Een geïllustreerd paardengedicht

Fijn om te lezen rond Pasen wellicht

Zalig Pasen toegewenst bij deze.

Geniet van de pennenvrucht, lees ze!

Met plezier heb ik het dichtwerk hervat.

Hier mijn bijdrage voor ons dorpsblad.

Mijn vertrouwde schrijfblok en geliefde balpen,

zijn de benodigdheden om tot u te naderen als taalfan.

September 21 ontving u mijn 5de gedicht,

waarin ik onze Heilig Laurentiuskerk heb belicht,

Het is weer tijd om de hersens te laten kraken

en een dorp gerelateerd gedicht te maken.

Het moet iets zijn waar u zich in kan vinden

en ons als dorpelingen nog meer zal verbinden.

Het 6de gedichtonderwerp schoot mij snel te binnen.

Ik ga dus maar meteen beginnen.

Ik hou het bij vlees en bloed,

dit doet het immers altijd goed.

Ik ga het pratend op papier,

hebben over het edele dier.

Ons mooie dorp Stompwijk,

is vele paarden rijk.

Ik neem u mee in mijn Haagse en Zoetermeerse paardenverleden

en naar de Stompwijkse paarden in het heden.

Er komen heel veel aspecten aan bod.

Ik wens u veel leesgenot!

Tot mijn 18de levensjaar woonde ik in Den Haag

en ging op zaterdag maar wat graag

naar de Melis Stokelaan Lozerlaanhoek (braakliggend terrein)

om tijdens de paardspringwedstrijden aanwezig te zijn.

Ik was in die jaren lid van de Moerwijk bibliotheek,

zocht paardenboeken op die ik thuis bekeek.

Leuk en leerzaam want wat ik op zaterdag kon gadeslaan

trof ik in de paardenboeken ook aan.

Mijn paardenliefde ging verder in Zoetermeer

via de tv weliswaar, genoot ik toch van de paardensfeer.

Ik keek toen/kijk nu naar paardspringen op de tv

en leef enorm met alle combinaties mee.

U begrijp wel, dat het mij als taalfan kan bekoren,

de namen van de springpaarden te lezen en te horen.

Gewoontegetrouw volg ik op de tv de paarden van/voor Prinsjesdag

eet oefenen op het strand bij de Wassenaarse Slag

en de stoet door de Haagse binnenstad.

Helaas konden de paarden in ‘20 en ‘21 niet op pad.

Op de Engelse Koninginnedag kijk ik naar de BBC tv

en geniet van het paardendefilé.

In Londen op een groot (met zand bedekt) plein,

staan/lopen tientallen paarden tijdens het muziekfestijn.

Ik was dus óók een paardenmeisje, zij het passief,

maar met ogen, oren, hart en hoofd niet minder actief.

Denkend aan vroeger weet u vast nog wel, hoe u als kind

kennismaakte met “o zo snel” het paard van de Sint.

Het was leuk en mooi om aan het paard te denken

en “o zo snel” een sappige, lekkere winterpeen te schenken.

Wellicht was daarom het volgende sinterklaaslied,

bij mij en veel andere paardenmeisjes favoriet:

“Zachtjes gaan de paardenvoetjes,

trippel, trappel, trippel, trap.

Het is het paard van Sinterklaasje,

trippel, trappel, trippel, trap.

Het paardje is nog lang niet moe,

maar moet naar bedje toe.”

Het paard komt in menig Sinterklaaslied voor.

Ik geef u nog 3 voorbeelden hoor.

“Hoe huppelt zijn paardje het dek op en neer.”

Herinnert u zich de versregel weer?

“En laat uw paardje maar buiten staan. “

U weet vast meteen hoe de regels verder gaan!

“Ja, hij rijdt in donkere nachten op zijn paardje, oh zo snel.”

Ook deze versregel herinnert u zich vast nog wel!

Terug naar 2022. Het lijkt of wij dromen,

dat wij in een paardendorp terecht zijn gekomen.

In vergelijking met Zoetermeer,

zien wij hier (op de Pinksterbloem) weinig autoverkeer.

De conclusie is (na ruim 3 jaar gadeslaan):

”We zien meer paarden, honden en tractors voorbijgaan.”

Elke dag zien wij (uitkijkend op de Zwanebloem) meerdere paarden.

