkjes nog gelukt? Dat wil ik graag weten hoor! Weet je wat, maak en mooi verhaaltje over hoe je Moederdag hebt gevierd en stuur het op naar de Dorpsketting. Goed idee? Okay!
Weten jullie, zondag is er in de kerk gepraat over “Levende stenen”. Raar hé?! Hebben jullie al stenen gezien die leven? Ik niet! Toch praat Petrus, hij was een leerling van onze Here Jezus, over levende stenen! “Hoe zo?” hoor ik jullie zeggen! Nou, dat komt omdat hij ons mensen als levende stenen ziet! Hij bedoelt eigenlijk, dat als je een huis bouwt, je gewone stenen nodig hebt. Metsel je deze stenen op elkaar, dan groeit het huis tot dat het een prachtig gebouw is geworden, waar iedereen in kan wonen. Zo is het ook met ons mensen, omdat wij ook mee moeten bouwen aan het huis van God!
Dit doen we door te vertellen over God, aan mensen die Hem nog niet kennen! We vertellen ook dat wij volgens de regels van God, met elkaar in vrede moeten proberen te leven! Eveneens vertellen wij dat je ook met God kan praten, als je verdrietig of vrolijk bent, of Hem wilt bedanken, al zie je Hem niet! God houdt van ons en blijft bij ons! Heel veel mensen vinden veel rust bij God als ze tot hem kunnen bidden of gewoon met Hem praten! Vooral in deze tijd van dit akelige virus! Ook doctoren en verplegers hoor, vinden kracht en rust bij God! Daarom ziet Petrus ons als “levende stenen” omdat wij door over God te vertellen, zo ook mee werken aan de opbouw van Zijn Huis, dat is de Kerk! De Here Jezus is ook een levende steen! Hij is de hoeksteen waar men verder op kan bouwen! Hij is voor ons een heel goed en belangrijk voorbeeld geweest, daarom moeten wij proberen om als Hem te leven! Dat maakt niet alleen God blij, maar ons allemaal! Ook kunnen wij God danken, dat het al wat beter met het verloop van dit virus gaat, waardoor de scholen weer kunnen beginnen! We hopen dat het allemaal goed zal gaan op school! SUCCES!
Knutselen: Teken een kerk, of kleur een kleurblad met een kerk erop, zodat je eraan kan denken om voor God een Levende Steen te kunnen zijn en blijven! Je kan ook met echte mini- bouwsteentjes een kerkje bouwen. Daar heb je wel de hulp nodig van iemand die goed kan helpen, maar………..de bouwsteentjes kosten wel geld, hoor! Hier zie je een voorbeeld van een werkje met bouwstenen dat je zelf af kan maken.
Nou, dat was het! Nogmaals veel plezier met alles en Gods zegen!
Ik ben op zoek naar 4 stevige, veiling- of fruitkisten. Heeft iemand soms toevallig nog iets staan, waar niets mee gedaan wordt? Ik hou mij van harte aanbevolen.
Op 17 mei lanceert de Ierse band Blue Monday, uit Zoeterwoude en omstreken, haar tweede CD. Aan de hand van twaalf prachtige nummers wordt de luisteraar meegenomen naar Ierland. Bij het samenstellen van de CD is speciaal gekozen voor mooie luistermuziek.
Een deel hiervan bestaat uit eigen nummers, gecomponeerd door Jan Kromhout.
Hoewel het door de COVID-19-maatregelen op dit moment niet mogelijk is om de CD live te presenteren tijdens een optreden, zal er de komende tijd natuurlijk wel de nodige aandacht besteed gaan worden aan het uitbrengen. En u kunt dit online bijwonen!
Nieuwsgierig geworden?
Neem dan een kijkje op blue-monday.nl, of op www.facebook.com/BlueMondayIrishMusic. Dan weet u meteen ook wanneer er weer live optredens gaan plaatsvinden.
Blue Monday bestaat uit Nelis van der Krogt (zang, gitaar, banjo), Kees Jansen (whistles, darbuka, zang), Jan Kromhout (mandoline, gitaar, zang) en Maaike de Waal (dwarsfluiten, viool, bodhran, zang).
De gemeente heeft in
augustus 2019 een contract afgesloten met KWS Infra b.v. voor het aanleggen van
de Veenpoldersweg en de bruggen over de Nieuwe Vaart en Stompwijksevaart. Vanaf
dat moment is gestart met de voorbereidingen. De planning was er op gericht om
eind maart 2020 met de werkzaamheden te beginnen.
