Categorie archieven: Dorpsketting

Vaders trots……..

  vaders trots

Dit verhaal gaat over mensen die leven in een dorp waar mensen dicht naast en met elkaar leven. Soms werkt dit nadelig, maar gelukkig is het veel vaker een voordeel!

Eén van de meest in mijn herinnering blijvende gebeurtenis is toch alweer een heel poosje geleden, namelijk juni 1972.

Mijn vader en moeder waren een weekje op vakantie en zus Leny en zwager Max namen het roer over, om m’n broer Leo en mij, die nog thuis woonden, te verzorgen. Alles ging gewoon zijn gangetje. Elke ochtend vertrokken Max, Leo en ik naar ons werk. Max gebruikte die week de brommer van mijn vader, waarmee hij naar het station in Zoetermeer reed. Daar nam hij dan de trein naar zijn werk. Maar toen, het was donderdag om 18.15 uur, kwam ik van m’n werk thuis om te eten. Binnen zat Max met zijn hoofd tussen z’n handen. Toen ik vroeg waarom hij deze troosteloze houding aannam, stamelde hij dat vaders brommer op het station was gestolen. In één gedachte schoot het door me heen, hoe schuldig Max zich moest voelen. Vader was bijzonder gehecht aan zijn brommer. Het merk Kreidler Florett was in die tijd een geliefde brommer en negen van de tien keer zag je je brommer nooit meer terug.

Na enig overleg besloten we na het eten de diefstal toch maar aan te geven op het politiebureau in Zoetermeer.Toen we daar de dingen regelden, kregen we ook te horen dat er maar weinig kans was dat de brommer ooit nog terecht zou komen. Mistroostig gestemd reden we terug naar huis. Hoe moest Max dit aan Vader vertellen. Een machine waar Pa zo trots op was is nu weg! De rest van de avond verliep zonder veel gepraat en om ongeveer half 11 besloot ik om, zoals ik wel vaker deed, nog even naar Joop van Geylswijk te gaan voor een pilsje.

Wetende dat ik wat te vertellen had, kwam het niet meteen tot een juist ogenblik om het verhaal over mijn vaders brommer te vertellen. Maar toen ik na een partijtje biljart weer aan de bar stond kreeg ik wel de gelegenheid te vertellen wat zwager Max was overkomen. Juist toen ik met het verhaal begon, kwam Jac Suyten binnen om, zoals hij wel vaker deed na zijn werk in De Bles, nog wat te drinken en te praten. Bij toeval hoorde ook Jac mijn verhaal aan, dat ik eigenlijk in een paar minuten had verteld. Omstanders vertelden daarna meteen soortgelijke ervaringen.

Jac echter vertelde mij dat hij ’s middags op weg naar Stompwijk aan de Van Leeuwenhoeklaan in Zoetermeer een brommer tegen een flat zag staan. Bij toeval keek ik naar links, vertelde Jac en dacht wat staat daar op een vreemde plaats een brommer, aan de achterklant van een flat en een beetje verstopt tussen de struiken? Dat zal toch niet de brommer van mijn vader zijn? zei ik. Tijdens het volgende pilsje peinsde ik over datgene Jac had verteld. Hijzelf waarschijnlijk ook, want hij kwam met het voorstel om voor alle zekerheid toch even te gaan kijken of het vaders brommer was.

Jac en ik gingen samen met mijn Simca 1000 naar de plek waar Jac de brommer had gezien en…. Ja hoor, hij stond er nog. Sterker nog, het was de brommer van mijn vader. Na een poging om hem achter in de Simca te vervoeren, stelde Jac voor er zelf mee naar huis te rijden. Ik reed voor hem uit naar Stompwijk. Thuis gekomen zat Max nog even troosteloos op de bank met een biertje. Ik zei tegen Max dat hij niet moest blijven treuren, want de wonderen zijn de wereld nog niet uit. ‘Je denkt toch niet dat dat ding zomaar uit de lucht komt vallen hé’ stamelde hij en op dat ogenblijk kwam Jac, in z’n overhemdje, met Pa’s brommer het tuinpad oprijden. Je begrijpt wel dat er op dat ogenblik, drie bijzonder gelukkige mensen waren.

