Asielzoekers opvangen, maar niet hier

Asielzoekers opvangen, maar niet hier

Als lid van het bestuur van Vluchtelingenwerk Leidschendam en begeleider van asielzoekers was ik in de jaren ’90 nauw betrokken bij de opvang van vluchtelingen in onze gemeente. In het kort mijn ervaringen.  

Leidschendam ving destijds officieel 60 asielzoekers uit Bosnië op. Maar al gauw werden het er veel meer. Via gezinshereniging – nergens in Europa gaat dat zo gemakkelijk als in Nederland – kwamen ook echtgenoten en kinderen hierheen. Ook kwamen familieleden uit Duitsland naar Leidschendam. Zij begonnen hier aan een bestaan als ‘illegaal’. De groep van 60 groeide uiteindelijk aan tot ruim 150.

Van de Joegoslaven ging vrijwel niemand terug. Het Centraal Orgaan Asielzoekers beweert dat 70% in Nederland blijft, maar in de praktijk is dat 91%. Het Nederlandse asielbeleid is er namelijk op gericht mensen zo lang mogelijk hier te houden. Uitgeprocedeerden worden op geen enkele manier gestimuleerd terug te gaan naar hun land van herkomst om het te helpen opbouwen. Zij worden gewoon op straat gezet, met alle gevolgen van dien: uitbuiting door huisjesmelkers, criminaliteit, een slavenbestaan in de glastuinbouw, slachthuizen of de horeca. Via allerlei regelingen en steunorganisaties voor ‘illegalen’ houdt men het hoofd een paar jaar boven water en bij een ‘generaal pardon’ krijgt men uiteindelijk toch een Nederlands paspoort. 

De asielzoekers die destijds naar Leidschendam kwamen, waren door de Verenigde Naties uitgenodigd naar Nederland te komen. Dat ligt anders met de huidige asielzoekers: zij verlaten de kampen in Turkije en reizen door naar West-Europa. De voorstanders van opvang doen het voorkomen alsof zij ‘oorlogsvluchtelingen’ zijn. Dat is niet zo. Men is oorlogsvluchteling tot het moment waarop men een grens overschrijdt van een land waar men niet meer voor zijn leven hoeft te vrezen. Wie van daaruit naar West-Europa reist is economisch vluchteling.

Door de hoge instroom van migranten en vluchtelingen hebben de regio’s Den Haag en Rotterdam in de afgelopen 30 jaar al veel derde-wereldproblemen geïmporteerd. Laaggeletterdheid, uitkeringsafhankelijkheid, een hoge schooluitval, vrouwenonderdrukking, eerwraak, gedwongen (kinder)huwelijken, meisjesbesnijdenis en een weinig respectvolle omgang met de openbare ruimte drukken zwaar op wijken die het toch al moeilijk hebben. De voorstanders onderschatten dit. Logisch, ze wonen immers veelal zelf niet in dergelijke wijken.    

Uiteraard moeten vluchtelingen fatsoenlijk worden opgevangen, maar niet in een provincie die dichter bevolkt is dan Bangladesh, India of China. In Zuid-Holland verdringen de inwoners zich nu al op de arbeidsmarkt, de woningmarkt en in de zorg en staat de leefbaarheid door het hoge inwonertal sterk onder druk. Vang asielzoekers dus liever op aan de randen van Nederland. In leegloopgebieden als Zeeland, Drente en Groningen kunnen ze er best nog wat mensen bij hebben.

Jos Teunissen

Bovenstaande aspecten heb ik afgelopen week onder de aandacht van de gemeenteraad gebracht. Op 15 december besluit de raad over de komst van honderden asielzoekers naar onze gemeente.