Gedurende
de nadere uitwerking van het wegontwerp zijn technische vraagstukken naar voren
gekomen die de uitvoerbaarheid complexer maken dan voorzien. Met name voor de
brugontwerpen is dat het geval. Verder heeft de voorbelasting van de
Veenpoldersweg voor enkele wegdelen nog niet de vereiste stabiliteit van de
ondergrond opgeleverd en dienen aanvullende maatregelen te worden getroffen om
op die plaatsen de weg aan te kunnen leggen. Tot slot blijken de
vergunningstrajecten voor de realisatie van de bruggen bij het hoogheemraadschap
van Rijnland en de gemeente meer tijd te kosten dan voorzien.
Op
dit moment is de verwachting dat niet eerder dan in juli dit jaar met het werk
gestart gaat worden. Vóór die tijd zal meer bekend worden gemaakt over de
planning en de gefaseerde aanleg van de Veenpoldersweg. Het aanleggen van de
weg en de bruggen duurt vanaf de start ongeveer één jaar.
Mijn eerste kennismaking met Jan van Santen was in januari dit jaar. Dit was bij de herdenking dat 75 jaar geleden het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz, hét internationale symbool van de Holocaust, werd bevrijd. Het lichtmonument werd in onze gemeente op diverse plaatsen gepresenteerd en het was hier dat Jan zijn verhaal deed over de verdwijning van zijn vader. Jan heette nog Jantje en was 5 jaar oud en de jongste van het gezin. Het gegeven heeft een enorme impact gehad op het gezin en op Jan zijn verdere leven. Bij het doen van zijn verhaal kon je een speld horen vallen. Het feit dat hij al 5 keer naar de begraafplaats in Duitsland is gereisd en zijn voetstappen achterliet ,daar waar zijn vader eveneens zijn laatste stappen had gezet, zorgde voor de nodige emotie.
Het is om die reden en natuurlijk dat het 75 jaar geleden is, dat ik Jan gevraagd heb om zijn verhaal in de Dorpsketting te doen, opdat wij nooit zullen vergeten.
Hij vertelde dat zijn moeder, Sophia Maria Straathof met 9 kinderen achterbleef en het als gelovige vrouw zag als: “De wil van God”. Nog twee van zijn broers werden niet lang na de bevrijding betrokken bij de situatie in Indonesië en werden uitgezonden om daar Nederland te vertegenwoordigen.
Dan word je dus tweemaal met een oorlog geconfronteerd, het is juist om die reden dat we moeten blijven gedenken.
Jan is afgelopen week 85 jaar geworden en staat vol in het leven, samen met zijn Greet.
Ik – Jan van Santen – was net 5 jaar oud, toen op 10 mei 1940 de 2e wereldoorlog uitbrak. Die dag staat nog rotsvast in mijn geheugen gegrift. Met enorm lawaai kwamen de Duitse gevechtsvliegtuigen (tweemotorig groene jagers) op pakweg 60-70 meter hoogte over de Vliet en aan de aanliggende boerderijen vliegen. In de cockpit zag ik de piloot met zijn leren vliegeniers cap. In die tijd waren wij nog verstoken van elektriciteit en andere nuts voorzieningen, dus ook geen radio.
Buurvrouw Deunhouwer van Oostvlietweg 36 kwam huilend zeggen dat er oorlog uitgebroken was, dat had zij vernomen. Mijn ouders waren ongerust, het was al enige jaren crisis (jaren dertig)
De vliegtuigen gingen in grote getalen. De Vliet was op hun vliegkaart waarschijnlijk de ‘tom-tom’ van nu. Het doel van die “groene kisten” was het platschieten van vliegveld Ypenburg. Gewapend verzet vanaf de grond van Nederlandse militairen was een hopeloze zaak en kostte veel levens van burgers en militairen. Zo werden in Nederland veel strategische punten ingenomen en kwam langzamerhand ons land onder Duits bewind.
Mijn lagere schooltijd
De lagere school – Gerardus Majella – was door de Duitsers gevorderd. De eerste klas beleefde ik bij Leen Waayer in de achterkamer. Leen woonde tegenover Rietdekker de Bruin. Klasgenoten uit die tijd waren onder meer Cor Knijnenburg, Piet Oliehoek, Jan Rotteveel, Joop de Hey, Gerard Granneman, Huib van der Helm, Gerard Welp etc. ect.