 

Frans Oliehoek

 

Toch weer Muizenissen…

 

De oproep in de Dorpsketting om een stukje te schrijven voor de ‘Kerst-Ketting’, ontging mij niet. Ik was dan wel gestopt met de schrijverijtjes voor ze, maar ja, ’t bloed kruipt waar het niet gaan kan en schrijven voor de Kerst-Ketting was altijd al een feestje!

Zo aan het eind van het jaar is terugkijken altijd wel lollig om te doen, we vergeten immers zo snel..

Ik ook. Daarom ben ik eens gaan kijken op internet en al gauw vond ik enkele top 10 lijstjes met daarin wat we met zijn allen het meest gegoogled hebben. Aan mij nu de taak het een beetje in de juiste volgorde te zetten, wat overigens vast niet zal lukken want ik word ook een dagje ouder. 

Begonnen we het jaar nog met de Elfsteden-koorts, maar nadat dat als een nachtkaars uitging kleurde het land oranje want de EK stond voor de deur. Toen wisten wij nog niet dat onze vertegenwoordigers eigenlijk ‘geen zin’ hadden… De Oranje-koorts kreeg een flinke dip door het nieuws over Prins Friso en menigeen leefde mee met onze moeder des Vaderlands. Ondertussen zaten we massaal te Wordfeudten en kwam ik er achter dat ik alle spelletjes steeds verloor waarna ik dit spel gauw van mijn telefoon afhaalde. De volgende klap was de val van het kabinet. Een klein klapje overigens, want je hoefde geen hoogleraar te zijn om te snappen dat die combinatie geen lang leven had. Aan het gedogen kwam eindelijk een eind en alle grappen die hier nog over verzonnen moesten worden, in de kast.

Ondertussen verhuisde ik van een zolderkamer in Den Haag naar een flatje in Leidschendam. Een eigen flat waardoor ik nu behoor tot de Club van Huizenbezitters! Klein-Stompwijk zou je het kunnen noemen want ik heb al verschillende Stompwijkers hier gezien!

De Olympische Zomerspelen werden een leuke onderbreking. Herstel, een schitterende onderbreking van dit jaar! Met als niet te beschrijven hoogtepunt het optreden van Epke Zonderland! En daarbij het commentaar van Hans van Zetten, dat was de kers op de taart! Maar laten wij de opening ceremonie ook niet vergeten, met open mond zat ik voor de tv en de ooooo’s en aaaaaaaah’s  vlogen door mijn flatje. Na dit sportieve feestje kwam er nog een Stompwijks feestje, namelijk de Kermis! Eindelijk kreeg de organisatie wat zij verdiende: heerlijk weer! En doordat alles in Stompwijkse handen kwam was er ook geen sprake meer van een hamburgeroorlog! En deze keer heb ik voor het eerst de Kortebaanwedstrijd mee mogen maken en dat was een top ervaring! Ik heb nooit geweten dat het zó gezellig kon zijn in een weiland!

De politici begonnen met hun campagne, lees: elkaar verwijten maken, en wij moesten dat allemaal aanhoren (soms met het schaamrood op de kaken..).  Eén dag na de verkiezingen begonnen de kemphaantjes direct met zoete broodjes te bakken, of er geen vuiltje aan de lucht was en alle kiezers snapten er niets meer van. De SP was trouwens de meest gezochte partij op Google en de Partij voor de Dieren het minst, maar toen wisten wij nog niet dat er een bultrug zou aanspoelen…

Nadat de rook boven Haren verdwenen was (en een beetje normaal mens zich bleef afvragen waarom het zo moest lopen) keerde de rust terug en nam Yvonne het roer over met haar boeren en boerin. Ik keek daar niet naar hoor, maar op de een of andere manier kwam de informatie toch naar mij toe. Boer zoekt Vrouw was hot en de niet-kijkers werden meegesleurd met Boeren Aad, Martin en Henrieke. En de rest.

