Muizenissen

We zijn bezig om onze oudste zoon achter zijn vodden te zitten want meneer loopt te klooien bij het rekenen. Dat heeft ie van mij want ik was daar ook nooit een ster in, terwijl daarentegen mijn vader een wandelende rekenmachine is… (Nee, ik ben niet van de melkboer!) Maar goed, Youri heeft wat moeite met bepaalde sommen dus hij heeft sinds een paar weken een paar ouders in zijn nek hijgen: “Vraag aan je meester om huiswerk!” of “Je hebt ook op de computer een rekenprogramma… Doe er dan ook wat mee!” Dat gehijg van ons leidt tot vele confrontaties want wíj willen dat hij extra oefent door thuis wat speeltijd in te ruilen voor huiswerk en híj wil daar eigenlijk geen extra tijd aan besteden…En wat krijg je dan? Juist, dichtgegooide deuren en gestamp op de trap. Een ware puber in de dop. Terwijl ik sommen voor hem aan het maken ben en hij quasi geïnteresseerd naast me zit, zie ik mezelf terug toen míjn vader mij hielp met rekenen. Voor mijn gevoel duurde dat uren en uren met het zweet op het voorhoofd en klamme handen. Hij snapte niet dat ik het niet snapte en ik snapte niet dat hij dat niet snapte dat ik daar problemen mee had. Ik wilde wel, en soms lukte het ook, maar dan was het de volgende dag weer verdwenen: dat valt volgens mij weer onder het korte termijn geheugen, dat snap ik dan weer wel.
En dan heb je nog het probleem van welke methode gebruiken ze op school om iets uit te rekenen?
Want tegenwoordig gaat alles anders. Wanneer ik een som op mijn manier uitreken dan zie je Youri kijken alsof hij water ziet branden. Wij begonnen vroeger klassikaal de les met het hardop opzeggen van de tafels. Dat werd er echt ingestampt. Ach ja, vroeger….
Toch kan ik, ondanks mijn gebrek aan rekengenen, hem nu nog helpen zonder een flater te begaan. Want er komt nog een tijd aan van formules, worteltrekken enzovoorts waar ik minder kaas van heb gegeten. Terwijl ik dat bespreek met mijn vrouw begint Sven aan mij te vragen wat kaas met rekenen te maken heeft. Sven is leergieriger dan Youri en zit overal bovenop. Sinds hij leert lezen is geen letter in zijn omgeving meer veilig. ’s Avonds leest híj mij voor in plaats van omgekeerd….Met als resultaat dat ík in slaap val en hij rond blijft spoken.. En onze jongste zoon lijkt ook iets van zijn Opa mee hebben gekregen want die hoor je ook regelmatig hardop tellen: één, twee, drie, vier, zes, vijf, acht, negen, twaalf….
En omdat ik altijd al tevreden was met een mager zesje ben ik daar erg trots op en zeg ik tegen Sil dat de wereld nog heel wat van hem verwachten kan…. Altijd positief blijven is mijn motto, en om in de wiskundige sfeer te blijven: min maal min is plus! Ja, er is toch wel iets blijven hangen!
Arjen Veldhuizen