In een paardendorp moet we wel snel aarden!

De paarden zijn zwart, bruin, grijs en wit,

en er zijn paarden waar veel kleurschakering in zit,

Die kleurmenging maakt ze onderscheidend van elkaar.

U merkt wel, we kijken er met plezier naar.

Toen op de Pinksterbloem nog een speeltuintje was,

lag daar naast alleen gras.

Regelmatig stopten hier de meisjes en hun paard,

en lieten de edele viervoeter even lekker gras eten, uiteraard.

Het grasveldje trok de paarden aan,

we zagen het groene maaltje vlot naar binnen gaan.

Ook als de zon al onder is,

komen er paarden langs in de avondlijke duisternis.

Het is een sfeervol én romantisch gezicht,

de paarden en de meisjes zijn met lampjes mooi verlicht.

Mens en dier zijn hierdoor al bijtijds te zien.

Het geeft een veilig rustgevend gevoel bovendien.

Ons dorp is nog 2 schillenbroers oftewel schillenboeren rijk!

Elke zaterdag is er een ophaalronde in Stompwijk.

We zien het paard en het rood/groene wagentje stilstaan,

en de broers met jute zakken langs de deuren gaan.

Het wagentje wordt met allerlei schillen gevuld.

Hier is volharding voor nodig én bovenal geduld.

Het is een  mooi en leuk wekelijks tafereel,

iets dergelijks zie je niet meer veel.

Vader Gijs ging vorig jaar met zijn scootmobiel op pad:

“Paardenmest halen want er zijn hier toch paarden zat.”

Het was bestemd voor de afrikaantjes op ons balkon,

als oppepper, gecombineerd met regenwater en zon.

Bij een manege op de Meer en Geerweg, jawel,

Werd Gijs van mest voorzien, razendsnel.

Een meisje nam emmer en schepje aan en deed de rest.

Ze schonk Gijs verse geurende paardenmest.

De afrikaantjes hebben het prima gedaan.

Onze dank kan naar de Stompwijkse paarden gaan!

4 Hoefijzers verhuisden mee vanuit Zoetermeer,

en hangen hier weer.

Ze kregen een mooie plek,

3 bij de keuken en 1 bij mij slaapvertrek.

De open kant is beneden, ze hangen eigenlijk verkeerd.

Dit hebben wij dankzij 2 tijdschriften geleerd.

Hoefijzers op gevels van boerderijen werden beschreven plus,

de hoefijzerbroche van Juliana en Irene, de Oranjes dus.

‘Landleven’ en ‘Vorsten’ vermelden dat sommige mensen die geloven

het ophangen/het dragen met de open kant naar boven.

Een hoefijzer staat voor geluk, zegen en voorspoed,

vandaar, dat men de open kant bewust naar boven doet.

Het ware geluk komt van boven van de Heer,

geeft deze symboliek weer!

Ze omdraaien heeft volgens Gijs geen zjn

want we geloven hier toch wel in.

Zo kom ik automatisch heel vlot,

bij mijn geestelijk woordje tot slot.

Wist u dat er ook paardenteksten in de Bijbel staan?

Zo actueel, dat het op 2022 kan slaan.

Willibrordbijbel, Jakobus 3 vers 3, 4 en 5:

“Wij hoeven een paard slechts een bit in de mond te doen

om hele dier te besturen en in de hand te hebben.

Of denk aan een schip, hoe groot het ook is en al wordt het door hevige winden voortgedreven, toch wordt het door een heel klein roer gewend, zoals de stuurman het wil. Ook de tong is maar een klein deel van ons lichaam, toch slaat zij een hoge toon aan. Bedenk hoe weinig vuur er nodig is om een groot bos in brand te steken,”

“Zalig zijn zij die het Woord van God horen en hetzelve bewaren, Halleluja!” Zo sprak de vader van Gijs weldra.

Na het warm eten en lezen uit Gods Woord,

Heb ik deze zin van opa Velthuysen altijd gehoord.

Zeg nu zelf: “is dit geen keurig besluit?”

Dan is hiermee het gedicht nagenoeg uit.

Veel liefs en warme groeten.

We hopen elkaar wel weer ergens te ontmoeten.

Tot ziens weer!

Hopelijk in dichtvorm, tot de volgende keer.

Uw dorpsgenoot en penfan: Miriam Velthuysen