Dan was er nog ‘dat’ boek. Dat boek dat menig vrouwenhart sneller deed kloppen en waar wij, mannen, geen grip op kregen. Dachten wij eerst nog aan een kleurenpalet uit de verfhoek van de Gamma maar na wat recensies gelezen te hebben (en opgewonden verhalen van de dames op Facebook e.d.) bleek het gewoon te gaan over erotiek. Erotiek voor vrouwen onder de noemer: literair. Nou, als dat literair is ben ik Harry Mulisch!

De eerste vrijdag van december zou een dag worden vol files door hevige sneeuwstormen en we hoefden nog net niet ramen en deuren te sluiten… Code Oranje! Ook de spoorwegen zette zich schrap en ik kocht voor de zekerheid de supermarkt leeg met stapels conserven en liter flessen water. Oh ja, en batterijen natuurlijk. Uiteindelijk vielen er twee vlokken en was er niets aan de hand. Nee, dan begin februari, toen werd in België het file record verbroken met een lengte van 1275 kilometer door de sneeuw! Wij hadden ook een record, namelijk het record De Langste Polonaise door 1723 mensen voorbij te laten hossen…

Het Eurovisie Songfestival haalden wij weer nét niet en de Indianen(!)verhalen erover, dat het allemaal doorgestoken kaart is, begin ik steeds meer te geloven. Maar daar komen we pas echt achter wanneer Anouk ons vertegenwoordigd heeft, als ze die te weinig punten geven weten we het zeker: nooit meer aan meedoen!

Ach ja, de Wietpas werd ook nog ingevoerd. Vooruitgesneld op dit nieuws klonken er al negatieve berichten over maar volgens de burgervader van Maastricht was het een groot succes. Enkele maanden kreeg deze volhouder de deksel op de neus.

Helaas werd er ook weer met wapens ‘gespeeld’ in Amerika en elke keer kwam dan weer de discussie of het wel verstandig was om wapens überhaupt in huis te hebben. Je vraagt je af waarom die discussie nog gevoerd wordt… Of voeren we liever discussie over een bultrug die, wellicht door ziekte, op een zandplaat belandde. Daar leek het wel op, soms schieten wij in onze beschaving het doel voorbij. Want als hij, Johannes, weer in diep water beland was blijft de vraag of hij verderop niet alsnog naar de bodem zonk. Ja, de natuur is hard, sorry!

Sneu was het bekend worden dat fietser Lance Armstrong de boel opgelicht had. Plus nog een paar. Toch heb ik nu wel meer bewondering gekregen voor ‘onze’ jongens die nooit wat wonnen in de Tour, want die gebruikten immers niet gezien hun achterstand op de koploper.

De door mij zeer gewaardeerde Gerdi Verbeet wordt opgevolgd als Voorzitter van de 2e Kamer door Anouchka van Miltenburg, die zonder dat ze al wat gedaan had ook zeer gewaardeerd werd door mij. Ik zie liever deze kleurige dames dan die pakken met stropdas.

Advocaat Bram, voorheen partner van Eva, mag voorlopig zijn beroep niet meer uitoefenen. Gelukkig mag hij nog wel nij Albert lekker roddelen op de TV en blijven we hem serieus nemen… Daarentegen wist Obama toch weer te winnen en menigeen was onder de indruk van zijn toespraak. Ik hoop oprecht dat hij wat kan veranderen daar aan de andere kant van de Grote Plas.

Volgens mij ben ik aardig het jaar door gekomen zo. Zoals ik al verwacht had niet helemaal chronologisch maar zo’n ramp is dat nu ook weer niet.

Oh ja, dan was er nog die ene sprong. Nee, niet die van Patty Brard (over bultruggen gesproken..) maar die van Felix Baumgartner. Dat was toch wel indrukwekkend en er was weer een grens overschreden. We gingen ook een grens over toen grensrechter Richard Nieuwenhuizen overleed. Té triest voor woorden en een dieptrieste dag voor alle mensen die het spelletje voetbal leuk vinden. Daartoe behoor ik ook.