De juf was juffrouw Wezenbeek. Ook de tweede klas was bij juffrouw Wezenbeek. Op diverse adressen werd les gegeven, van Waayer naar de meisjesschool (voormalig Dorpshuis), en het Blesse Paard etc.
In 1943 werden in september de eerste raketten als oorlogstuig afgeschoten vanaf landgoed Duivenvoorde. Op een zaterdag zo rond 17.30 gingen er gelijktijdig twee de lucht in richting Engeland, het geluid was oorverdovend en angstaanjagend.
In de periode dat Sjaantje Boer (12) werd doorgeschoten vanuit een vliegtuig, zaten wij weer op de Gerardus Majella-school. Sjaantje was nabij een auto, die werd beschoten. Ze overleed voor de boerderij van Hein van Leeuwen. Vanwege het lawaai moesten we door de ramen naar buiten springen en dekking zoeken.
-1944 noem ik het rampjaar
Doordat er twee verplaatsbare raketinstallaties in het bosgebied Duivenvoorde, de Horsten en Haagse bos geplaatst werden, moest er tussen Oostvlietweg 37 en Oostvlietweg 38 een verdedigingslinie aangelegd worden. Een tiental boeren uit de omgeving van Stompwijk/Leidschendam werd gevorderd met paard en driewielerkar en gedirigeerd naar Oostvlietweg 37. Het grasland werd afgezooid en de plaggen moesten gestapeld worden tot bovengrondse loopgraven tot ca. 1.80 meter tegen de stapeling werd een talud gestort en weer afgedekt met graszoden. Zo ontstond een bovengronds gangenstelsel. Enkele boeren die gevorderd werden waren (weet ik nog), onder andere Niek Juffermans, Arend Roeling, Theo Lexmond en Arie van Santen.
Vader Laurentius van Santen moest lijdzaam toezien hoe zijn goed onderhouden gras toegetakeld werd. Tegelijkertijd werd de halve Starrevaartpolder vol gezet met boomstammen van ca. 20 cm doorsnede om te voorkomen dat parachutisten er zouden landen. De boomstammen stonden ca. 30 meter uit elkaar. Een gedeelte van villa Veenvliet op nr. 36 werd gevorderd en ingericht als commandopost. De opkamer van ons huis werd gevorderd als slaapplaats voor militairen. Tevens was de Geradus Majella-school weer vol manschappen. De verwachte aanval vanuit Engeland bleef uit. Op het afgezooide land mochten Stompwijkers en enkele Leidschendammers een volkstuin opzetten. Enkele weet ik nog, nl. de gebroeders Van Veen (visboeren), aannemer Jan Granneman, Piet van Rijn de timmerman en Gerrit Olyhoek etc.
Mijn ouders die hun slaapkamer (bedstee) hadden tegen de opkamerwand, bemerkten dat de zogenaamde slaapkamer een andere bestemming had gekregen. In de avond en nacht werden er ‘dames’ afgeleverd om de soldaten te plezieren. Dat deze capriolen niet in de filosofie van mijn ouders pasten moge duidelijk zijn. Vader maakte ernstig bezwaren tegen deze gang van zaken bij de oppercommandant van de Wehrmacht.
Enkele dagen erna werd vader opgehaald door de Duitsers. In zijn boerenkleren en op klompen werd hij meegenomen naar Leiden, na drie dagen kwam hij thuis om zich om te kleden om vervolgens mee te gaan naar Scheveningen. Na een week kwam hij weer thuis en was ‘vrij’ dacht hij waarschijnlijk.
Op 23 augustus 1944 + 11.00 uur komt een NSB politieagent en een Duitse militair hem weer ophalen, hij moet weer mee naar Scheveningen. Bij het afscheid hoor ik mijn moeder zeggen: “Lou heb jij je rozenkrans bij je?” Zijn antwoord: “Ach mens ik ben zo weer terug”.
Hij waren zijn laatste woorden die ik nooit meer los kon laten! Waarheen? Waarvoor? Vol vertwijfeling gaan de dagen en maanden door, zonder man, zonder vader.
3 maart 1945 wordt het Haagse Bezuidenhout gebombardeerd, ook om nooit te vergeten. De H. Hartkerk gaat ook plat. In de middag komen drie in het zwart geklede mannen met wat schamele bezittingen in een kussensloop. Het blijken Pater de Groot, broeder Bavo en broeder Basilius. Er is ruimte genoeg omdat de drie boers ondergedoken waren. De Pater ging na een week weer weg. Waarheen?
