Muizenissen

Ik ben al de hele week op jacht naar een flinke karper die hier naast het huis zwemt. Mijn buurman heeft ‘m al aan de lijn gehad maar na een schijnbeweging geraakte ‘de Jaws’ van Leidschenveen toch los. Zo bleef de stand nul tegen nul, want we doen namelijk een wedstrijd wie de meeste vis uit het water haalt. Toen de buurman afgelopen weekend vervolgens zijn koffers pakte om naar de camping te vertrekken, volgde ik via het internet snel even een cursus Karper vangen en ging aan de slag. Met belegen kaas en natte kluiten brood (met daarin wat vanillesuiker gemengd want daar schijnen ze op af te komen) begon ik zondagmorgen de strijd. De omstandigheden waren ideaal: lekker weer, de koffie was bruin, de kinderen waren lekker buiten aan het spelen en mijn vrouw zat lekker te lezen in de tuin. Alles was lekker lekker. Nu zou er een prachtig verhaal kunnen volgen over de vangst van een enorme karper en dat het een heel gevecht was die wel een half uur duurde maar dan moet je er wél een vangen! Want er gebeurde niets…. Terwijl mijn dobber toch meerdere malen de verschijnselen vertoonde van een vis die aan een haak zat te trekken. Het was net of die vissen handjes hadden want telkens wanneer ik aansloeg haalde ik een kale haak naar boven. En dat ging zo maar door, uur na uur. Ik hoorde Youri iets tegen zijn moeder zeggen dat ene Spons Bob misschien wel aan mijn haak zat te trekken maar toen ik vroeg wat hij bedoelde liep riep hij met zijn onschuldigste gezicht: “O, niets pap, ga maar lekker weer vissen..” Om vreselijk agressief van te worden. En dat hadden de kinderen kennelijk door want ze hielden zich opmerkelijk afzijdig. Ze wilden niks van me. Geen potje voetbal of een snoepje, nee, ze speelden lekker door zoals eigenlijk elke ouder zou willen. Zelfs mijn vrouw liet me met rust. Ze vroeg niet eens aan me of ik plannen had voor de vrije zondag want normaal gesproken verzinnen we altijd wel iets om gezellig wat te gaan doen met het gezin. Nou stond ik niet de hele tijd aan de waterkant, hoor, nee, je moet ook wel eens tussen door wat eten en drinken, maar meer dan een paar minuten gunde ik mezelf niet. Want stel je voor dat meneer karper net op dat moment van plan was om langs te komen….
Nu is zo’n dagje vissen niet echt zinloos te noemen want tijdens het vissen denk ik na, heel veel na. Bijvoorbeeld over wat ik ga stemmen aanstaande woensdag terwijl ik eigenlijk al vanaf het begin zeker ben wát ik ga stemmen. Maar dan denk ik aan de heren en dames van de Politieke Partijen die ineens de straat op gaan omdat ze wat onzeker worden over wat het volk gaat stemmen, bang natuurlijk dat ze hun baantje kwijt raken of beter gezegd hun riante salaris(sen!).
En om in vistermen te blijven spreken, in Frankrijk visten de politici naast het net! Dát gevoel! De vis iets voorhouden en dan ineens ínhalen! Gniffel, gniffel, wat ben ik toch een sadist.
Maar toen ik ’s avonds om een uurtje of tien de hengel in de schuur zette wist ik het ineens! Het denkwerk had zijn werk gedaan. Ik moet gewoon met nóg beter voer voor de dag komen. Oftewel een nóg betere grondwet! Elke dag gewoon wat handjes voer, dus zonder hakie, in het water gooien zodat de vissen weten dat het goed toeven is naast mijn huis. Eerst zaaien en dan oogsten! Da’s politiek van de bovenste plank!
Ja, karpertje, eens zullen we elkaar in de ogen kunnen kijken……
Arjen Veldhuizen