Uiteraard hoop ik dat  minder leed en meer leut zal bevatten maar eerlijk gezegd gaat dat natuurlijk niet lukken.

Maar als we vrijdag de 21ste toch met zijn allen overleefd hebben, lijkt mij dat een goed argument om volop te gaan genieten van het Nieuwe Jaar wat voor ons ligt! Carpe Diem!

 

Arjen Veldhuizen

 

Pesten op school

 

5 november Tim Ribberink, 20 jaar. In het afscheidsbriefje voor zijn ouders gaf hij als reden dat hij zijn hele leven al gepest was, het werd hem teveel.

11 december Fleur Bloemen, 15 jaar. Wilde graag door met het leven maar niet met het leven op school. Ze wilde weg. Voorgoed.

Ook ik ben gepest en ken de gevolgen van het pesten uit eigen ervaring.

Bij mij begon het pesten in de eerste klas van de lagere school door iets wat de schooljuffrouw zei. Zij maakte een opmerking over mij waar de hele klas hard om moest lachen. Ik wist niet waar ik moest kijken en de toon was gezet. De klas had zijn slachtoffer gevonden en het werd steeds erger. Naar school gaan werd een straf en de schoolresultaten gingen eronder leiden. Het gevolg was dat ik in de derde klas ben blijven zitten.

Mijn ouders hebben toen besloten om mij naar een andere school te sturen. Daar heb ik ervaren dat school ook leuk kan zijn. Het waren vier mooie jaren en ik was gelukkig. Na de lagere school ging ik naar het voortgezet onderwijs en daar in de eerste klas begon de ellende opnieuw.

De grootste pestkop van mijn eerste school zat er ook en hij wist mij binnen de kortste tijd het leven weer zuur te maken. Door hem gingen anderen daaraan meedoen. Ik heb dat toch nog drie jaar volgehouden en toen was op een dag voor mij de maat vol. Op weg naar school ben ik omgekeerd en heb tegen mijn ouders gezegd dat ik niet meer terug ging omdat het niet meer op te brengen was.

Ik ben bij een tuinder gaan werken en daarna bij een garagebedrijf. Dat waren best leuke jaren totdat de crisis van de jaren 80 kwam. Iedereen was bang voor zijn baan, de plagerijtjes werden pesten en uiteindelijk moest ik weg. Ik was toen 23 jaar.

In die tijd heb ik weleens overwogen om eruit te stappen maar ik ben blij dat ik dat niet gedaan heb. Je zelfvertrouwen krijgt door dat pesten een enorme knauw met als gevolg een minderwaardigheidscomplex. Die combinatie maakt het leven erg moeilijk.

Door mijn doorzettingsvermogen zijn er gelukkig nog veel dingen goed gekomen in mijn leven. Ik heb sinds 1986 een goed lopend eigen bedrijf waar ik enorm trots op ben en de crisis van vandaag de dag overleef ik tot op heden erg goed.

Ik besef dat niet iedereen het geluk en de kracht heeft om ondanks alles door te kunnen gaan, want pesten is een aanslag op je ziel, als een moord zonder mes. Ik roep de ouders en leerkrachten op om te letten op pesten en daar al het mogelijke tegen te doen. Pesten kan uw kind ook overkomen of uw kind kan een pestkop zijn.

Cor Hoogweg

Kerstbezoek

 