De broeders bleven tot na de oorlog. Ze kregen van moeder een stukje grond aangeboden om daar tabak op te verbouwen voor sigaretten en sigaren. Het is hongerwinter en de deur wordt platgelopen door uitgehongerde mensen met kinderen. Vrouwen vechten om de pan te mogen uitlikken. Moeder helpt en iedereen krijgt wat te eten.
Op 5 mei worden we bevrijd. Er was overal feest en de vlaggen gingen uit, behalve op Oostvlietweg 37, want pa was er niet. Wij vieren feest als pa weer thuis is, zei moeder steeds. De hoop was ijdel. Pa kwam niet thuis, hij was vermist.
In de zomer van 1945 komt pastoor Sistermans op school voor godsdienstles. Ik zit dan in de 5e klas. De pastoor vraagt mij of ik moeder naar hem toe wil laten komen. De pastoor had namelijk een bericht uit de Volkskrant gelezen: “Waar zijn de doden van Putten gebleven?“ Dat was inmiddels bekend . Circa 160 mannen waren omgekomen in het kamp Ladelund. En dit bericht maakt de zaak aan het rollen. Mijn moeder heeft toen een brief geschreven naar de Duitse dominee Johannis Meyer in Ladelund. De brief van mijn moeder werd in het Duits vertaald door meester Boogmans, hoofd van de jongensschool. Na twee weken kwam een brief van dominee Meyer dat hij zelf man en vader begraven had. Er werden dagelijks 10 tot 15 mensen begraven in een massagraf. Op het dorpskerkhof in Ladelund ( 5 km van de Deense grens) zijn 7 massagraven met in totaal ca. 350 mannen waar onder meer 100 uit Putten (Gelderland). Dominee Meyer had opdracht gekregen van de kampleiding om lichamen te bergen op zijn kerkhof. De dominee gaf toestemming, mits hij voor- en achternaam, woonplaats, land van herkomst, geboortedatum, overlijdensdatum en beroep van de slachtoffers kreeg.
In de loop der jaren zijn wij vijf keer kamperend de graven wezen bezoeken. In mei dit jaar was het de bedoeling er weer heen te gaan, echter corona schopt alles in de war. In Ladelund is er op het kerkhof een prachtige aula gebouwd met blijvende tentoonstelling en gedachtenis ruimte. Zes jaar geleden waren wij er voor het laatst en werden ontvangen door twee mensen uit het onderwijs die ons koffie aanboden en vroegen of wij familie op het kerkhof hadden.
Toen wij vertelden over mijn vader, ging de man naar het archief en kwam terug met een grote doos. Hij deed zijn museum handschoenen aan en haalde tot grote verbazing de originele brief van mijn moeder in het Duits geschreven.
Ik herkende direct haar handschrift. Dat was toch wel een heel bijzonder moment, een brief van 70 jaar geleden. Inmiddels heb ik documenten verzameld met gegevens waar mijn vader korte dan wel lange tijd moet zijn geweest. Oranje hotel Scheveningen, Kamp Vucht, Kamp Amersfoort. Hier werd hij samengevoegd met 360 mannen uit Putten en in veewagens naar Kamp Neugamme gebracht en daar werden allen weer gesplitst. Zo kwam vader uiteindelijk in Kamp Ladelund terecht, waar hij onder onmenselijke omstandigheden op 15 november 1944 is overleden.
Jarenlang heb ik gezocht naar alle mogelijke informatie over mijn vader. Over hoe en waarom. Ook heb ik geprobeerd zijn pad te lopen. Stap na stap bij de voormalige ingang van het kamp midden in de polder, daar waar alle ellende van het kamp voor de buitenwereld werd verborgen gehouden. Het feit dat ik nooit mijn en ons leven heb kunnen delen met mijn vader heeft mij persoonlijk veel verdriet gedaan.
Bevrijding van oorlogsgeweld is voor mij Ge- en herdenken, dus geen feest.
Ik blaas hier de taptoe voor mijn opa en alle andere dappere strijders die hebben gestreden voor onze vrijheid.
Mijn opa stierf nadat hij gevlucht was uit een kamp en van Duitsland naar Nederland was terug gelopen. Hij had dagen liggen slapen en toen kwam de bevrijding. Hij werd wakker van al die juichende mensen op straat. De bevrijding.
Hij zei: “Dan ga ik brood kopen”. Hij werd geraakt door een bomscherf en kwam nooit meer thuis. Mijn vader was 5 jaar en zag de man aan de deur met de bebloede kleding in zijn hand van zijn vader.