60 jaar leven in vrede

Op 22 februari 2005 is 60 jaar na dato alsnog een gedenksteen geplaatst in de Meerpolder waar 60 jaar geleden een Engelse bommenwerper een noodlanding had gemaakt. Bij de onthulling hiervan waren diverse genodigden waaronder ook Sien de Groot den Elsen (84). Ze is samen met haar zoon Wim hier naartoe geweest en ze zag alles voor haar ogen weer gebeuren. “Ja, hier lag het vliegtuig en daar in de sloot lag Marie”, haar schoonzusje, waarschijnlijk op slag overleden, maar dat wist zij toen nog niet.

Op vrijdag 22 februari 1945 was het Engelse vliegtuig geland, het was geraakt tijden een beschieting door Duits afweergeschut en het zou de oversteek naar Engeland niet meer kunnen maken. De bemanning overleefde de noodlanding en werd ondergebracht door mensen uit het verzet. Het was een bezienswaardigheid, iedereen uit de buurt ging er naar toe om te kijken. Vooral zondag was het erg druk geweest. Maria den Elsen Zonderop (37), gehuwd met haar broer Piet den Elsen, kon niet op zondag en wilde toch graag een kijkje gaan nemen. Spontaan kwam ze op maandag de 26e naar het huis van haar schoonmoeder en ze vroeg of schoonzus Sien met haar mee wilde. Sien stond te strijken en had eigenlijk niet eens zoveel zin. Haar moeder zei: “Meid ga toch even mee” en samen zijn ze op weggegaan. Op weg ernaar toe kwam er een Engelse Spitfire laag overvliegen en geschrokken renden ze weer terug naar huis. Toen het vliegtuig weer uit beeld was verdwenen, zijn ze toch weer teruggekeerd en op het moment dat het vliegtuig gedraaid was en terugvloog om het gelande vliegtuig geheel te vernietigen was het te laat.
Kogels vlogen om hun oren en Sien dacht dat Marie in de kant wegdook en zij volgde haar. Marie gleed echter in de sloot. Sien ging, met 2 kogels in haar zij, op weg om hulp te halen bij de boerderij van Tinus Janson. Onderweg werd ze opnieuw tot drie keer toe geraakt, tweemaal in haar been en eenmaal in haar arm. Zwaar gewond kwam ze vlakbij de boerderij een Duitse soldaat tegen. Hij wilde haar naar de schuilkelder brengen op de boerderij, maar zij wilde juist hulp voor haar schoonzusje. Ze werd eerst zelf onder gebracht in de boerderij en de Duitse soldaat ging naar Marie. Zij was in haar hoofd
en borst geraakt. Haar kleding werd later vol met gaten naar haar ouders in de Zuidbuurt gebracht….. Samen met haar overleden Gerrie (4) en zijn zusje Jopie van Bemmelen (14) en Martinus Janson (62).

Sien zelf is op een platte boerenkar met houten wielen van Kees van Leeuwen naar het ziekenhuis in Leiden gebracht. Ze weet nog dat toen ze op de Vrouwenweg liepen er opnieuw vliegtuigen overvlogen en de angst boven kwam voor een nieuwe aanval. Er werden al plannen gemaakt om in een van de huizen te vluchten. “Als jullie mij maar meenemen!”, riep Sien, die vastgebonden op de kar lag. Gelukkig was het niet nodig. Wat te denken van de kinderhoofdjes in de Doezastraat, alles deed pijn en elke hobbel voelde ze. Ze is eerst naar het Academinisch ziekenhuis gebracht, maar daar kon ze niet terecht, zodat ze uiteindelijk in het Elisabeth ziekenhuis kwam. Ze heeft daar 9 weken gelegen en kreeg amper bezoek. Na verschillende operaties, was ze vlak voor de bevrijding weer thuis. Er zit nog steeds een klein scherfje in haar arm, die durfden de artsen niet te verwijderen omdat deze teveel tegen een zenuw aandrukte en de kans op verlamming bij een operatie groot was. In het ziekenhuis kreeg ze ook nog last van complicaties in de vorm van trombose. Dit werd verholpen met warme gummikruiken in haar rug. Na dit lange verblijf in het ziekenhuis kwam ze eindelijk weer thuis in de Zuidbuurt, waar zij samen met haar vader en moeder en 6 broers en zusjes in een piepklein huisje woonde. Gelukkig waren er twee bedsteden en kond de baby in een krib in de bedstee worden geplaatst.

Broer Piet bleef met zijn 5 kinderen alleen achter. Eerst werd Piet geholpen door de zus van zijn vrouw en later heeft Sien een jaar lang het huishouden draaiende gehouden. De jongste van het gezin was 3 en de oudste een jaar of 12. Ze weet dit nog omdat hij dat jaar zijn communie zou doen. De stof voor een nieuwe broek en hemd waren al in huis.
Broer Piet moest alles zelf regelen, geen uitkering, geen hulp in de huishouding of geen instantie die de was kon doen. En er moest toch brood op de plank komen. Sien heeft dit met liefde gedaan totdat haar broer na een jaartje weer een vrouw had gevonden en hij haar hulp niet meer nodig had. Zij heeft altijd een speciale band met deze kinderen gehouden.

De angst voor vliegtuigen is gebleven. Ze heeft nooit gevlogen en zij heeft jaren lang haar schouders ingetrokken als zij een vliegtuig hoorde overkomen. Ze kan het zich amper voorstellen dat het alweer 60 jaar geleden is en Nederland 60 jaar in vrede kan leven.
Het is in deze week dat de slachtoffers herdacht worden en wij ons opnieuw bewust worden dat we leven in vrede en vrijheid.
Petra Oliehoek van Es