De lichtjes in de boom branden, op de radio zingt een heer met een bedenkelijk hoge stem, aan de lamp hangt de enig overgebleven bal van vorig jaar en naast het stalletje staat de herder met de gebroken neus: het is de dag voor Kerstmis, vier uur in de middag, ik ben alleen thuis. En voor me op het aanrecht ligt een blote kalkoen. Z ’n poten staan recht overeind, de nek ligt er los naast en te midden van veel kippenvel prijkt een groot onsmakelijk gat dat gevuld moet worden. Dat vulsel heb ik. Ik verzamel dus al mijn moed, adem diep, pak een hand vol en wil aan de gang.  Op dat moment gaat de bel. Ik kwak de prak terug in de bak, mompel iets wat weinig met Kerstmis te maken heeft, spoel haastig mijn handen, veeg ze al lopend aan een handdoek af en doe de voordeur open. En daar staat een zeer enge man. Z’n holle ogen kijken me gluiperig aan, z’n mond lacht gemeen. ‘Eigenlijk net Kees van Kooten als eng type, maar dan nóg enger,’ denk ik, zo’n man waarvan je hoopt dat hij nooit aanbelt als je alleen thuis bent. Toch deed hij dat en zegt: ‘Heeft u misschien een emmertje water voor me, de motor van mijn auto kookt.” Ik denk dan héél snel héél veel: ‘Smoes,’ denk ik,  ‘is inbreker, wil zien wat er hier te halen is, niet binnenlaten, foute boel.’ Maar ik zeg: ‘Een ogenblikje,’ en wil de deur dichtdoen. Te laat. Met een ‘nee, niks d’r van, u mag niet met zo’n emmer sjouwen,’ staat hij al achter me in de gang en loopt mee naar de keuken. Trillend draai ik de kraan open. ‘Leuk,’ zegt hij, terwijl hij rondkijkt en ‘lekker’ als hij de kalkoen ziet, en ik denk: ‘Die komt vannacht terug en neemt óók nog de kalkoen mee; ik vul ‘m niet. ’Weet u hoe lang het duurt voordat een emmer vol is? Heel lang. Uiteindelijk verdwijnt hij ermee naar buiten, ik bespied hem door de takken van de sparren voor het raam en zie inderdaad een auto die van voren openstaat. De enge man doet iets wat ik niet kan zien maar zelfs al had ik er goed zicht op, wat dan nóg: ik snap niets van motoren. ‘De bouviers‘, weet ik dan opeens, ik heb die arme mensverslindende schatten in de kennel gestopt omdat een ander beest in de oven ging. Ik verlaat dus schielijk mijn uitkijkpost, loop door de keuken op weg naar buiten, leg nog snel het broodmes naast de kalkoen, want een mes bij de hand kan nooit kwaad, en wil me naar m’n hapgrage huisdieren begeven. Maar opnieuw gaat de bel. ‘Sorry’, zegt hij, ‘ik vind het vervelend om u weer iets te vragen, maar heeft u misschien een tang, want de dop van de watertank zit vast’. Ik kan dan natuurlijk ‘die heb ik niet’ zeggen, of ‘ik mag van mijn man niet aan zijn tangen komen’. Maar ik zeg dat niet en vraag me later nou niet waarom. Tijdens een televisie-uitzending kan het hele décor in elkaar storten, een vrouw een kind krijgen, de premier van z’n geloof vallen en de studio worden gekraakt en enig vind ik het allemaal zodat u tegen elkaar zegt: ‘Die Mies, als er iets mis gaat is ze op haar best, hoor’.

Maar in dit geval moet ik u teleurstellen want ik kan niet liegen, zelfs niet tegen een engerd. ‘Een ogenblik’, mompel ik dus gebroken. En duik de kelder in alwaar mijn echtgenoot ongeveer iedere sleutel die ooit bedacht werd, op volgorde van grootte aan haken langs de muur heeft hangen. Ik pak de grootste, vanwege je weet maar nooit, en kom weer heel langzaam en naar mijn gevoel dreigend de keuken in. Maar daar is hij niet.Hij staat in de gang en kijkt in de kamer waar de overjarige tv staat en het waardeloze beeld dat duur oogt, en de gepoetste kandelaar waarvan je alleen van dichtbij ziet dat hij niet van massief zilver is. Maar weet die man veel. Ik kan wel huilen bij de gedachte dat dat vannacht allemaal weg gaat. ‘Mooi’, zegt hij, kijkend naar een vroege tekening van één van de dochters die ingelijst inderdaad iets van een Appel heeft. Ik geef hem zwijgend de sleutel en wacht gelaten op de klap op m’n kop. Die komt niet. ‘Dank u’, zegt hij en verdwijnt opnieuw door de voordeur.

