Tentoonstelling Winterpret,

Museum i.o. ’t Lavende Hert te Leidschendam.
Een veel gehoorde kreet: waren de winters maar weer zo als vroeger. Onzin zullen de weerkundigen zeggen, het is altijd zo geweest. Kwakkelen en zo nu en dan een echte ijswinter.Maar wat bedoelt men eigenlijk hiermee. Veelal komt het geïdealiseerde beeld van een mooie winter voort vanuit jeugdherinneringen, besneeuwde weilanden en bevroren sloten en vaarten, als iets geweldigs. Voor volwassenen was dit veelal anders. Naast misschien enig vermaak, waren er ook de nodige on gemakken. Een bekend gezegde was dan ook: “en ’t is geen ijs of ’t kost mensen vleys”. Dat de winter dus niet alleen bestond uit plezier, maar ook uit kou, ‘die deur vel en vlees passeerde’, en soms slachtoffers eiste en ongemak gaf, was de andere zijde van het geheel. Op oude prenten en schilderijen zien we mensen vaak afgebeeld met mantels om het hoofd gedragen tegen de vrieskou en men hield binnenshuis zelfs de hoed op. Het gebeurde niet zelden, dat mensen door gebrek aan beschuttende kleding, of gebrekkige of geen verwarming in hun huizen, doodvroren. Om maar niet te spreken van de mensen, die langs of op de weg omkwamen of die verdronken, omdat ze door het ijs zakten of in een wak terecht kwamen. Kortom de soms geromantiseerde mooie winters hadden ook zo hun bittere keerzijde, niet alleen vroeger maar nu ook nog.
Waarschijnlijk doelt men op iets anders, wat door de eeuwen heen hetzelfde is gebleven. Het plotseling opwellende gevoel dat zich meester maakt van de bevolking tijdens een winter en wat men ‘schaatsen’ noemt. Dit typisch oer Hollandse volksvermaak, veelal voor een buitenlander niet te begrijpen, verspreidt zich dan in een razend tempo over het gehele land. Na de eerste nachten vorst wordt er dan ook al om de eer gestreden waar de eerste rit op natuurijs kan worden gereden en wordt er ook al voorzichtig aan een heuse Elfstedentocht gedacht. Is het voor de één een meer plezierig vermaak, voor de ander is het een meer sportieve bezigheid, die op prestatie is gericht. Waarschijnlijk is dit ook de reden waaraan men denkt als men zegt dat de winters vroeger beter waren dan nu. Het verlangen om op twee ijzers over bevroren wateren te zwieren of te racen.
Naast het schaatsen was er nog ander wintervertier. Iets wat men helaas niet zoveel meer ziet, was uitrijden gaan met de arrenslee als ook ringsteekwedstrijden met de arrenslee. En natuurlijk vermaakten de jongsten zich met sleetje rijden. Kortom als het weer het toe liet, was er genoeg winterpret te beleven.
De tentoonstelling ‘Winterpret’ (4 december 2003/29 februari 2004), staat o.m. in het kort stil bij de geschiedenis van het schaatsen (de verschillende vormen hierbinnen). Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de ijsvereniging ‘Nut en Vermaak’ uit Stompwijk. Deze ijsvereniging begon 110 jaar geleden (1893) met korte baanwedstrijden, waarbij de hoofdprijs een paar kilo spek was. In de loop der jaren zijn uit hun gelederen enkele wereldkampioenen op de schaats voortgekomen. En de ijsvereniging ‘de Molen vaart’ uit Leidschendam, nog niet zo oud maar zeker niet minder actief. Tevens wordt er ook ruimschoots aandacht besteedt aan de diverse ijssleden. Want wat moet het vroeger een mooi schouw en klankspel zijn geweest, het rijden met een arrenslee. Vaak schitterende bewerkte sleeën met hiervoor een paard, opgetuigd met bellentuig en carillon. Natuurlijk ontbreekt dit Stompwijkse stukje schoonheid op de tentoonstelling niet als ook het wel bekende priksleetje en enkele andere sleeën.
Kortom ook al vriest het nog niet en valt er ook nog geen sneeuw, het Museum i.o. ’t Lavende Hert is er winterklaar voor en is omgetoverd in een bijna sprookjesachtig geheel, compleet met een koek en zoopietent.
Museum i.o.’t Lavende Hert, Damlaan 60 te Leidschendam Tel.070 3876528
Openingstijden donderdag tot en met zaterdag van 13.00 16.00 uur.