Met het hulp transport mee naar Roemenië

Eindelijk was het dan zover, donderdagmiddag 7 november was het op het parkeerterrein van een transportbedrijf in Moerkapelle een drukte van belang. Met een zak slaapbenodigdheden en een tas met warme kleding etc. ging ik opzoek naar de slaapwagen. In de slaapwagen had men 14 slaapbedden neergezet, sommige 3 hoog. We waren mooi op tijd en ik kon dus nog kiezen. Ik koos voor een beneden bed want ik zag het eventuele geklauter ’s nachts in het donker niet zitten. Omdat we met 42 personen en 18 wagens de reis gingen maken werd het wagennummer op je paspoort geplakt, omdat men bij de grens geen onnodige tijd wilden verliezen met het uitzoeken van de paspoorten. Na wat knuffels met de uitzwaaiers kwam ik tot de ontdekking (omdat m’n ogen wat vochtig werden) dat Fishermans pastilles wel erg sterk waren. Deze keer zou ik met 3 dames en nog 2 heren met de camper reizen en ging ik dus maar snel naar binnen.
Precies volgens plan reden we met een hels kabaal, gemaakt door 18 wagens en uitgezwaaid door heel veel mensen, op weg naar Hosman ’n dorp in Roemenië. In Siegburg was onze eerste stop. Iemand was jarig en trakteerde op koffie en een stuk vlaai, het regende heel zachtjes. Om 1 uur ’s nachts, na 650 km hadden we de 2e stop. De chauffeurs konden wisselen en er werd een plasstop gehouden. Na 20 minuten gingen we weer op weg, naar de Oostenrijkse grens waar we om 5.30 uur aankwamen. Vignetten werden uitgedeeld en opgeplakt en snel weer instappen richting Hongarije, waar we om 11 uur moesten aansluiten achter de file van zo’n 7 km. De heren van de douane hielden een stiptheidsactie en met 300 vrachtwagens voor de grens, dus dat werd even wachten dus. Dat wachten werd 11 uur en dus om 10 uur ’s avonds ging de colonne weer op weg. Na nog een 80 km rijden zouden we op een groot parkeerterrein gaan eten en overnachten, daar heb ik nog met 2 andere in de keukenwagen geholpen. Op het menu stond een Franse schotel van Iglo en met de hulp van 4 magnetrons werd er om de 6 en een halve minuut een maaltijd geserveerd. Na ruim een uur had iedereen heerlijk gegeten, buiten in de vrieskou, maar ook het toetje werd niet vergeten. Toen maar gauw het bed opgezocht in de stalen slaapzaal, de sokken bleven aan. Het was de moeite niet om ze uit te doen, want om 4 uur stond het ontbijt gepland. Toen ik ’s nachts wakker werd leek het wel of ik in het Thialf stadion zat, waar het dweilorkest goed z’n best deed, wat een gesnurk zeg. En ik geloof vast, dat toen ik weer in slaap viel, ze er weer een orkestlid bij kregen.
De catering was al om 3 uur s nachts bezig om het ontbijt en de lunchpakketten klaar te maken. Buiten op 2 tafels stond het ontbijt klaar en ik warmde mijn handen aan de hete koffie, het vroor 2 graden. Snel eten en de spullen weer opruimen om op weg te gaan naar de Roemeense grens, waar we om 10 uur s morgens
aankwamen. Het was er niet erg druk en dus geen probleem, dachten we. Er waren in 2 vrachtwagens met aardappels geladen, waar in Nederland al bij de Roemeense ambassade alle benodigde papieren in orde waren gemaakt. Maar de heren van de
douane dachten daar anders over. s Avonds om 10 uur, we hadden ondertussen al 12 uur gewacht, werd er door het bestuur besloten dat in dien er morgenochtend om 6 uur nog geen toestemming was, men dan de 2 vrachtwagens met chauffeurs en n douane specialist zouden wachten en wij met 13 vrachtwagens alvast zouden gaan rijden. Maar gelukkig liep het anders af. Door de tussenkomst van n hoge piet mochten ook de bewuste vrachtwagens mee en om 12 uur kwamen we in Sibiu aan. Er werd getankt, dit kostte met 13 vrachtwagens zon 1,5 uur. Naar onze bestemming Hosman zon 40 km de heuvels in. Wat ons daar wachtte leest u de volgende keer…
Theo vd Meer