Keek hij bij het passeren daarvan nog even goed naar de grendel, de ketting, de draadjes van de alarminstallatie? Ik weet het bijna zeker en ga het nummer van de politie opzoeken. Maar het telefoonboek is weg, het ligt niet waar het hoort te liggen: waar zou het telefoonboek kunnen zijn? Voordat ik dochter één of dochter twee heb kunnen verwensen gaat dan voor de derde keer de voordeurbel en de engerd die steeds enger wordt overhandigt mij vriendelijk de levensgevaarlijke tang. ‘Heel veel dank voor al uw hulp’, zegt hij ook nog. Ik denk: ‘Hou toch op man, vannacht zie ik je weer’.

Het gezin komt dan thuis en lacht zich tot mijn grote ergernis kapot om ma. Want ma ziet spoken. Hoe zit het trouwens met de kalkoen? Veel later lig ik rusteloos te woelen in bed, de lange nacht begint, de nacht dat de engerd zal komen. Is hij er al of verbeeld ik mij gestommel te horen? En waarom geven de bouviers geen kik? De één heb ik bij de voordeur gelegd, de ander bij de achterdeur, ze zijn afgericht om alles wat beweegt te verslinden. Maar misschien kregen ze vergiftigde pens, in een gedrogeerde lendelap happen ze vast ook gretig, paarden- of mensenvlees, bouviers kan het niet schelen. Dus por ik drie achtereenvolgende keren m’n man wakker die moedig beneden gaat kijken terwijl ik met de croquetstok in de aanslag recht overeind in bed de bovenverdieping verdedig. Maar niks. De rest van de kerstnacht zie ik in het donker de enge man haarscherp voor me. En kom daarom met diepe wallen aan het ontbijt. De hele huisraad staat er nog, op het aanrecht ligt de onthoofde kalkoen nog steeds te wachten op de vulling. ‘Lekker geslapen´? vragen ze en ik knik, een leugentje om kerstwil mag best. Jammer dat ik het dennegroen tussen de mandarijnen ben vergeten. De eitjes zijn ook iets te hard. Toch zitten we met zijn vijven zeer tevreden aan tafel, zeggen zelfs vriendelijke dingen.

Dan gaat de bel. ‘Laat maar’, zeg ik en loop naar de deur. Ik doe die open en verstijf, want voor me staat de enge man van gisteren en in zijn hand heeft hij een kerststukje vol dennegroen, met een kaars middenin. Hij overhandigt mij dat en lacht, lacht hartelijk, bijna aardig zelfs, terwijl hij mij bedankt voor alle hulp en moeite. Ik kom er mee terug in de kamer. ‘Wie was dat´? vraagt m’n man. ‘Die man van gisteren’, zei ik. ‘Die enge´? zegt hij. En ik kijk naar het bakje in m’n handen en zeg: ‘Ach, eng…’

 

Dit leuke, al wat ouder, kerstverhaal komt uit een boekje uit Kringloopwinkel De Stal, is aangeleverd door Agnes van Boheemen en geschreven door Mies Bouwman

 

 

De vriend van staal . gedicht

 

Er was eens een jongen van tien jaren oud.

Hij had weinig vrienden, maar een hartje van goud.

 

Een zeer slimme jongen, altijd een tien.

Hij kon al rekenen, voordat hij kon zien.

 

Een uitvinder, zo noemde hij zich.

Het bouwen van nieuws dat vond hij prachtig.

 

Maar waarom, vroeg hij zich plots af,

heb ik geen vrienden? Ik doe toch niet maf?

 

Ik kan alles maken, wat ik maar wil.

Waarom doet iedereen dan altijd zo kil?

 

Hij vroeg aan zijn moeder: ‘Wat is er mis met mij?’

Waarop zij antwoordde: ‘Niks! Je maakt mij toch blij?’

 

Ook zijn vader kon hem niet van raad voorzien.

Toen dacht de jongen het is de bedoeling dat ik het zelf uitkien.

Dus de volgende ochtend ging hij aan de slag.

Hij bouwde en bouwde de volledige dag.

 

Hij maakte een vriend van staal en van chroom.

Een grote robot, zo sterk als een boom.

 

De robot kon praten, lopen en spelen.

Nee, dacht de jongen, ik ga me niet meer vervelen.

 

De dagen die vlogen zeer snel voorbij.

Hij voetbalde, zwom en gooide met klei.

 

De andere kindjes bij hem in de straat,

zagen de robot en stonden paraat

 

om mee te gaan spelen, want iedereen kon zien

dat de jongen en de robot pret hadden voor tien!

 

De vriendengroep van de jongen was niet meer zo kaal,

doordat hij een vriend gemaakt had van staal!

 

Dit gedicht is ingezonden door opa Jan van Rijn en geschreven door zijn kleinzoon Rory van Rijn

 

Bedankt!!

 

Beste mensen van de redactie en iedereen die het mogelijk maakt de Dorpsketting daar te krijgen, waar mensen ‘m graag ontvangen.

Even een woordje van dank, want na anderhalf jaar uit Stompwijk vertrokken te zijn, ontvangen we iedere maandagavond trouw de Dorpsketting in de digitale postbus. Het blad maakt het mogelijk om niet helemaal afgesneden te zijn van een dorp waar wij 35 jaar met veel plezier gewoond hebben.

Een nieuwe start in Brummen leert ons dat het mooi is dat er weer een nieuwe wereld -sociaal en fysiek- voor je open gaat in een streek die zo ontzettend uniek is voor Nederland. Dat neemt niet weg dat wij nog iedere week naar de Dorpsketting uitkijken. Dank voor jullie inspanning en voor de komende tijd veel sterkte met het Kerstnummer. Mooie dagen toegewenst.

 

Met vriendelijke groet,

Leo en Carla Wijnhoven

 

gedicht van Janus Verhagen

 

De Sint en Pieten zijn verdwenen,

de kerstbomen zijn verschenen

Bij de één is de boom soms groot

bij de ander is die wat klein,

de kerstsfeer zal bij ieder hetzelfde zijn.

Dan ook de kerststal niet vergeten,

daar begon het zoals we weten.

zoals de legende het ons vertelde

moest men zich voor een volkstelling melden.

Ook Maria en Jozef zijn op reis gegaan,

maar konden van vermoeidheid niet verder gaan.

De herbergen in die dagen waren over vol

De herbergier zei: zoek op de heide maar een hol.

Van ellende zijn ze toch de heide maar opgegaan,

en ja, daar zagen ze een schapenstal staan.

Daar lag wat warm stro en een voederbak,

Jozef maakte er een krib van, want dat was zijn vak.

Verder op de heide in de maneschijn liep een kudde schapen,

de herders en de hond lagen te slapen.

In die nacht werden ze in hun slaap gestoord,

want engelengezang hadden ze nog nooit gehoord.

Ook een grote ster zagen ze aan de hemel staan,

Die bewoog zich voort en daar zijn ze achteraan gegaan

totdat hij boven de stal stil kwam te staan.

Daarbinnen zagen ze Maria en Jozef bij het kribje, ja waar

Ze waren gelukkig met hun zoon, reken maar

De verlosser is geboren

dat zongen de engelenkoren

Ja mensen en toen was het Kerst

En mijn verhaal is uit, dan natuurlijk tot besluit,

Voor groot en klein, voor iedereen, ja allemaal,

Een fijne Kerst en een goed en vooral gezond Nieuwjaar

 

Janus Verhagen

 

Woejauto

Donderdag 13 december vertrekt er weer een Woejauto naar Leidsenhage. Vertrek om 10.00 uur vanaf de Meerlaan bushalte tegenover de Coop, om 13.00 uur gaat hij weer retour naar Stompwijk. Er kunnen 4 personen mee.

Coby v.d. Geest, tel.: 5801561

 

Stompwijkse badgasten

badgastenHet regent PR’s en medailles voor de Stompwijkse badgasten

Afgelopen zondag werd de 2de ronde van de speedo wedstrijden gehouden. Vanaf 13:30 werd er in zwembad ‘de Zijl’ in Leiden gestreden voor betere tijden en medailles voor de nummers 1, 2 en 3. Van onze Stompwijkse badgasten mochten Bart Pardon, Jelsie van Ruijven en Sanne van Ruijven laten zien of de trainingen van de afgelopen tijd zijn vruchten zouden afwerpen. Gelijk in het 1ste programma stond Jelsie op de startblokken in de snelste serie voor de 100meter vrije slag (borstcrawl). Met een mooi persoonlijk record (PR) eindigde ze als 2de in een tijd van 1:33.52.

Al snel daarna ging Bart van start voor de 100meter schoolslag. Zijn specialiteit. Ook hij tikte als 2de aan in een tijd van 1.51.66 vlak achter een clubgenoot. Dit was een dikke PR van maar liefs 11 seconden.

Sanne moest iets langer wachten (programma 5). Voor haar stonden deze middag 2 afstanden op het programma die ze nog niet veel gezwommen had. Vele leeftijdsgenoten hadden deze afstanden nog nooit gezwommen. Sanne mocht in de snelste serie starten voor de 100meter vrije slag. Dit gaf echter geen garantie dat dit ook de snelste zwemmers van dit programma waren. Haar direct concurrent (van andere nummers) zwom eerder en zette een mooie tijd neer (wat ik wist op de tribune maar Sanne niet). Sanne ging goed van start en wist dit tot het eind vol te houden en tikte in haar serie als eerste aan (2:49.30PR). Dan is het toch even afwachten tot de omroeper zegt dat ze daadwerkelijk nummer 1 was geworden.

Voor Jelsie stond als 2de onderdeel de 100meter rugslag op het programma. Met de laatste training bleek dat zij het keerpunt niet goed onder de knie had en dat is dan best spannend. Keer je te vroeg dan wordt je gediskwalificeerd maar als je te laat keert dan stoot je je hoofd. Goed geconcentreerd ging ze van start en wist alle keerpunten goed te doen en eindigde in haar serie als eerste in een tijd van 1:45.88.

In de laatste serie werden er door 2 anderen een snellere tijd neergezet waardoor ze met een bronzen medaille naar huis mocht.

Het 2de onderdeel voor Bart was de 50meter vlinderslag. Ook voor hem spannend want de laatste keer ging deze niet helemaal lekker. Het is de bedoeling dat je je armen gelijktijdig over het water gaan. Maar als je vermoeit raakt dan is bijzonder moeilijk om je armen nog uit het water te krijgen. Met een goede start verliep de eerste baan goed. De 2de baan is zwaar maar gelukkig wist hij het vol te houden tot het eind. Met een prachtige PR van 9sec tikte hij aan in een tijd van 1:11.25. Dit resulteerde in een 9de plaats bij de einduitslag.

Als laatste mocht Sanne aan de start verschijnen voor de 100meter vlinder. Tot 50meter wist ze vooraan te blijven maar moest daarna toch haar buurvrouw voor laten gaan. In de laatste 10meter dacht Sanne waarschijnlijk aan de medailles waardoor ze met een enorme versnelling toch nog nipt als eerste wist aan te tikken in een tijd van 1:38:00. In een andere serie was er nog iemand sneller geweest waardoor ze tevreden een zilveren medaille mocht ophalen.

Met 6PR-en zijn er weer goede zaken gedaan voor het landelijk klassement. Zo probeert Sanne in februari mee te doen aan de jaargangfinale. Per afstand starten de 18 besten van Nederland per leeftijd.


Ilona van Ruijven 

 

Sinterklaasfoto

sinterklaasfotoSinterklaas foto

Vorige week woensdag 5 december kwam Sinterklaas een bezoek brengen aan de kinderen van Maerten v.d. Velde School.

Alle kinderen stonden op het schoolplein te wachten toen de Sint met de menkar getrokken door Olly naar binnen reed. Amerigo had een paar uur vrij om even uit te rusten omdat hij de hele dag door heel het land moest lopen om op tijd de pakjes te brengen. Er zijn weer een paar foto’s gemaakt en misschien zit jij daar wel tussen en kunnen weer gratis geplukt worden op de site van www.fotografiecarmen.com